Tekstweergave van GA-1934_MB021_05042
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
blijkt
uit
de
„koeranty”
van
Peter,
dat
hij
de
berichtgeving
van
de
Amsterdamsche
couranten
als
bijzonder
betrouwbaar
beschouwde
en
op
prijs
stelde.
De
eerste
Russische
bladen
leden
aan
de
tegenwoordige
zucht
naar
snelle
berichtgeving
niet.
Het
eerste
nummer
van
de
Russische
„koeranty”
verscheen
2
Januari
1703.
Wij
vinden
daar
berichten
uit
Lemberg
gedateerd
11
December
1702,
uit
Nienschanz
gedateerd
16
October,
uit
Narwa
13
October,
uit
Amsterdam
10
November
1702!
Dat
werd
toen
als
volkomen
normaal
beschouwd.
Daar
de
Russische
bladen
nog
decennia
lang
hun
buitenlandsch
nieuws
ook
uit
andere
landen,
aan
de
Amsterdamsche
kranten
ontleenden,
zoo
waren
de
berichten
altijd
wat
oudbakken.
Peter
was
de
eerste
hoofdredacteur
en
tevens
de
belangrijkste
medewerker
van
zijn
„koeranty”.
Hij
koos
zelf
de
berichten
inde
buitenlandsche
(d.w.z.
Amster
-
damsche)
bladen
uit,
vertaalde
ze
zelf
(de
kloosterlingen
moesten
daarna
zijn
stijl
fatsoeneeren,
bovendien
lag
Peter
overhoop
met
de
Russische
spraakkunst,
zondigde
tegen
alle
regels
der
orthographie,
zoodat
ook
hier
de
kloosterlingen
hun
medewerking
moesten
verleenen),
wees
aan,
welke
binnenlandsche
berichten
en
beschikkingen
der
regeering
opgenomen
moesten
worden.
Een
vergelijking
van
de
Russische
en
Amsterdamsche
kranten
van
dien
tijd
zou
aantoonen,
hoe
groot
het
aan
de
Hollandsche
kranten
ontleende
materiaal
was.
In
het
begin
werden
de
„koeranty”
met
het
kerkelijke
letterschrift
gedrukt.
Die
letterteekens
waren
echter
minder
overzichtelijk,
het
alphabet
bevatte
bovendien
eenige
teekens,
die
het
Russisch
niet
noodig
had.
Peter
besloot
een
„burgerlijk”
alphabet
in
te
voeren.
Daarbij
trachtte
hij
de
nieuwe
letterteekens
meer
aan
het
Latijnsche
(„Hollandsche”)
alphabet
aan
te
passen.
Tegelijkertijd
werd
de
kerktaal
geleidelijk
door
de
spreektaal
vervangen.
De
„koeranty”
van
Peter
hadden
succes.
Maar
toch
bleef
de
belangstelling
voor
de
buitenlandsche
bladen
bestaan.
In
het
begin
waren
het
bijna
uitsluitend
Amsterdamsche
kranten.
Geleidelijk
werden
de
Amsterdamsche
kranten
echter
verdrongen
door
de
Duitsche
(hoofdzakelijk
Hamburgsche).
Maarde
belang
-
stelling
voor
de
Amsterdamsche
kranten
en
de
kennis
van
het
Hollandsch
hand
-
haafden
zich
nog
vele
decennia.
Ik
heb
in
memoires
van
de
tweede
helft
van
de
XYIIIe
eeuw
nog
mededeelingen
over
berichten
in
„Amsjtjerdamskije
koeranty”
gevonden,
o.a.
in
memoires
van
de
voorouders
van
Danilewsky.
Dr.
Boris
Raptschinsky
CATALOGUS
VAN
AMSTERDAMSCHE
PLATTEGRONDEN
DOOR
A.
E.
D’AILLY,
1934
(Uitgaaf
van
het
Gemeente-archief)
De
Heer
d’Ailly
heeft
ons
verblijd
met
den
„Catalogus
van
Amsterdamsche
plattegronden”,
uitgave
van
het
Archief
der
Gemeente
Amsterdam
uit
den
atlas
van
topographie
en
historie.
Een
groote
1
duidt
op
de
bedoeling
dat
nog
meer
dergelijke
uitgaven
zullen
volgen.
Bij
het
doorbladeren
van
dezen
catalogus
en
lezing
van
het
voorbericht,
blijkt
dat
deze
eerste
uitgave
alleen
omvat
de
platte
-
gronden
waar
de
geheele
stad
op
voorkomt,
dus
niet
plattegronden
van
stads
-
deelen,
niet
kaarten
waar
de
stad
ondergeschikt
is,
geen
stadsprofielen.
Indien
men
op
deze
wijze
wil
doorgaan
en
catalogiseeren
wat
er
aan
Amsterdamsche
topografie
bestaat
kan
men
nog
aardig
voort.
’t
Was
in
1919,
dus
nu
alweer
15
jaren
geleden,
dat
ik
zoekende
naar
gegevens
van
de
Saaihal
inde
Staalstraat,
terecht
kwam
bij
en
kennis
maakte
met
den
ouden
heer
R.
W.
P.
de
Vries,
’t
Was
wat
moeilijk
zijn
oogenschijnlijk
zwevende
aandacht
te
krijgen.
Doch
niet
zonder
humor
gaf
hij
als
zijn
meening:
„er
is
een
teekening
van
Lamberts
en
ook
een
schets
van
Lamberts,
meer
niet;
als
er
niets
is
zul
je
wat
moeten
maken.”
Dat
leerde
mij
dat
een
teekening
van
heden,
morgen
een
geschiedkundig
topografisch
stuk
geworden
is.
Ter
verduidelijking
kwam
er
achter-
42