Tekstweergave van GA-1934_MB021_05047
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Burgerweeshuis,
waarin
de
onvergeetlijke
held
van
Speyk
was
opgevoed,
zich
voor
de
poort
had
verzameld
en
de
terugkeerenden
met
volksliederen
verwelkomde.
Voor
het
Paleis
op
den
Dam
was
een
trophee
opgericht.
Op
het
voetstuk
vyerd
gelezen:
„Geen
vaster
steun
dan
Burgertrouw
en
Schuttersmoed”.
De
beide
bataljons
werden
daaromheen
geschaard,
terwijl
de
overige
schutterij
een
halve
maan
vormde
over
den
Dam.
De
geheele
stedelijke
regeering
waarbij
nu
ook
de
achtbare
raad,
had
zich
voor
de
trophee
opgesteld.
Burgemeester
Van
de
Poll
hield
een
indrukwekkende
vaderlandslievende
rede
welke
hij
besloot
met
een
„Leve
de
Koning!”
Luit.-Kolonel
de
Leeuw
beantwoordde
deze
toespraak
met
woorden
van
dank
voor
de
hartelijke
ontvangst.
De
geheele
staf
der
schutterij
hield
dien
middag
een
vriendenmaaltijd
m
den
Doelen
inde
Doelenstraat,
en
de
Mobiele
Sociëteit
gaf
des
avonds
een
souper.
Het
feestbetoon
inde
stad
overtrof
alles
wat
men
sedert
jaren
had
beleefd.
De
heele
bevolking
scheen
op
de
been,
de
straten
waren
vol
vlaggen,
overal
waren
versie
-
ringen
en
extra
verlichting
aangebracht.
„Zelfs
uit
de
geringste
stegen
schitterde
den
wandelaar
het
licht
tegemoet.”
De
feestvreugde
heerschte
alom.
De
illuminatie
was
vooral
schitterend
op
den
Dam,
inzonderheid
van
het
gebouw
Zeemanskoop,
van
de
eerepoort
voor
het
Stadhuis,
van
den
triomfboog
aan
den
Amstel.
Het
huis
van
den
Burgemeester,
de
heele
onderpui
van
Felix
Meritis
en
andere
gebouwen
waren
fraai
verlicht,
maar
bijzonder
vooral
was
inde
Kalverstraat
de
illuminatie
van
de
sociëteiten
Doctrina
et
Amicitiae
en
Sans
Souci.
Zij
hadden
een
reusachtige
nabootsing
ontworpen
van
het
metalen
kruis
met
200
lampions
en
die
was
tusschen
de
beide
sociëteiten
over
de
straat
gespannen.
Den
volgenden
avond
werd
inden
Stadsschouwburg
een
feestvoorstelling
gegeven
ter
eere
van
de
schutterij
met
liederen
van
C.
J.
Roobol
op
muziek
van
J.
B.
van
Bree,
een
tooverballet
en
„De
roem
van
twintig
eeuwen”
door
mr.
Jacob
van
Lennep.
Inden
Franschen
Schouwburg
werd
gelijktijdig
„Le
retour
de
la
Garde
Nationale
vertoond.
Den
lOden
September
ging
de
eerste
doorschutting
der
Wester
Doksluizen
met
eenige
plechtigheid
vergezeld.
Het
heele
IJ
was
vol
bevlagde
vaartuigen,
koop
-
vaarders,
boejers,
jachten,
booten
en
jollen.
Het
fregat
Margaretha
Catharina
van
den
heer
H.
Angelkot
Willink,
was
gepavoiseerd
met
ruim
50
vlaggen
van
verschil
-
lende
natiën,
langs
de
verschansingen
en
den
spiegel
met
guirlandes
inde
nationale
kleuren.
Dit
koopvaardijschip
vervulde
een
hoofdrol,
want
het
zou
het
eerst
door
de
nieuwe
sluis
geschut
worden.
Burgemeester
van
de
Poll
hield
een
toespraak
waarin
hij
er
zijn
ingenomenheid
mede
betuigde,
dat
een
schip
onder
beheer
van
iemand
wiens
geslachtsnaam
sinds
jaren
ter
beurze
met
roem
bekend
stond,
juist
gereed
was
om
voor
deze
bestemming
te
dienen.
Onder
het
gedonder
van
het
geschut,
het
spelen
van
de
muzijk
en
alge
-
meen
gejuich
van
de
menigte,
werd
het
fregat
geschut,
gevolgd
door
de
stoomboot
Mercurius
met
het
muzijkcorps
der
schutterij.
Buiten
de
sluis
werd
het
opgewacht
door
de
op
het
IJ
gestationneerde
kanonneerboot
en
dooreen
aantal
vaartuigen
van
de
jachthavens
die
het
met
saluutschoten
begroetten.
In
dezelfde
maand
September
moesten
de
heeren
die
zich
hadden
aangesloten
bij
het
plan
van
luit.
kolonel
W.
A.
Bake
voor
het
aanleggen
vaneen
ijzeren
spoorweg
tusschen
Amsterdam
en
Keulen,
bekend
maken,
dat
er
niets
van
komen
kon.
De
inschrijving
op
de
leening
van
12
millioen,
hier
en
in
Keulen
geopend,
was
ver
beneden
de
verwachting
gebleven.
Dat
was
zeer
te
betreuren.
Het
vooruitzicht
was
geopend
dat
reizigers
binnen
10
tot
11
uren,
en
de
zwaarste
goederen
en
vrachten
binnen
16
uren,
tusschen
Amsterdam
en
Keulen
konden
vervoerd
worden,
onaf
-
hankelijk
van
goede
of
slechte
wegen,
van
hoog
of
laag,
open
of
besloten
water,
van
gunstige
of
nadeelige
winden
en
dat
alles
voor
geringer
vrachtprijzen
dan
bij
de
bestaande
verkeersmiddelen
geheven
werden.
Op
17
en
18
October
woedde
een
hevige
storm,
waarbij
het
water
tot
de
buiten-
47