Tekstweergave van GA-1933_MB020_03007
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSÏELODAMUM
techniek
verklaart.
Wie
denkt
niet
dadelijk
aan
Hobbema
bij
zijn
geschilderde
boschgezichten
?
Is
er
geen
bedenkelijke
gelijkenis
tusschen
de
fraaie
aquarellen
met
molens
van
Anthonie
van
Borssum
en
Hulswit?
Eenige
jaren
geleden
werd
mij
dooreen
kunsthandelaar
hier
ter
stede
een
teekening
van
Hulswit
vertoond,
die
ik
later
nog
eens
terugzag
in
andere
handen,
toen
echter
onder
van
Borssum’s
naam.
In
het
Museum
Fodor
kon
ik
onlangs
een
vruchtbare
vergelijking
maken
tusschen
de
twee
hier
afgebeelde
boschgezichten
van
Adriaen
van
de
Velde
en
Hulswit
(afb.
3
en
4).
Ze
zijn
niet
identiek;
ter
oefening
van
zijn
hand
echter
volgde
Hulswit
teekeningen
van
de
klassieke
meesters
ten
deele
na
en
maakte
zich
zoodoende
hun
werkwijze
eigen.
Dat
hij
daarmee
niet
de
minderwaardige
bedoeling
had,
zijn
voorbeelden
te
vervalschen,
blijkt
genoegzaam
uit
het
feit,
dat
hij
vele
dezer
eigen
producten
signeerde
en
dat
inden
catalogus
zijner
collectie,
die
na
zijn
dood
in
1822
onder
den
hamer
kwam,
naast
een
aantal
origineele
teekeningen
uit
de
17de
eeuw,
die
van
hemzelf,
en
daaronder
weer
zijn
copieën
naar
Adriaen
van
de
Velde
en
anderen,
bij
name
worden
genoemd.
Integendeel,
doordrongen
van
het
besef,
dat
alleen
door
studie
van
de
oude
meesters
de
nationale
kunst
kon
herleven,
bewees
hij,
met
menig
tijdgenoot,
zijn
voorbeelden
een
zekere
eer
door
ze,
dikwijls
in
dagenlange
overgave,
na
te
volgen:
repetita
iuvant.
Het
feit,
dat
Hulswit-teekeningen,
in
Rembrandts
geest
opgevat,
heeft
vervaardigd,
is
dus
begrijpelijk.
Helaas
ook
het
feit,
dat
de
bescheiden
naam,
die
ze
plachten
te
dragen,
niet
aan
alle
bezitters
gelijke
bevrediging
heeft
ge
-
schonken.
J.
Q.
van
Regteren
Altena
HET
SCHRIFT
OT
REM
BRANHT’S
PORTRET
VAN
MARTEN
LOOTEN
Voor
de
eerste
maal
heeft
drs.
W.
J.
Kat
een
bestrijder
gevonden,
die
ineen
uitvoerig,
gedocumenteerd
betoog
zijne
lezing
van
den
brief
betwist.
Dr.
J.
F.
M.
Sterck
heeft
in
de
Zondagsbede
(behoorende
bij
„de
Maasbode”)
van
27
November,
bij
afbeeldingen
van
het
portret
en
van
het
schrift,
een
artikel
geschreven
over
„De
juiste
beteekenis”.
In
hoofdzaak
volgt
het
hier.
„Een
aandoenlijke
romantische
beteekenis
wordt
in
die
vier
regels
gelegd,
die
een
openbaring
zouden
geven
van
Rembrandt’s
gemoedsleven
inden
eersten
tijd
van
zijn
verblijf
te
Amsterdam
in
1681
—1632.
„Een
geneesheer,
drs.
W.
J.
Kat,
heeft
in
dien
geest
zijn
diagnose
gesteld
over
het
raadselachtige
opschrift.
En
zonder
een
oogenblik
van
twijfel,
zooals
men
dat
vaneen
medicus
mag
verwachten,
vastgesteld,
dat
daar
deze
verklaring
van
Rembrandt
te
lezen
is:
Marten
Booten.
XVII
Januwarij
1632.
Eensaem
was
mij
Amsterdam
(Uw)
gezelscap,
vrienschap
yrst
gafen
mij
onvergetelijke
rust
ontstaen
uit
(een)
ijndl(ooze)
Agting.
R.
H.
L.
„Om
zulk
een
oplossing
te
bewijzen,
zou
de
tekst,
met
de
lezing
woord
voor
-
woord
er
boven,
afgedrukt
moeten
worden.
Dit
heeft
drs.
Kat
verzuimd,
zoodat
niet
blijkt
verbatim,
waar
de
opgeloste
woorden
te
vinden
zijn.
Waaruit,
b.v.
haalt
dr.
Kat
het
woord
Amsterdam
op
den
eersten
regel
?
geen
letter
is
daar
zelfs
te
vinden,
die
in
dezen
naam
voorkomt.
Zoo
is
het
met
de
geheele
lezing
van
drs.
Kat;
men
moet
maar
op
goed
geloof
aannemen,
dat
er
staat,
wat
hij
leest,
zonder
bewijzen.
Hij
zegt,
dat
de
oplossing
geschiedt
volgens
een
„chemisch-optische
methode
,
waaraan
hij
vele
jaren
had
besteed.
Jammer,
dat
deze
dokter
zijn
methode
geheim
houdt,
want
daardoor
wekt
zij
wel
eenig
wantrouwen.
Toch
schuilt
er
niets
geheim
-
zinnigs
achter
den
brief,
wanneer
men
dien
maar
wat
minder
romantisch
beschouwt.
Laten
we
dan
ook
liever
die
klacht
van
Rembrandt
over
zijn
„eensaemheit
eens
7