Tekstweergave van GA-1934_MB021_05012
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELDDAMUM
schuiten
met
suiker
van
Spakler
en
Tetterode
achter
de
groote
comedie
of
met
hout
van
Ambachtsheer
en
Vander
Meulen;
of
eerbiedwaardige
tjalken,
met
een
keffenden
schippers
-
kees
aan
dek;
of
de
lange
sleepen
met
stadsvuil.
Af
en
toe
ging
er
een
paard
met
vigelante
te
water,
van
zoo’n
hooge
brug
af
en
dan
moest
Sincks-toestel
er
aan
te
pas
komen.
Wij
kijken,
als
jongens!
Als
’t
vroor
hield
men
de
Prinsen
-
gracht
zoo
lang
mogelijk
open
voor
’t
verkeer,
maarde
Heeren-
en
Keizers
-
grachten
mochten
bevriezen
en
bij
strenge
vorst
kreeg
men
dan
mooie
banen,
met
’s
avonds
verlichting
en
koek-en-zoopjes,
en
zoo’n
kippenbrng
-
getje,
hellend
naar
den
wal
toe,
met
stroo
en
een
kleumend
oud-mannetje,
dat
om
zijn
loon
bedelde.
Daar
reed
dan
de
meid.
De
dienstbode
heette
toen
nog
niet
juffrouw
maar
gewoon
~de
meid”.
Ze
reed
met
haar
vrijer,
een
manspersoon,
die
één
avond
per
week
inde
keuken
mocht
komen
en,
als
de
meid
haar
„avondje”
had,
op
de
gracht
achter
een
boom
stond
te
wachten.
Zoo
iemand
heet
nu
„ver
-
loofde”.
Wie
op
de
grachten
woonde,
reed
daar
nooit,
dan
kon
niet,
dat
was
voor
’t
personeel.
Er
was
de
Amsterdamsche
Ijsclub,
toen
nog
viermaal
zoo
groot
als
het
vijvertje,
dat
er
thans
ligt
en
men
had
The
Skating
Rink,
dat
was
select
en
met
dien
Engelsehen
naam
ook
een
beetje
deftig.
De
schippers
hadden
een
broertje
dood
aan
de
bevroren
gracht;
ze
moesten
een
paar
decimeter
rond
den
romp
van
het
schip
vrij
houden
in
verband
met
het
gevaar
voor
invriezen
en,
werden
ze
verrast
door
de
vorst,
al
varende,
dan
was
Holland
heelemaal
in
last.
Dan
ervoeren
ze
eerst
recht
wat
het
be
-
teekent....
ijs
inde
gracht.
MEDEDEELENDEN
VAN
HET
BESTUUR
Algemeens
Ledenvergadering
op
Woensdag
24
Januari
1934
des
namiddags
te
vier
uur
in
het
American
Hotel
(blauwe
zaaltje)
ter
behandeling
van
de
volgende
agenda:
1.
Opening
door
den
voorzitter.
2.
Notulen
van
de
algemeene
ledenvergadering
van
23
Januari
1933.
3.
Jaarverslag
over
1933
van
den
2en
secretaris.
4.
Jaarverslag
over
1933
van
den
penningmeester.
5.
Rapport
der
commissie
tot
het
nazien
van
de
rekening
en
verantwoording
des
penningmeesters.
6.
Verkiezing
van
drie
bestuursleden
wegens
periodieke
aftreding
van
de
heeren
J.
E.
J.
Bonnike,
C.
G.
’t
Hooft
en
J.
F.
L.
de
Balbian
Verster
(allen
her
-
kiesbaar).
7.
Rondvraag
en
sluiting.
Nieuwe
Leden
De
volgende
dame
en
heeren,
door
het
bestuur
benoemd,
hebben
hunne
benoe
-
ming
aanvaard
en
zijn
met
ingang
van
1
Januari
1934
tot
het
Genootschap
toege
-
treden
:
a.
als
donatrice:
Mevr.
L.
Ie
Cosquino
de
Bussy—Kruysse;
h.
als
donateur:
Dr.
ir.
A.
H.
W.
Hacke.
c.
als
gewone
leden:
De
heeren
I.
H.
Boelsma,
N.
Cohen,
dr.
J.
D.
Dozy,
C.
van
Dijl,
F.
Fontaine,
W.
A.
Froger,
J.
Huiskens,
H.
Jacobs,
R.
Korteweg,
J.
P.
Kruseman,
mr.
J.
Meihuizen,
C.
A.
Meijer,
J.
H.
Penning,
M.
S.
Sluizer,
P.
J.
Starreveld,
M.
Stodel,
A.
J.
Vermeulen,
J.
Visser,
D.
A.
Voermans.
12