Tekstweergave van GA-1933_MB020_03083
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
4
December
1782
eigenaar
ge
-
worden
van
het
huis
op
de
Heerengracht
en
tegelijk
van
het
koetshuis
en
de
stalling
daarachter.
Vander
Goes
slaagde
er
in
hem
te
bewegen
tot
afkoop
van
het
servituut
van
den
hinderlijken
door
-
gang,
hetgeen
geschiedde
op
9
Maart
1785
voor
de
som
van
/
7000
contant
(Kwijt
-
scheldingsreg.
no.
159,
fol.
25
verso).
Nu
was
Vander
Goes
dus
van
het
hinderlijke
ser
-
vituut
ontheven,
maar
Van
der
Hoop
had
geen
toegang
meer
tot
zijn
stal
en
koets
-
huis.
Om
daarin
te
voorzien
kocht
hij
het
oostelijk
belen
-
dende
perceel,
dat
nog
in
het
grachtenboek
van
Philips
voor
-
gesteld
is
als
een
smal
woon
-
huis.
Dat
richtte
hij
in
tot
toegang
naar
den
stal
en
daar
-
van
vertoont
het
tegenwoor
-
dige
perceel
745
nog
altijd
de
kenmerken
1
).
Vander
Goes
had
hiermede
zijn
doel
bereikt
en
hij
ging
voort
met
verbeteringen
aan
te
brengen
in
het
in-
en
uit
-
wendige
van
zijn
woonhuis.
De
doorgang
waarover
hij
de
vrije
beschikking
had
gekregen,
werd
verbouwd
tot
vertrekken
gelijkvloers
en
de
gevel
werd
gewijzigd
inden
stijl
dier
dagen,
het
Louis
Seize,
met
een
rechte
kroonlijst
en
attiek,
en
overeenkomstige
wijzigingen
aan
de
voordeur.
Nog
heden
draagt
de
gevel
den
stempel
van
dein
deze
fin
de
siècle
door
Vander
Goes
aangebrachte
veranderingen,
hetgeen
ook
blijkt
wanneer
men
den
gevel
vergelijkt
met
de
teekening
van
Philips.
Op
17
November
1800
maakten
Franc
van
der
Goes
en
Hermina
Johanna
de
Smeth
voor
notaris
N.
H.
Buddingh
te
Utrecht
hun
mutueel
testament,
waarbij
de
langst
levende
universeel
erfgenaam
werd
verklaard
van
beider
roerende
en
onroerende
bezittingen.
Vander
Goes
kwam
te
overlijden
den
1
Oden
Januari
1801,
zijne
weduwe
heeft
hem
nog
zeven
jaar
overleefd.
Hun
eenig
kind
was
reeds
voor
de
i)
De
geschiedenis
van
het
smalle
perceel
745
kan
nu
geheel
worden
nagegaan
maar
we
zullen
ze
slechts
in
het
kort
meededen.
Het
werd
gebouwd
omstreeks
1670
op
het
erf
nr.
4
en
behoorde
toen
eerst
met
andere
belendende
perceelen
aan
de
weduwe
Swaantje
Wessels,
waarna
het
door
mr.
Joan
Huydecoper
in
1697
werd
overgedaan
aan
mr.
Elbert
Slicher,
die
in
1717
overleed.
Door
erfenis
kwam
het
eerst
in
het
geslacht
Testart
en
was
vervolgens
eigendom
van
Jan
Baron
de
Petersen,
van
wien
mr.
Cornelis
van
der
Hoop
Gijsbertsz.
het
in
1785
kon
afkoopen.
Alle
na
hem
volgende
eigenaars
van
het
huis
Heerengracht
580
hebben
het
perceel
gebruikt
als
toegang
tot
koetshuis
en
stalling,
totdat
eindelijk
een
nieuwe
kooper,
die
geen
van
beide
noodig
had,
zich
er
van
ontdeed.
De
heer
R.
van
Lennep
verkocht
het
kort
nadat
hij
zich
in
1909
het
bezit
had
verworven
van
het
huis
op
de
Heerengracht.
Het
is
toen
in
verschillende
handen
overgegaan,
laatstelijk
van
de
naaml.
vennootschap
Becht
&
Dyserinck
(zij
heeft
de
perceelen
747
en
749
mede
in
gebruik),
die
de
voormalige
stalling
dienstbaar
maakt
tot
opslagplaats
van
goederen.
83
Keizersgracht
743