Tekstweergave van GA-1933_JB030_00292

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Om de felheid van het Gerecht tegen dit soort schotschriften te begrijpen, dient men wel het verloop der politieke situatie van Holland int algemeen, en van Amsterdam in 't bijzonder int oog te houden. Sedert de premie op ’t aanbrengen van auteur of drukker van dat pseudo-tractaat gesteld was, was de Prins plotseling overleden (6 November 1650), waardoor de Regentenpartij weer oppermachtig werd: het z.g. eerste Stadhouderlooze tijdperk is nu aangebroken. En al bleven de leiders van het Amsterdamsche verzet tegen de politiek der Oranjes, de invloedrijke Andnes en Cornehs Bicker ook uit het Magnificat, het regeerend Burgemeesterschap van Amsterdam, uitgestooten, dit door den jongst overleden Oranje-Prms zoo diep vernederde broederpaar kon zich toch om den smaad, hun aangedaan, wreken. Tegen de Blekers zelfs in ’t geniep te schrijven, zou tot 3 Augustus 1650 de vrede van Amstelveen als ’n hatelijk bewijs van Prinsgezindheid te Amsterdam gelden; vanaf dien datum tot 6 November van dat jaar ’s-Prmsen sterfdag was het 'n stellmgnemen inde Amsterdamsche kuiperijen van de Regenten onderling om ’t hoogste gezag; doch na 6 November 50 werd zulk bedrijf als met minder dan staatsgevaarlijk gebrandmerkt E De prijs op ’t hoofd van den schrijver of den drukker van dat Engelsch-Amster - damsch verdrag gesteld, leidde tot de arrestaties te Amsterdam zoowel van Willem Breekevelt, den 25-jangen Haagschen boekdrukker, als van diens oudsten broer Jan, die in Leiden een drukkerij bezat 2 . Zij werden door Amsterdams Schout en Schepenen 3 van 6 December 1650 tot 18 Januari met de meeste zorgvuldigheid uitgehoord. 1 H. Brugmans: Geschiedenis van Amsterdam 111 (Amst., 1930) 239 vlg. geeft ’n helder inzicht in het verloop van het duel tusschen Prins Willem II en Amsterdam, en het veroveren van het mag - nificat door Cornehs de Graeff. Voor het gekonkel tegen de Bickersche liga zie Johan E. Elias; Geschiedenis van het Amsterdamsche Regentenpatriciaat (’s-Grav., 1923) 129 vlg. 2 Rechterlijk Archief, in het Oud-Archief der gemeente Amsterdam, No. 308 (Confessiën van Gevangenen) f. 173 vlg. 3 Schout: Cornelis de Vlaming van Oudtshoorn, 1613 —’88. Schepenen: Hendnck Dirksz Spiegel, 1598 —1667; Jan van de Poll, 1597 —1678; Joan Huydekooper, 1599 —1661; Dr. Cornehs Witsen, 1605 —’69; Mr. Joris Jorisz Backer, 1607 —'66; Mr. Gerrit Reynst, 1599 —1658; Mr. Simon van Hoorn, 1618 —'67; Gerard Klaasz Hasselaar, 1620 —'73, en Nicolaas Pancras, 1622 —78. Lijstje overgenomen uit [H. Woordkerk:] Handvesten der stad Amsterdam, Iste stuk (Amst., 1748), en de jaartallen van geboorte en overlijden uit Joh. E. Elias: De Vroedschap van Amsterdam 1578 1795 (Haarlem, 1903—'05). 221