Tekstweergave van GA-1934_JB031_00173

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
mdeehng naar de 22e wijk overgaat 1 . Hij is in 1654 overleden en heeft evenals Remier Engelen op den Nieuwendijk gewoond. Blijkens de gegevens uit de publicaties van Posthumus en van mij zijn er onder de overige op den Schuttersoptocht afgebeelde personen nog meer lakenkoopers, n.l. Jan Ockersz., Jan Pietersz. Bronckhorst, Herman Jacobsz. Wormskerck en Jan Thomsz. Schellmgwou. Waarschijnlijk oefende ook Jan Brugman dit beroep uit. Dat er zoo opmerkelijk veel lakenkoopers onder deze schutters voorkomen, is met toevallig. De Nieuwendijk wemelde toen van lakenkoopers 2 . Men moet zich deze menschen met als eenvoudige winkeliers voorstellen. Het waren meerendeels grossiers, die vooral buitenlandsch, m t bijzonder Engelsch laken inkochten, het te Amsterdam heten scheren en verven om het daarna aan de détailhandelaars in binnen- of buitenland te verkoopen. De lakenhandel was m het zeventiende-eeuwsche Amsterdam een zeer belangrijk bedrijf. Nog van twee der andere schutters kan ik het beroep opgeven. Jan Aertsz. van der Heede was koopman en woonde op het Water op den hoek van de Zoutsteeg. Den 7en Februari 1635 sloot hij een contract van compagnie betreffende den handel van „cruymerye”. Als koopman komt ook m vele notaneele acten Elbert Willemsz. voor. Afgezien van den kapitein en den luitenant, Banning Koek en Ruytenburch, die tot den regentenstand behoorden, zijn dus de schutters van Rembrandt’s meester - werk meerendeels gewone Amsterdamsche kooplieden ' i . Een pastoor is er met bij! De moraal van deze historie is, dat de kunsthistorici voortaan wat voorzichtiger moeten zijn bij het trekken van conclusies uit de gelijkenis van portretten. NASCHRIFT. Prof. Brugmans had de vriendelijkheid, op mijn verzoek, mij het artikel van dr. van Dillen even ter inzage te zenden. De schrijver wil mij wel veroorloven er 1 J. A. Jochems, Amsterdams oude burgervendels, p. 30 en 52. 2 Jan Ockersz. wordt nog ineen notaneele acte van 8 Augustus 1651 vermeld als lakenkooper op den Nieuwendijk. Eveneens woonden daar de andere bovengenoemde lakenkoopers. 3 Het beroep van den vaandrig Jan Visscher Cornebsz. is mij niet bekend. Jan Adnaensen Keyser komt later voor als kastelein van de Handboogsdoelen. Onbekend is nog het beroep van Barent Harmansen en Jan Clasen Leydeckers. Claes van Cruysbergen was provoost. Jacob Dercksen de Roy was volgens dr. Sterck regent van het Katholieke armenkantoor. De naam van den tamboer, Jan van Kampoort, komt niet op het schild voor. Zie het aangehaalde artikel van Dysennck. Ineen not. acte van 1622 komt een Willem Claesz. Leydeckers als lakenkooper voor (vgl. mijn publicatie II no. 821). 111