Tekstweergave van GA-1933_JB030_00205
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Verlaen,
in
1657
gecalligrafeerd
door
Coppenol
en
getiteld
„Pligten
vaneen
oprecht
Christen”.
Dit
zal
eveneens
een
schriftuurlijk
vers
zijn
geweest,
op
verzoek
van
den
schoonschrijver
vervaardigd.
Verlaen
(1622—c.
1665),
een
timmermanszoon,
werd
op
denzelfden
dag
als
Lieven
Jr.
bij
de
Waterlandsche
Gemeente
te
Amsterdam
gedoopt
(17
Febr.
1641).
Te
Leiden
tot
doctor
medicinae
gepromoveerd
op
een
dissertatie
De
scorhuto
(1642),
vestigde
hij
zich
te
Amsterdam
als
geneesheer
en
werd
tevens
wegens
zijn
redenaarstalent
voorganger
bij
de
Doopsgezinden.
Bovendien
blonk
hij
uit
in
kennis
van
het
Hebreeuwsch,
Arabisch
en
andere
Oostersche
talen
en
bezat
hij
op
dat
gebied
een
uitgebreide
bibliotheek.
Behoorend
tot
den
Doopsgezinden
kring,
waarmede
Vondel
ook
na
diens
overgang
tot
het
Katholicisme
door
banden
van
familie
en
vriendschap
bleef
gelieerd,
was
hij
in
1646
getrouwd
met
Vondel
s
nichtje
Abigaël
Schouten,
weduwe
van
den
koopman
Gerbrandt
Anslo,
wiens
huwelijk
eenmaal
door
Vondel
was
bezongen.
Ook
Gerbrandt
Anslo,
„brengende
op
sijn
tijd
te
pas,
wat
hij
inde
boecken
las”
(zooals
Vondel
zegt)
was
een
ervaren
kenner
der
Oostersche
talen
geweest.
In
1658
maakte
Vondel
een
bruiloftslied
ter
gelegenheid
van
het
huwelijk
van
Verlaen’s
stiefdochter
Aaltje
Anslo
met
Coppenol’s
neef
Michiel
Block.
In
het
Rembrandtshuis
te
Amsterdam
bevindt
zich
als
geschenk
van
Dr.
J.
F.
M.
Sterck
een
ongedateerden
brief
van
Frederick
Francken,
waarin
door
den
schrijver
verzocht
wordt
hem
een
calligrafisch
product
van
de
hand
van
Coppenol
toe
te
zenden.
De
brief
luidt
aldus:
„Eersamen
discreten
Mr.
L.
van
Coppenol.
„Mij
soude
een
sonderlinge
aengenaemheyt
geschieden
soo
wanneer
UL
„beliefde
mij
te
vergunnen
een
schriftken
van
UL
handt
aan
het
selve
te
„voeghen
bij
de
weijnighe
welgeschrevene
die
lek
hebbe,
kan
lek
UL
„wederom
eenighen
dienst
offte
vnendtschap
doen
zult
mij
bereijt
vinden
„waarmede
Gode
bevolen.
UE
Dienstwilhgen
FREDERIK
FRANCKEN.
Wij
kunnen
den
brief
met
vrij
groote
zekerheid
in
1657
dateeren,
immers
de
uit
Haarlem
afkomstige
boekhouder
Frederick
Francken
behoorde
tot
den
voren
-
geschetsten
kennissenkring
van
Coppenol.
Hij
was
in
1640
getrouwd
met
Phebe
Drewe,
een
dochter
van
John
Drewe,
die
m
1607
in
Engeland
met
eenige
andere
Brownisten
voor
het
gerecht
in
Engeland
was
gedaagd
en
naar
Holland
was
134