Tekstweergave van GA-1933_MB020_03076
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Ter
wille
van
de
symmetrie
zijn
daartegenover
blinde
deuren
met
overeenkomstige
decoratie
aangebracht.
Het
gecaissonneerde
plafond
van
de
voorkamer
bevat
geen
schilderwerk,
ofschoon
het
er
oorspronkelijk
wel
voor
bestemd
schijnt
te
zijn
geweest,
maar
wellicht
later
verwijderd
werd.
De
Enipire-schoorsteen
is
van
zwart
marmer
met
witmarmeren
kariatyden.
Op
de
echt-Arnsterdamsche
binnenplaats
zijn
ineen
sierlijke
betimmering
privaten
en
kasten
weggewerkt,
en
in
het
midden
is
een
nis
met
een
vrouwenfiguur
en
een
wierookvat.
De
marmeren
trap
voert
met
enkele
treden
naar
de
zaal
die
uitziet
inden
tuin.
De
wanden
boven
de
met
snijwerk
versierde
betimmering
zijn
geheel
bekleed
met
geschilderde
behangsels,
gesigneerd
door
D.
Daalders,
die
romantische
land
-
schappen
vertoonen
met
menschen
en
dieren
gestoffeerd.
Inde
afgeronde
hoeken
zijn
siervazen
naar
Fransche
modellen
aangebracht.
Bijzonder
fraai
is
het
geschil
-
derd
plafond
met
Mercurins
en
zijn
gevleugelde
staf,
omgeven
door
attributen
van
handel
en
scheepvaart
als
een
Jacobsstaf
en
een
wereldbol.
Ook
troont
hier
Minerva,
de
godin
der
wijsheid,
op
de
wolken.
Inde
„zwikken”
zijn
grauwtjes
aan
-
gebracht
met
de
emblemen
van
oorlog,
handel
en
zeevaart
en
van
muziek.
Monu
-
mentaal
is
de
gebeeldhouwde
schoorsteen
met
spiegel
en
daarboven
prijkt
een
schoorsteenstuk.
Op
het
groote,
veelkleurige
tapijt,
blijkbaar
opzettelijk
voor
deze
fraaie
zaal
geweven,
staan
Empire-stoelen
met
roodzijden
damast
bekleed.
Inde
slaapkamers
aan
den
voorkant
en
de
achterzijde
ter
eerste
verdieping,
staan
mahoniehouten
„hemel”-ledikanten,
zooals
onze
overgrootouders
ze
kenden.
Het
is
een
voorbeeld
hoe
in
dit
huis
alles
gebleven
is
als
inden
tijd
toen
de
Van
Brienen’s
het
inde
18e
eeuw
bewoonden.
Al
het
huisraad
is
nog
aanwezig,
de
dam
-
spiegels
met
daaronder
behoorende
vaste
trumeaux,
een
oude
piano
enz.
Op
den
ruimen
zolder,
die
blijkbaar
gediend
heeft
voor
het
opslaan
van
koopmansgoederen,
staat
nog
het
authentieke
groote
rad
met
de
touwreep,
evengoed
als
de
oude
trek
-
mangel
en
de
kleerenpers.
En
inden
niet
zeer
grooten
tuin
is
natuurlijk
ook
een,
vrij
goed
onderhouden,
tuinhuis
dat
versierd
is
met
een
drietal
beeldjes.
Het
huis
is
geen
museum,
maar
het
geeft
een
volkomen
bewaard
beeld
vaneen
patricische
woning
omstreeks
het
midden
van
de
18e
eeuw
in
Amsterdam.
Het
strekt
den
eigenaar
tot
groote
eer,
dat
hij
deze
beschikking
heeft
willen
maken
om
haar
intact
te
bewaren.
Ongetwijfeld
zal
„Hendrick
de
Keyser”
aan
zijn
wensch
gevolg
geven
om
de
bel-ëtage
onaangeroerd
te
laten
en
bovendien
de
eerste
ver
-
dieping
niet
voor
bewoning
bestemmen.
De
schenking
getuigt
van
groote
liefde
voor
Amsterdam,
waar
deze
Lotharingsche
Prins
steeds
gaarne
verbleef,
en
van
respect
voor
zijn
Hollandsch
voorgeslacht.
DE
AMSTERDAM
SC
[IE
MON
ü
M
ENTENTE
RO
RDENIN
R
Over
dit
onderwerp
heeft
de
heer
A.
A.
Kok,
architect,
secretaris
van
den
Bond
Heemschut,
een
belangwekkend
artikel
geschreven
dat
verschenen
is
in
het
„Makelaarsweekblad”
en
vervolgens
in
het
Mei-nummer
van
het
maandblad
„Heemschut”
werd
overgenomen.
De
schrijver
zet
in
zijn
inleidende
beschouwingen
de
wenschelijkheid
uiteen
van
bescherming
door
de
wet
van
monumenten,
waarbij
men
dient
overeen
te
komen
wat
onder
monumenten
te
verstaan
is.
De
Rijkslijst
van
monumenten
van
geschiedenis
en
kunst
gaat
niet
verder
dan
1850.
Een
monumentenwet
bestaat
in
Nederland
nog
niet.
Op
het
in
November
1931
gehouden
Internationaal
Monumentencongres
te
Athene,
dat
door
den
schrijver
werd
bijgewoond,
waren
24
naties
vertegenwoordigd,
bleek
ons
land
eender
weinige
staten
die
zulk
een
wet
nog
niet
bezaten.
De
eerste
monumentenwet
in
Spanje
dagteekent
reeds
van
1802.
zij
werd
herzien
in
1850
en
andermaal
in
1915.
Over
dit
onderwerp
nam
het
congres
een
resolutie
aan,
waaruit
valt
op
te
maken
dat
het
overal
hetzelfde
76