Tekstweergave van GA-1934_MB021_05031
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELÖDAMUM
De
deelneming
heeft
de
stoutste
verwachtingen
overtroffen.
In
Nederland
hebben
zich
meer
dan
40
vereenigingen
aangemeld,
die
foto’s,
maquettes,
modellen
enz.
zullen
inzenden.
Maar
ook
in
het
buitenland
bestaat
grootc
belangstelling.
Behalve
het
reeds
medegedeelde,
dient
nog
vermeld
te
worden,
dat
uit
Denemarken
een
interessante
inzending
komt
met
afbeeldingen
van
gebouwen
en
torens
die
in
vroeger
tijd
door
Hollandsche
bouwmeesters
werden
ontworpen.
Zweden
heeft
een
belangrijke
collectie
bijeengebracht
uit
het
geheele
land,
hetwelk
op
Heemschut
-
gebied
reeds
zooveel
verricht
heeft.
Twee
bekende
personen,
dr.
Fr.
Hazelius
en
de
intendent
Dr.
Bartil
Waldén
zullen
uit
Zweden,
evenals
dr.
V.
Forenzen
uit
Denemarken,
vóór
de
opening
naar
Amsterdam
overkomen
om
hunne
inzendingen
zelf
te
etaleeren.
De
beide
laatsten
zullen
ook
voordrachten
houden.
Zooals
reeds
bekend
is,
zullen
een
aantal
vereenigingen
gedurende
den
duur
der
tentoonstelling
in
het
Koloniaal
Instituut
vergaderen.
De
vereeniging
tot
behoud
van
Natuurmonumenten
in
Nederland
zal
de
rij
openen
door
hare
jaarvergadering
op
Zaterdag
17
Maart.
De
tentoonstellingscommissie
heeft
ingezien
dat
het
Koloniaal
Instituut
een
ongeschikte
plaatswas
om
kunstwerken
aan
wanden
onder
goede
belichting
ten
toon
te
stellen,
en
dat
het
bijeenbrengen
van
schilderijen
en
teekeningen
niet
juist
tot
hare
competentie
behoort.
Op
haar
verzoek
heeft
zij
echter
de
Maatschappij
~Arti
et
Amicitia”
bereid
gevonden
gedurende
den
eersten
tijd
van
de
Heemsehut
-
tentoonstelling
in
haar
eigen
zalen
zulk
een
verzameling
bijeen
te
brengen.
Prof.
Huib
Luns,
de
voorzitter
van
„Arti”,
heeft
als
bewijs
van
die
gelukkige
samenwerking,
in
het
maandblad
„Heemschut”
ter
inleiding
een
artikel
geschreven
over
„Heemschut
en
de
schilderkunst”
waaraan
het
volgende
is
ontleend.
„Het
was
zeker
een
voortreffelijk
denkbeeld
van
hen,
die
zich
voorstelden
de
Heemschutgedachte
steun
te
verleenen
dooreen
tentoonstelling,
die
het
groote
publiek
wat
te
zeggen
zou
hebben
dat
kunstwerken
daarbij
betrokken
moesten
worden.
„Schilderingen
en
grafische
werken
die
op
de
schoonheid
van
monumenten
van
architectonischen-
of
landschappelijken
aard
gericht
zijn,
dienen
de
Heemschut
-
gedachte
vaak
op
overtuigende
wijze.
„Opmerkzaam
maken
op
schoonheid
streeft
immers
het
kunstwerk
na
en
vaak
zijn
het
kunstwerken,
die
de
schoonheid
van
zekere
monumenten
en
landschappen
voor
het
groote
publiek
hebben
onthuld.
„Sinds
de
schilders
in
het
midden
der
vorige
eeuw
neerstreken
inde
omgeving
van
het
dorpje
Barbizon,
werd
de
bijzondere
schoonheid
van
het
hosch
van
Fontainebleau
voor
welhaast
iedereen
duidelijk.
„In
ons
land
zijn
Laren
en
het
Gooi,
Bergen
en
de
duinen
in
Noord-Holland,
door
schilders
ontdekt.
En
hebben
de
meesters
van
de
Haagsche
school
er
niet
alles
toe
bijgedragen
dat
de
algemeene
belangstelling
gericht
werd
op
den
Hollandschen
molen
als
monument
en
als
onvergelijkelijk
accent
in
ons
polderland
!
„Heemschut
weet
ook
dat
de
Amsterdamsche
school
zich
met
een
Breitner
en
een
Witsen
de
grootste
verdiensten
heeft
verworven
toen
het
er
om
ging
de
sterke
schoonheid
van
het
hoofdstedelijke
stadsbeeld
inde
weegschaal
te
werpen
toen
aanslagen
van
allerlei
aard
werden
beraamd
aanslagen
als
die
op
de
Reguliers
-
gracht,
die
ook
met
de
pen
van
den
schilder
Jan
Veth
werd
afgeslagen....
Op
deze
expositie
in
„Arti”
worden
kunstwerken
bijeengebracht,
waarin
de
Heemschutgedachte
steun
vindt
door
het
weergeven
van
monumenten
van
geschie
-
denis
en
kunst,
zoowel
vJfn
architectonischen-
als
van
landschappelijken
aard.
Ook
wordt
er
naar
gestreefd
om
door
belangrijke
werken
van
schilders
der
vorige
generatie
de
tentoonstelling
op
te
luisteren.
De
jury
wordt
gevormd
doorbet
bestuur
der
maatschappij
en
de
commissie
van
beheer
over
de
kunstzalen,
met
den
secretaris
van
Heemschut,
architect
A.
A.
Kok,
als
adviseerend
lid.
Ook
deze
tentoonstelling
zal
op
Vrijdag
16
Maart,
’s
middags
half
vier,
worden
geopend.
31