Tekstweergave van GA-1934_MB021_05036

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM ordineren ende bevelen enen ygelicken, hebbende huysen, erven ofte thuynen rontomme binnen der stede an den vesten oft opt tIJe, dat zij binnen drie weecken doen maecken voir denselven hueren gueden enen strate, enz.”. Blz. 437 No. CCCXV, art. 1: „Ende eerst, dat men van nu voertan totdat anders geordineert sal werden alle nachte, dese toecomende nachte beginnende, sal waken op de hoefslagen rontomme der stede omme de sestiende nacht, enz.”. Met deze voorbeelden hopen wij te hebben aangetoond, dat de uitdrukking langes omme der stede inde processiekeur van 1498 geen bijzondere beteekenis heeft. Zij past volkomen in het kader van de toenmaals gebruikelijke zegswijzen. Indien er nog meer argumenten noodig zijn, om te bewijzen, dat de Mirakel - processie wel degelijk den Nieuwendijk volgde, kan men nog de keur naslaan, dit bij Breen afgedrukt staat op blz. 342 No. C, en die eveneens gedateerd is; 13 Maart 1498. In artikel 4 lezen wij: „Yoirt, zoealst wel eerlick is,ende alzoe behoirt, dat alle straten ende plaetsen, dairt wairde Heylige Sacrament bilden ende passeeren zal, geveecht ende scoengemaect ziin, dat elck ziin straten, goeten ende plaetsen dairomtrent reynige ende zuver maecke, ende oick an ziide ende wechstelle ende ontruyme alle hout, peck, teer ende onruym dinek, dat huide verlet maecken mochte off qualick stonde, overal ende tot eiken plaetse, dair de processie comt, zonderling int quartier van tl Je, Sint Jacobscapelle ende dairomtrent, optie boete van drie pondt ende dairenboven gecorrigiert te wesen na goetdineken van den gerecht.” Hieruit blijkt niet alleen, dat de processie langs de St. Jacobskapel op den Nieuwendijk trok, maar ook, dat er van tijd tot tijd gerust werd: biiden. x ) Ook dit laatste meende de schrijver in twijfel te moeten trekken. J. Z. Kannegieïer EEN PORTRET YAN GASPARI S COMMELIN, OEN STEDE BESCHRIJVER Het voormalige Oudezijds Huiszittenhuis op de Houtgracht, thans Waterloo - plein 67, werd inden tuin van het toenmalige Leprozenhuis in 1634 opgetrokken naar het ontwerp van Hendrik Jacobsz. Staats, naast de reeds sedert 1610 bestaande Stadsturfhuizen, het later Arensaal waarmede het gebouw op den duur zou worden vereenigd (thans Waterlooplein 69 —75). De geheele inventaris van de stichting werd in 1808 overgebracht naar het van 1649 dateerende Nieuwezijds Huiszittenhuis, op de Prinsengracht bij de Leliegracht, toen beide stichtingen werden vereenigd. Zij beiden bezaten verscheidene regentenstukken die evenals andere schilderijen uit het vroegere Spinhuis en het Werkhuis na vele omzwervingen, door de stad ten slotte in bruikleen zijn gegeven aan het Rijksmuseum of tegenwoordig berusten in verschillende stedelijke gebouwen. In het Alg. Handelsblad van 8 Maart jl. heeft mr. W. F. H. Oldewelt de regenten - stukken van het O.Z. Huiszittenhuis aan de hand van authentieke gegevens, aan een nadere beschouwing onderworpen en daarbij aangetoond, dat er eenige mis - vattingen zijn ontstaan ten aanzien van de voorgestelde personen en zelfs dat enkele regentenstukken tot dusver niet meer zijn aan te wijzen. Uit de notulen - boeken blijkt dat er op verschillende tijden van het midden der 17e tot het eind van de 18e eeuw, acht dergclijke groepen van regenten werden geschilderd en dat hiervan nog slechts vier zijn aan te wijzen. De namen der geportretteerde personen zijn inde notulen telkens vermeld en daaruit blijkt dat er eenigen inde olticieele beschrijvingen verkeerd zijn genoemd en deze dus onder onjuiste namen doorgaan. In het bijzonder geldt dit van het grootste schilderij (2.37 meter inde hoogte bij niet minder dan 4.25 inde breedte) dat in 1675 door den Utrechtenaar Peter van Anraadt werd geschilderd waarop zes regenten zijn voorgesteld die op een rij achter een tafel zitten, benevens een staande figuur, de „binnenvader”. Inden catalogus tan i) Het Middelnederlandse!! Woordenboek van Verwijs en Verdam geeft alleen den vorm biden (= wachten, toeven), en wijst o. a. op het Engelsche to bide. 36