Tekstweergave van GA-1934_MB021_05017
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Uit
het
thans
verschenen
deel
blijkt
o.a.
dat
de
groei
van
de
Amsterdamsche
industrie,
als
geheel
genomen,
in
vergelijking
met
de
aangrenzende
districten
van
de
arbeidsinspectie,
geen
onbevredigend
tempo
vertoont.
De
beschikbare
cijiers
wijzen
echter,
in
tegenstelling
met
den
gang
van
zaken
elders,
op
voortschrijdende
ontwikkeling
tot
kleinbedrijf.
~
De
oorzaak
van
dit
verschijnsel
wordt
gezocht
in
onvoldoende
ontwikkeling
van
de
primaire
basis-industrieën;
de
uitbreiding
van
de
werkgelegenheid
m
deze
bedrijven
houdt
geen
gelijken
tred
met
den
bevolkingsaanwas.
De
factor
vervoermoeite
is
van
buitengemeen
groot
belang;
men
kan
zeggen,
dat
een
stadsplan
doelmatiger
is
naarmate
het
er
meer
in
slaagt
om
de
vervoer
-
moeite
te
reduceeren.
De
gemeente
kan
op
verschillende
wijzen
in
deze
richting
werkzaam
zijn:
door
verkeersverbeteringen,
door
aanleg
van
spoorwegverbindingen
en
waterwegen,
enz.
Het
moet
zelfs
als
een
eisch
worden
beschouwd,
dat
afzonderlijke
complexen
industrie-terrein
worden
aangelegd,
waar
de
verkaveling
is
mgencht
naar
de
eischen
van
de
bedrijven
en
waar
het
vervoer
te
land
en
te
water
onder
-
zoo
gunstig
mogelijke
voorwaarden
geschiedt.
.
,
In
groote
trekken
is
de
distributie
over
de
stad
thans
als
volgt.
Inde
binnenstad
telt
de
industrie
31,000
personen,
inde
buitenwijken
29,000
personen
en
m
het
haven-
en
industriegebied
21,000
personen.
De
toestand
is
dus
allerminst
zoo,
dat
de
bedrijfswijken
op
den
voorgrond
treden.
Inde
eerste
plaats
is
dit
een
gevo
g
van
de
verspreiding
van
het
verzorgende
bedrijf,
dat
uiteraard
vooral
inde
woon
-
wijken
gevestigd
is.
Daarnaast
telt
de
Amsterdamsche
industrie
tal
van
bedrijven,
die
met
het
oog
op
het
persoonlijk
contact
en
dergelijke
factoren
bij
voorkeur
m
of
nabij
de
binnenstad
gevestigd
moeten
zijn:
nabij
de
winkelbedrijven,
de
centia
van
den
groothandel,
enz.
Vele
industrieën
inde
binnenstad
maken
een
deel
van
handelsbedrijven
uit.
Bij
den
aanleg
van
nieuwe
woonwijken
en
bij
de
verbetering
van
de
binnenstad
moet
met
deze
vestigingstendenzen
rekening
worden
gehouden.
DE
HEEMSCHUT-TENTOONSTELLING
Deze
tentoonstelling,
welke
naar
men
reeds
weet
van
half
Maart
tot
half
Mei
in
het
Koloniaal
Instituut
zal
worden
gehouden,
belooft
veel.
\an
alle
kanten
is
medewerking
toegezegd
door
de
vereenigingen
die
ten
onzent
de
Heemschut-gedachte
in
eere
houden.
Het
gastvrij
Instituut
is
een
voor
deze
expositie
bijzonder
aangewezen
plaats,
niet
alleen
omdat
het
de
beschikking
geeft
over
vele
geschikte
vitrines,
maar
ook
omdat
inde
groote
ruimte
van
de
museumzalen
prachtige
voorwerpen
en
platen
van
Indische
natuurmonumenten
en
fragmenten
van
oer-oude
Hmdoe
-
bouwkunst
aanwezig
zijn,
die
zich
geheel
bij
de
tentoonstelling
aansluiten
en
dus
volkomen
in
haar
kader
passen.
Bij
afbeeldingen
en
als
wandversiering
zullen
ook
maquettes
en
diorama’s
worden
vervaardigd,
waarvan
het
Koloniaal
Instituut
reeds
lang
beproefde
ervaring
bezit.
.
,
De
medewerking
van
het
buitenland
is
veelzijdig
en
nog
altijd
komen
er
berichten
van
deelneming
uit
verschillende
landen
van
nabij
en
van
verre.
Er
zullen
inzen
-
dingen
komen
uit
België,
Zwitserland
en
Luxemburg,
uit
Zweden
en
uit
Zuid-
Afrika.
De
directeur
van
het
Nederlandsch
Historische
Museum
te
Rome,
dr.
Gr.
J.;
Hoogewerff,
heeft
zich
bereid
verklaard
tot
het
zenden
van
afbeeldingen
van
JNeder
-
landsche
gebouwen
in
Rome.
De
secretaris
van
het
tentoonstellings-comite,
de
heer
J.
R.
Koning
(Middenweg
72,
Amsterdam
(O.),
het
adres
ook
voor
particulieren
of
gemeentebesturen
die
nog
het
een
of
ander
wenschen
in
te
zenden),
is
m
de
Kerstweek
in
Denemarken
geweest
en
heeft
toen
met
de
Deensche
en
Zweedsche
Heemschutters
veel
kunnen
regelen
en
voorbereiden,
met
het
gevolg
dat
er
oo
inzendingen
zullen
komen
betreffende
Ijsland
en
Groenland.
,
Op
deze
tentoonstelling
zal
niet
alleen
aandacht
worden
gevestigd
op
het
behoud
van
de
schoonheid
inde
natuur
en
de
bouwkunst,
maar
ook
op
het
vele
wat
\
erloren
is
gegaan,
en
op
hetgeen
bedreigd
maar
gelukkig
nog
behouden
werd.
Het
is
te
verwachten
dat
vele
gelijkgezinde
vereenigingen
hare
jaarvergadering
gedurende
17