Tekstweergave van GA-1934_JB031_00174
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
een
paar
kantteekenmgen
bij
te
maken.
Vooreerst
doet
het
mij
veel
genoegen,
dat,
ter
geruststelling
van
alle
kunsthistorici
ter
wereld,
de
vraag:
wie
stelt
den
sergeant
Reynier
Engelen
op
Rembrandt’s
schutteroptocht
„De
Nachtwacht
voor,
nu
is
opgelost.
Toch
is
het
jammer
dat
dr.
van
Dillen
niet
kan
aangeven
wien
de
jonge
schutter
met
den
lans
dan
wèl
voorstelt,
dien
ik
voor
Reynier
Engelen
heb
gehouden.
De
gelijkenis
met
het
portret
inden
Amstelkring
is
te
treffend
om
in
beide
conter
-
feitsels
niet
denzelfden
persoon
te
zien.
Al
de
namen
van
de
schutters
komen
niet
voor
op
het
schild
tegen
de
kolom.
Kon
er
niet
nog
een
tweede
Engels
onder
de
schutters
schuilen?
Nog
twee
opmerkingen.
lemand,
die
tijdens
de
reformatie
voor
priester
studeerde,
kan
ook
zeer
goed
als
schutter
zijn
opgetreden,
wat
dr.
v.
Dillen
betwijfelt.
De
geestelijke
opleiding
behoefde
toen
niet
ineen
seminarie
of
een
dergelijke
inrichting
te
geschieden,
maar
werd
veelal
bij
andere
geestelijken
voorbereid.
Dr.
v.
Dillen
schijnt
niet
goed
te
begrijpen,
wat
crypto-kotholiek
beteekent.
Het
beduidt
dat
iemand,
hetzij
van
huis
uit,
of
als
bekeerling,
katholiek,
zich
tegenover
de
buitenwereld
met
als
practiseerend
katholiek
behoeft
voor
te
doen
om
bijzondere
redenen.
Talrijk
zijn
dergelijke
gevallen
aan
te
wijzen,
b.v.
m
den
Goeverneur
Generaal
van
Ned.-Indië
Joh.
Maetsuycker.
Dus
„als
telg
vaneen
R.K.
geslacht,
die
voor
geestelijke
werd
opgeleid
,
zou
juist
deze
hoedanigheid
voor
Reynier
Engelen
passen.
Aerdenhout,
3
Maart
1934.
J-
F.
M.
STERCK.
ANTWOORD
OP
HET
NASCHRIFT
Het
spijt
me
ook
nog
de
laatste
illusie
van
dr.
Sterck
te
moeten
verstoren.
De
eigenlijke
schutters
worden
wel
degelijk
alle
op
de
geschilderde
lijst
vermeld.
De
eenige
naam,
die
op
de
lijst
ontbreekt,
is
die
van
den
tamboer.
Jan
van
Kampoort,
die
echter
wel
vermeld
wordt
op
de
achterzijde
van
de
bekende
copie
van
Lundens,
die
zich
inde
National
Gallery
te
Londen
bevindt.
De
lijst
bevat
17
namen,
dus
één
meer
dan
dan
er
schuttersportretten
op
het
doek
in
zijn
tegenwoordigen
vorm
voorkomen.
Zooals
men
weet,
heeft
de
schilderij
in
1715
een
amputatie
ondergaan
in
verband
met
de
overbrenging
112