Tekstweergave van GA-1933_MB020_03003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMuM beschouwt waarop een minnend paar zich gaat verliezen ineen tuin met vazen en bloemen en prieelen en die het welsprekende opschrift draagt: „O! Werelts Lusthof”. De Engelschen zijn terecht opgetogen over het eenvoudig-nadrukkelijke grafschrift vaneen hunner dichters in Westminster Abbey: „O rare Ben Jonson!”. Naar mijn indruk doet „O! Werelts Lusthof” daar niet voor onder. Het is een ge - noegen op te merken dat in ’t bizonder de ets naar dezen precieusen steen uitnemend geslaagd is. F. Schmidt-Degener Van dein het hierboven aangekondigde kunstwerk bedoelde gevelsteenen zijn de meeste uit Amsterdam, want slechts twee of drie zijn van elders afkomstig. In de portefeuille zijn opgenomen: „Inde Peilcaan”, anno 1791, afkomstig uit Elburg, thans Rijksmuseum; „In Emaus” 1626, uit den gevel van perceel Elandsstraat 182, thans Rijksmuseum; „De Melkmeid”, 1603, thans ingemetseld inden muur van het Burgerweeshuis; „O, Werelts Lusthof”, tweede helft 17e eeuw, vroeger inden gevel Taanstraat 17, thans ingemetseld inden Noord-gevel van den Druckeruitbouw van het Rijksmuseum; „Busschenschut”, Rapenburgstraat 157; ~D’ Kooning David”, vroeger boven een poortje op Uilenburg, thans ingemetseld ineen pak - huis op de Oudeschans; „In die vergulden Cat”, 1664, Leidschegracht 97; „Lang Gewagt”, Wijdesteeg 17; „De Witte Oliphant”, gemetseld inde school inde Batavier - straat 16; „D 3 Fontyne”, Baangracht 189; „De Fortuyn”, eerste helft der 17e eeuw, Rijksmuseum, in 1896 aangekocht op de veiling jhr. van den Bogaerde van Moergestel te Maastricht; „Al Niet”, Rijksmuseum, vroeger inde Smaksteeg; „Inde Stat van Grol”, Rijksmuseum, herkomst onbekend; „De Vergulde Wagen”, 17e eeuw, Korte Leidschedwarsstraat 69; ~S’ Jakobs Poort”, Rijksmuseum, vroeger Kalverstraat hoek Taksteeg; „D Horendrager”, ingemetseld inden muur van het Burgerweeshuis en afkomstig uit den gevel vaneen huis op de Palmgracht; ~D 3 Swarte Molle”, ingemetseld inden muur van het Burgerweeshuis, afkomstig vaneen huisje in den Duvelshoek. KON. OUDHEIDKUNDIG GENOOTSCHAP In het jaarverslag van het Oudheidkundig Genootschap zijn een drietal studies opgenomen, van beteekenis voor de kunstgeschiedenis en voor een groot deel ook voor Amsterdam. Mr. A. Staring schrijft over den gevierden Amsterdammer Jacob de Wit (1695 —1754), schilder van plafonds- en altaarstukken, een van de vele „Witjes”, de kleine grisailles meest met kinderfiguren, waarop zijn populaire roem grooten - deels berust. Jacob de Wit was een kunstenaar die den grooten naam der Hollandsche schilderschool nog inde 18e eeuw alle eer heeft aangedaan. Den Amsterdamschen magistraat zegt de schrijver kan men niet verwijten, dat hij dezen dissenter op den achtergrond gehouden heeft. In het Mozes-stuk van het Raadhuis heeft hij De Wit de grootste opdracht verleend, die een 18e-eeuwsch kunstenaar ten deel viel. Maar dit stuk, bestemd voor de rijke, maar ernstige omgeving van het Raadhuis, was noodzakelijkerwijs vaneen te austeer karakter om de volledige ontplooiing van De Wit’s gaven mogelijk te maken. De definitieve uitvoering van dit reusachtige, knap gecomponeerde stuk, staat verre ten achter bij de vele geteekende en geschilderde voorstudies. Het gemiddelde peil van De Wit’s talrijke werken is echter merkwaardig hoog, en vooral onder zijn zolder - stukken zijn er weinige, die niet van degelijk genatte zijn. Een voorbeeld daarvan geeft de afbeelding die deze studie vergezelt, te weten van de praentige plafond - schildering van 1758, voorstellende Apollo tronend op de wolken met Minerva en de negen muzen, die afkomstig is uit het huis „Marseille”, Keizersgracnt 401. (Zie den vorigen jaargang van dit maandblad, blz. 79). Het was reeds vroeger als bruikleen in net Rijksmuseum tentoongesteld en het werd in April van het vorige jaar door het K.O.G. aangekocht op de veiling van de collectie-de Stuers. Nu is het weder inde voorzaal van het Genootschap aangebracht, om daar te blijven. 3