Tekstweergave van GA-1933_JB030_00104

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Terwijl de Vecht als een eertijds open rivier langs beide oevers flinke dijken vertoont, is er langs den Amstel evenals langs het Spaarne slechts aan de westzijde een lage kade, maar ligt de oostzijde open en met de rivier gemeen, zoodat zonder afsluiting van Amstel en Spaarne geen bewoning van Amstel- en Rijnland mogelijk zou zijn geweest. Nog steeds houdt de „goldrush , van welke de heer Fockema Andreae gewaagt, aan. Dat een dergelijke haastige exploratie onzer geschiedbronnen weinig nuttig effect oplevert, blijkt uit de allerlaatste „Belangrijke vondst , voor welke wederom een simpele eigendomsakte, welker strekking de schrijver niet begreep, de aanleiding was. De heer Oldewelt achtte deze vondst zoo belangrijk, dat hij deze, verwijzende naar een te volgen artikel in dit Jaarboek, reeds in het „Algemeen Handelsblad” dd. 5 Febr., heeft medegedeeld. Zijn uitgangspunt vormt een kade of dijkje, de Zijdewind, ongeveer ter plaatse van de Oude Heerengracfu (of Singel?) vermeld, als „grens der Stadsvrijheid" ineen eigendomsakte van het Karthuiser Klooster, dus na 1394. Daar deze ligging volgens zijn meening niet zou strooken met den stand der steenen kolommen, die Jacob van Deventer omstreeks 1560 op zijn op maat geteekende kaart aangeeft, wordt door den heer Oldewelt nu apodictisch verzekerd, dat de stand der steenen kolommen foutief is geweest. Zonder zich voldoende op de hoogte te stellen, zouden de burgemeesters, die in 1554 op verkeerde plaatsen hebben doen oprichten! Hoewel er inde handvesten erg wordt gehaspeld met den naam vrihede of vrijheid, is het in dit geval, immers na 1394, met anders dan de binnenste grens der jurisdictie. De buitensingel van na de vergrooting van 1387, vormde de binnenste grens der toenmalige jurisdictie, de buitengrens der jurisdictie was die, welke door de steenen kolommen aan de toegangs - wegen juist en wettig was aangegeven. Had de heer Oldewelt Wagenaar dl. 111, bl. 2, geraadpleegd, dan zou hem zijn gebleken, dat de grenzen der stadsvrljheid nimmer een zoo gebroken lijn hebben gevolgd, als hij die wil aannemen. Uiteen akte van Schepenen van 8 Juni 1589 blijkt dat „die pilairen designeerende de limiten deser Stede en buyten de regulierspoort en de haarlemmerpoort op malcander respondeerden in de winckelhaeck , precies zoo als dit met een hoek van 90 graden bij van Deventer valt na te meten. De buitenste grens der Stadsvrijheid werd inde periode, toen het Karthuizer Klooster werd gesticht (1394) dus aangegeven dooreen denkbeeldige lijn, die van den toenmahgen Haarlemmerdijk, thans bij de Willemstraat, liep over het Leidscheplein naar den Amstel bij de Kerkstraat en dan naar de püair bij het Leprozenhuis aan den Sint Antonisdljk. Omtrent de scheidingslijn van de stedelijke vrijheid en het Amstelveensche dorpsgebled zijn wij, juist ten aanzien van deze laatste pllair, nauwkeurig ingelicht, dooreen akte van Schepenen van Amsterdam van 1561, dienende om te constateeren, dat de Baljuw van Amstelland geen recht van justitie had binnen Amsterdam. Naar aanleiding vaneen in 1322 voorgevallen executie, werd daarin vastgesteld, dat deze was geschied buiten de „Vryheyt der stad inden ban van Amstelveen. De delmgquant was uit de stad geleid en onthoofd, „buyten dat heek doen aldaer staende, daer nu deser Stede Pllairen van de vryheyt deser Stede gestelt es”. Dit heek of de (voor) balie, de stedelijke tolboom stond aan het einde van het bultenpoortsche stadsgebied. 36