Tekstweergave van GA-1934_MB021_05069
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
vergadering
zou
hij
indruk
hebben
gemaakt
indien
zijn
stem
beter
ware
geweest,
maar
daarin
was
iets
niet
aangenaams.
Hij
heeft
te
veel
in
zichzelf
gekeerd
ge
-
leefd,
wat
naar
ik
meen
een
groot
nadeel
voor
hem
moet
zijn,
want
hij
verkondigt
zijn
meeningen
alsof
het
niet
mogelijk
zou
zijn
ze
ooit
te
wijzigen,
en
of
er
geen
enkele
kans
bestond
dat
hij
tot
verkeerde
gevolgtrekkingen
was
gekomen
over
strijdpunten
die
de
wereld
reeds
lang
hebben
verdeeld.
Inde
politiek
is
hij
een
voorstander
vaneen
absoluut
regeeringsstelsel,
maar
hij
heeft
geen
juiste
inzichten
overeen
vertegenwoordigende
regeering,
noch
van
de
zekerheden
die
de
vrijheden
waarborgen.
Over
deze
zaken
heeft
hij
verwarde
denkbeelden.
Hij
heeft
over
zulke
onderwerpen
gelezen,
maar
niet
genoeg.
Ik
heb
hem
een
of
twee
boeken
aangeraden,
maar
ik
denk
niet
dat
hij
ze
lezen
zal.
Zijn
geest
is
nu
bezig
met
de
oudere
geschiedenis
van
Spanje
en
Portugal,
waarover
hij
een
boek
schrijft
in
het
Fransch
dat
hij,
naar
ik
geloof,
ook
gaat
uitgeven.
Ricardo
vertelt
hierna
weder
hoe
de
familie
de
laatste
dagen
van
het
verblijf
heeft
besteed.
Zij
maakten
een
uitstapje,
eerst
ineen
boot
naar
Buiksloot,
waar
zij
een
wagen
huurden
om
het
zindelijke
en
vreemde
dorp
Broek
in
Waterland
te
zien,
daarna
gingen
zij
naar
Zaandam,
waar
zij
het
Tsaar
Peter-huisje
bezochten;
een
armoedige
hut
waarin
nog
niet
lang
te
voren
een
marmeren
gedenksteen
was
geplaatst
bij
een
bezoek
van
Tsaar
Alexander.
De
volgende
brief
die
ons
onder
de
oogen
is
gekomen
is
gedagteekend
30
Juli
1822,
maar
hij
is
niet
meer
uit
Amsterdam
verzonden,
al
behelst
hij
nog
enkele
mede
-
deelingen
over
het
verblijf
aldaar.
Ricardo
legde
nog
bezoeken
af
bij
zijn
betrek
-
kingen
en
bij
den
reeds
bejaarden
dokter
Immanuel
Capadose,
dien
hij
nog
kende
van
zijn
vroegste
verblijf
in
ons
land.
Hij
beschrijft
hem
als
een
zeer
vriendelijk
man,
die
een
groote
praktijk
had.
Hij
was
lijfarts
geweest
van
Koning
Bodewijk
Napoleon
en
door
dezen
geridderd,
i)
Dr.
Capadose
had
de
familie
reeds
een
visite
gebracht,
maar
Ricardo
was
toen
zelf
niet
aanwezig,
zoodat
hij
zich
met
de
dames
moest
onderhouden.
Dat
vlotte
niet
zeer,
want
de
dames
spraken
alleen
Engelsch,
wat
hij
niet
kende.
Maar
Ricardo
kwam
spoedig
terug
en
toen
ging
het
beter.
De
dokter
vertelde
ons
zoo
schrijft
hij
een
paar
anecdotes
van
Napoleon,
die
hij
een
paar
maal
had
ontmoet.
Hij
beschreef
den
Keizer
als
een
barsch
personage,
die
ontelbare
vragen
stelde
zonder
ooit
gelegenheid
te
geven
om
ze
te
beantwoorden.
Dienzelfden
avond
gaven
de
Ricardo’s
in
hun
hotel
een
theevisite,
waarbij
zij
trachtten
de
gasten
te
regaleeren
op
de
Hollandsche
manier,
zooals
zij
den
vorigen
Vrijdagavond
ontvangen
waren
bij
de
familie
da
Costa.
Daarin
slaagden
zij
niet
geheel,
want
de
versnaperingen
en
de
dranken
die
het
hotel
leverde
waren
zeer
middelmatig.
De
oude
mevrouw
da
Costa—Ricardo
was
niet
verschenen
wegens
den
rouw,
maar
tot
de
aanwezigen
behoorden
Isaac
da
Costa
met
zijn
jonge
vrouw
en
een
zuster
van
deze.
Bovendien
de
oude
heer
Teixeira,
die
vroeger
compagnon
was
geweest
van
wijlen
den
heer
da
Costa.
De
avond
verliep
in
gezelligen
kout
en
de
oude
betrekkingen
werden
daarbij
bezegeld.
Alvorens
te
vertrekken
had
Ricardo
zich
tot
taak
gesteld
om
attenties
te
be
-
wijzen
aan
zijn
Amsterdamsche
verwanten,
maar
daarin
heeft
hij
gefaald.
Hij
had
een
Engelsche
shawl
gekocht
voor
zijn
nicht,
mevrouw
da
Costa
—Ricardo,
maar
hij
had
daarbij
over
het
hoofd
gezien
dat
zij
inden
zwaren
rouw
was
en
daartoe
was
die
shawl
te
opzichtig
en
te
kleurig.
Hij
dacht
haar
toen.
te
kunnen
i)
De
dokter
was
ongehuwd.
Hij
had
zijn
jongen
oomzegger,
Abraham
Capadose
(1795
1874)
tot
zijn
opvolger
bestemd.
Deze
studeerde
te
Leiden
inde
medicijnen,
tegelijk
met
zijn
vriend
Isaac
da
Costa
inde
rechten
en
de
letteren.
Beiden
kwamen
sterk
onder
den
invloed
van
Bilderdijk.
Toen
zij
in
1818
waren
gepromoveerd,
keerden
zij
naar
Amsterdam
terug,
waar
zij
steeds
meer
neigden
tot
het
Christendom,
en
op
20
October
1822
werden
mr.
Isaac
da
Costa,
zijn
vrouw
Hanna
Belmonte
en
dr.
Abraham
Capadose
inde
St.
Pieterskerk
te
Leiden
gedoopt.
Deze
bekeering
vervreemde
Capadose
van
zijn
naaste
familie,
zijn
oom
ontzegde
hem
zijn
huis
en
onthield
hem
allen
steun.
Zijn
practijk
verliep
zoodat
hij
haar
reeds
in
1826
neerlegde.
Evenals
da
Costa
is
hij
daarna
eender
voorgangers
geworden
van
het
Réveil,
69