Tekstweergave van GA-1934_MB021_05027

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM op de groote werf te Deptford. Daar is hij tot inde maand Mei gebleven, en, m ons land teruggekeerd, heeft hij na een laatste bezoek aan Zaandam, met de geheele ambassade, thans zonder veel ceremonieel, inde eerste dagen van Juni uit Am - sterdam den terugtocht naar Rusland aangenomen. Bijna twintig jaar later, in 1717, is Peter nog eens teruggekeerd naar ons land, „die wieg van Rusland grootheid”. Nu was hij een groot en machtig vorst, de overwinnaar van Zweden en Turken. Meer dan eenmaal ging hij naar Zaandam, dat hem lief was gebleven. Hij bezocht er de oude vrienden, die hem als vroeger Pieterbaas of Pieter Timmerman noemden, en ook het oude huisje waar hij een week had gewoond. Gerrit Kist mokte en wilde zich niet vertoonen, want Pieterbaas was hem nog altijd de zeven gulden schuldig gebleven voor die eene week huur. Nu, die heeft hij gekregen, en een zilveren beker er bij. Het huisje te Zaandam is altijd in stand gebleven, al kwam het m verschillende handen. Op den duur raakte het in vergetelheid, maar daarin kwam in het laatst van de 18e eeuw verandering toen het met hoog bezoek werd vereerd. De eerste belangstellende was, inden zomer van 1781, de ons bekende Keizer Jozef II van Oostenrijk, die zijn onderzoekingsreis ook tot hier uitstrekte. In Juli van het volgende jaar maakte de Russische troonopvolger Paul, zoon van de Tsantsa Katharina 11, met zijn gemalin, een reis door West-Europa. Ofschoon zij incognito bleven, werden zij te Amsterdam door het gemeentebestuur met Burgemeester Joachim Rendorp aan het hoofd, plechtig ontvangen en overal rondgeleid. Ook zij logeerden in ~het Wapen van Amsterdam”. Op den derden dag werden zij m oorlogssloepen naar het Tolhuis geroeid en vandaar reden zij in koetsen naar Zaandam. Zij bleven een half uur in het huisje en de Grootvorst, die den naam voerde van Graaf van het Noorden, gaf den eigenaar 100 en zijn kind 25 ducaten, uit erkentelijkheid voor de aanbieding van den zilveren beker (volgens andere berichten was het een koffiekannetje) door Tsaar Peter den Groote nog aan wijlen Gerrit Kist vereerd. . . De bewoners profiteerden van vrijwillige giften, maar in 1796 gmg hei den toenmaligen eigenaar Verhoeven zóó slecht, dat hij het onvoordeelige Huisje maar wilde af breken. Het werd hem echter afgekocht door den kastelein J. A. Bulsing, die er beter slag van had. Hij legde een boek neer voor de bezoekers en verzamelde vele handteekeningen, waarbij groote en beroemde namen. Koning Bodewijk Napoleon, de Koning van Holland, voelde veel voor het historische gebouwtje. Hij dacht er over om inde nabijheid een gedenknaald op te richten, maar daartoe werd de tijd hem niet gegund. Zijn geduchte broeder, Keizer Napoleon, bracht in 1811 ook een bezoek aan het huisje op de Krimp en hij trok er, zegt men, den neus voor op. Toen reeds moet hij den veldtocht naai Rusland in het hoofd hebben gehad, de groote campagne van 1812, die is mtge - loopen op zijn nederlaag bij Leipzig en zijn interneering op Elba. Het was inde Honderd Dagen. Tsaar Alexander I, „de redder van Europa , kwam na de groote conferentie te Parijs naar ons land. Steeds onder geleide van den Souvereinen Vorst, Koning Willem I, reisde hij overal rond. Te Amsterdam werd hij luisterrijk ontvangen en hij bezocht o.a. het Paleis geworden Raadhuis, de schilderijenverzameling van de heeren Hope, de Kweekschool voor de Zeevaart en ten slotte ’s Landswerf. Op het program stond ook een bezoek aan de lijnbaan op de gewezen Compagnieswerf, om den Tsaar het buisje te laten zien dat door zijn voorzaat was bewoond. Maar daartoe ontbrak de tijd. Dat is achtera! heel jammer geweest, want wanneer dit bezoek was doorgegaan zou het huisje wellicht nog voor het nageslacht bewaard zijn gebleven. Van Amsterdam vertrok de Keizer naar Broek in Waterland en vandaar begon een zegetocht door de geheele Zaanstreek. Mr. Jacobus Scheltema, vrederegter te Zaandam, heeft ineen boekje dat nog in 1814 is verschenen, de geheele reis van den Tsaar beschreven en daarbij zeer omstandig alles wat er aan de Zaan is 27