Tekstweergave van GA-1933_MB020_03072
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
het
buskruit
zouden
worden
teruggevonden,
maar
evengoed
de
toepassing
van
alle
vindingen
en
ontdekkingen
in
nieuwere
tijden,
die
tot
het
comfort
van
de
bewoners
konden
bijdragen.
Dr.
Cuypers
trad
hierbij
in
het
voetspoor
van
zijn
leermeester,
den
grooten
architect
Yiollet-le-Duc,
vermaard
o.a.
door
de
herstelling
van
het
kasteel
Pierrefonds
en
de
vestingstad
Carcassone.
Maar
hij
behoefde
hier,
dank
zij
de
taaiheid
van
het
mooie
baksteenmateriaal,
veel
minder
te
fantaseeren
dan
zijn
Franschen
voorganger.
Toen
de
bouw
genoegzaam
gevorderd
was,
kwamen
de
eigenaars
met
hunne
vrienden
zich
van
den
voortgang
herhaaldelijk
overtuigen.
Er
waren
steeds
talrijke
gasten
en
de
eigenaar
verbleef
er
elk
jaar
inden
jachttijd.
Ook
zijn
echt
-
genoote
vertoefde
soms
maanden
achtereen
met
haar
beide
zonen
op
het
kasteel.
Baron
van
Zuylen
is
een
pionier
geweest
van
het
automobilisme.
Hij
was
geïnte
-
resseerd
inde
autofabrieken
van
Dyon
&
Bonton
en
Panhard
Levassor.
Bovendien
is
hij
een
reeks
van
jaren
voorzitter
geweest
van
de
Automobile
Club
de
France.
In
Juli
1898
was
hij
de
leider
van
den
eersten
auto-wedstrijd
Parijs—Amsterdam
en
terug,
waarbij
twee
groepen
van
deelnemers
werden
onderscheiden.
Vooreerst
de
„touristen”,
die
op
hun
gemak
reden
en
in
vijf
dagen
den
geheelen
afstand
zouden
afleggen
(wat
wij
tegenwoordig
een
betrouwbaarheidsrit
noemen).
Maarde
tweede
categorie,
die
van
de
snelrijders,
zouden
hetzelfde
traject
doen
inden
ongelooflijk
korten
tijd
van
drie
dagen!
Ook
waren
er
„motorcyclcs”,
of
motorwielen,
en
deze
waren
evenals
de
vorige
categorieën
weder
in
verschillende
groepen
onder
verdeeld.
Het
was
zoo
uitgerekend
dat
allen
op
denzelfden
dag,
9
Juli
1898,
te
Amsterdam
zouden
aankomen.
Dat
was
een
gebeurtenis
van
belang.
Een
commissie
van
ontvangst,
waarin
o.a.
onze
„minister
van
sport”
C.
A.
A.
Dudok
de
Wit,
de
kapitein-adjudant
der
artillerie
(later
generaal
en
stelling-commandant)
A.
N.
J.
Fabius
en
de
revue-schrijver
A.
Reyding,
zitting
hadden.
Op
den
grooten
morgen
stond
aan
het
eindpunt,
dc
Weesperzij
bij
de
fabriek
van
Blooker,
dc
commissie
netjes
en
correct
opgesteld.
Maar
toen
de
eerste
wagen
uiteen
stofwolk
naderde,
stoven
al
de
hecren
angstig
uiteen
en
zochten
overal
dekking.
Aan
zulk
een
vaart
was
nog
niemand
gewend,
maarde
wagens
stonden
toch
verrassend
gauw
stil.
Eerst
kwamen
de
racers,
daarna
de
„touristes”
en
daarbij,
ineen
der
grootste
wagens,
de
president
baron
Van
Zuylen
en
zijne
echtgenoote
nëe
baronne
de
Rothschild.
Zij
zelve
zat
aan
het
stuur
en
als
eenige
chauffeuse
had
zij
den
geheelen
afstand
afgelegd,
zooals
zij
ook
op
den
terugrit
zou
doen.
Ue
hooge
wagens
(men
noemde
zoo’n
vehikel
„een
bedstee
op
wielen”)
waren
geheel
grijs,
door
modder
bespat.
De
rijders
zagen
er
onoogelijk
uit,
in
grove
pakken
van
zeildoek,
de
platte
petten
met
stormbanden
om
het
hoofd
vastgemaakt,
met
zwart
gaas
en
dikke
stofbrillen
voor
de
oogen,
en
daarbij
geheel
met
stof
overdekt.
Dien
avond
was
er
groot
diner
ten
huize
van
den
voorzitter,
den
heer
Joan
H.
Schmitz
inde
Plantage
Middellaan.
In
zijn
toast
op
de
Koningin
stelde
baron
van
Zuylen
aan
zijn
medeleden
voor,
om
bij
de
Inhuldiging
ergens
in
Amsterdam
een
eerepoort
op
te
richten.
Dit
plan
werd
met
groote
geestdrift
begroet.
Den
volgenden
dag,
dat
was
een
Zondag,
waren
de
meeste
wagens
in
het
Paleis
voor
Volksvlijt
tentoongesteld
en
ze
trokken
de
grootste
belangstelling,
maar
het
publiek
haalde
den
neus
op
voor
deze
monsterachtige,
vieze
wagens,
die
nog
volstrekt
niet
waren
gereinigd.
Dat
was
nu
weer
iets
voor
die
dolle
Franschen!
Nu,
er
zouden
veel
ongelukken
van
komen
en
dan
zou
het
wel
gauw
weer
overgaan.
Men
besefte
nog
niet,
dat
het
integendeel
hoe
langer
hoe
erger
zou
worden.
Enkele
weken
later,
in
September,
stond
op
het
Leidscheplein
tegenover
den
Schouwburg,
een
eerepoort
als
huldebetoon
van
de
Automobile
Club
de
France.
Laat
ons
na
dit
intermezzo
met
de
snelheid
vaneen
autobus
naar
het
kasteel
de
Haar
tcrugkeeren.
Het
is
niet
mogelijk
om
ineen
kort
bestek
een
volledige
beschrijving
te
geven
van
deze
omvangrijke
bouwwerken,
we
moeten
ons
dus
tot
eenige
hoofdzaken
bepalen.
Eendoor
torens
geflankeerde
poort
met
een
valbrug
72