Tekstweergave van GA-1934_MB021_05046

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM ’s Konings verjaardag werd op 24 Augustus op de gewone wijze gevierd. Het bijzondere was ditmaal een groote feestelijkheid inde groote Synagoge der Ned. Israëlitische Gemeente, waar de kinderen der Israëlitische armenschool een koraalgezang, met heilbeden voor den Koning en het Doorluchtig Stamhuis op Hebreeuwschen tekst uitvoerden, en de opperrabbijn Samuel Beerensteyn een gepaste leerrede uitsprak, gevolgd dooreen vurig gebed voor het behoud van den Vader des Vaderlands. Den vijfden September kwam de algemeen gevierde professor dr. W. J. Zillesen, sedert vijftien jaar rector van het gymnasium, inden leeftijd van 61 jaar te over - lijden. Hij was geëerd door zijn geleerdheid en bemind bij zijn leerlingen en oud - leerlingen. Vijf dagen later werd hij plechtig begraven inde Oude Kerk, waarbij toepasselijke redenen werden gehouden en dichtregelen werden voorgedragen in tegenwoordigheid van gepromoveerden, studenten aan het Athenaeum en gym - nasiasten. Op 10 September werd boven de Beurs een tentoonstelling geopend van schil - derijen, teekeningen en aquarellen. Het aantal inzendingen bedroeg ongeveer 500. Van omtrent 300 kunstenaars en kunstenaressen, meer dan een derde in deze stad woonachtig. Den hoogsten lof behaalden de werken van J. W. Pieneman, C. Kruseman B. C. Koekkoek, J. C. Schotel, N. Pieneman, P. C. van Os, J. Schouwman, P. Van Schendel en A. Schelfhout. Een groote gebeurtenis was, inden aan vang van September, de terugkomst en de feestelijke intocht van de Mobiele Schutterij! De geheele burgerij leefde daarin mee. In het laatst van October en inden aanvang van November 1830 waren 1400 Amsterdammers van eiken rang en stand uitgetrokken om de grenzen tegen de aanvallen der oproerige Brabanders te verdedigen en zij hadden daaraan moedig deelgenomen. Nu keerden zij terug als overwinnaars, want zij hadden de vijanden in het open veld bestreden en overal verslagen, zelfs tot Brussel teruggedrongen! Geen wonder dat de gansche stad juichte. De toebereidselen waren vele geweest. De zoogenaamde „Mobiele Sociëteit”, een vereeniging van vroegere leden van de twee mobiele bataljons schutterij, had de barge „Willem de Eerste” afgehuurd en vertrok op dit versierde vaartuig en een muzijkcorps aan boord van het huis Boek - horst aan den Amstel. Aan de Duivendrechtsche brug ging de Sociëteit aan wal en trok met de muzijk voorop naar het tweede tolhek om de naderende kolonne op te wachten. De manschappen van de beide bataljons hadden naar mate zij hun moederstad van Utrecht af naderden, zich in grooter belangstelling mogen verheugen. De bewoners van de buitenplaatsen en van alle huizen langs den weg hadden te hunner eer versieringen met groen en vlaggen aangebracht en overal werden zij hartelijk toegejuicht. De Mobiele Sociëteit bracht het eerste welkom aan haar vroegere wapenbroeders, waarop de commandant der kolonne, luit.-kolonel de Leeuw, antwoordde. Op een daartoe ingericht veld bij de Duivendrechtsche brug werden de manschappen getracteerd aan lange tafels, waarbij de officieren ineen fraaie tent aanzaten. Ook de Burgemeester met de Wethouders en andere notabelen waren in hun rijtuigen reeds aanwezig. Na dezen rusttijd zette zich alles in beweging. De stoet trok over den Ringdijk, door de laan langs de Diemermeer tot aan de mijlpaal. Hier, op het grondgebied van Amsterdam, stelde het rijtuig met Burgemeester en Wethouders, voorafgegaan door schutterij te paard, zich aan het hoofd, onmiddellijk gevolgd door de beide terugkeerende bataljons. Inmiddels waren de acht bataljons der dienstdoende schutterij, tezamen ruim 2500 man, tot hier opgemarcheerd en zij sloten zich bij den stoet aan, welke zijn weg voortzette langs den Oetewalerweg, door de versierde Muiderpoort, en vervolgens door de Plantaadje. Voor de Amstelstraat stond een versierde eerepoort. De optocht, overal met vreugde begroet, trok over de Boter - markt, door de Reguliersbreestraat en de Kalverstraat, waar de bevolking van het 46