Tekstweergave van GA-1934_JB031_00157

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
lijke” zonden zijn geweest, d.w.z. afwijkingen inde leer. Jan Dircksz. was in het jaar 1600 getrouwd met Femmetje Jansdr.; inde huwelijks-inteekenacte wordt aan den man uitdrukkelijk den achternaam Hoogsaet gegeven 1 . Ondanks het uittreden van haar vader uit de Doopsgezinde gemeenschap en haar (vermoedelijken) doop bij de Gereformeerden, werd Trijn later zonder doop wederom bij de Mennisten aan - genomen: ~(In) May (1637) was oock aengenomen sonder dope, alsose in haer oudheyt gedoopt was Trijntje Jans een weduw wesende een soons dochter van de oude Dirck Pietersen van Nierop eertijts leeraer onser gemeente ende is den I. Junij wesende Pmxterdach getrout met Hendnck Jacobsz onsen medediener”. Maar Tnjn bleek niet gemakkehjk te zijn uitgevallen en lag al spoedig evenals haar vader overhoop met de voorstanders van de officieele leer der Doopsgezinden. En zoo leest men anno 1644: „Inde ommegangh hebben onse mannen oock Trijn Jans de vrouw van Hendrick Jacobs aengeseyt, datse haer niet aen moet vervorderen mede aen tafel te comen in desen stant en hebben haer ernstich vermaent tot boete en waer bekenmge”. Ontzegging van het avondmaal was in die dagen een zeer zware straf, maar Tnjn was blijkbaar van het juiste harer opvatting overtuigd en trotseerde tien jaar lang het ongenoegen harer geloofsgenooten. Dan leest men 2 : „3 Decemb(er) 1654 Tnjn Jans huysvrouw van Hendrick Jacobs voort tcollegie verschenen vertoonende haer wel 10 jaer vande gemeenschap te hebben onthouden, wist met op haer leven iets teseggen was, de saeck van haer man was daer, die most blijven alsse was, versocht, alsoo haer man tot het nachtmael toegelaten wiert, sij ook mocht toegelaten worden. Naer overlech is haer dit voorgedragen, dat men haer met wilde beschuldigen daer mede sij haer selven voor desen beschuldicht hadde, noch ook aennemen onschult diese daer over soude mogen doen, lieten het voor tgene twas, soose int generael sonder iet te specifieren of uyt tesluyten bekennen konde, datter doen wel wat gepassert was, dat met wel en was gedaen en versoecken het haer de broederen wilden vergeven, soo soude men de saké in overleg nemen dit met wel konnende vatten heeft se haer bedenken daer op genomen”. „Maar 1 D. T. B. 665, f . 62: „5 Febr. 1600 Compareerden Jan Diencks Hoochsaet van Nieuwenierop, compasmaker, oudt 23 jaeren, woonende aen de Haerlemmersluys geassis(teert) met Dlerck Pietersz sijne vader ten eenre ende Femmetgen Jansdr. oudt 23 jaeren, wonende op de Nieuwendijck geassist(eert) met Neeltgen Willemsdr haere moeder ter andere enz." Op 23 Jan. 1613 was Doopsgezind gedoopt „Femmetgen Jans de huisvrouw van Jan Dircksen”. 2 Zgn. Banboek (Notitie van gebreckelijcke lltmaten der gemeente beginnende 1646), f°, 3, in Doops - gezind Archief te Amsterdam. 95