Tekstweergave van GA-1933_JB030_00076
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
teerd,
dat
alle
bodemvondsten,
waarbij
vast
muurwerk
werd
aangetrofïen
inden
vorm
van
zware
muragiën,
trappen,
of
torenfundament,
alle
zich
concentreeren
tusschen
Damrak
en
Nieuwendijk,
naar
het
noorden
strekkende
tot
de
Manden
-
makerssteeg
en
naar
het
zuiden
tot
voorbij
de
Vrouwensteeg.
Zeer
nauwkeurig
valt
aan
te
geven,
waar
de
oudste
der
bekende
vondsten
moet
worden
gezocht.
Het
is
die
welke
vermeld
wordt
inde
Latijnsche
editie
van
Pontanus.
De
daar
-
achter
toegevoegde
beschrijving
van
Haemrode
vermeldt,
dat
toen
in
1564
zekere
Anthonie
Bontekoe,
eigenaar
van
het
reeds
genoemde
huis
Hinlopen
(thans
Nieuwendijk
No.
153)
een
beerput
deed
graven,
dus
blijkbaar
in
het
achtergedeelte
van
zijn
huiserf,
deze
daar
inden
bodemde
fundamenten
van
de
torens
heeft
gevonden.
Niet
minder
merkwaardig
is
de
door
Von
Zesen
als
tweede
vermelde
vondst
achter
het
huis
van
den
schepen
Joan
Blaeu,
de
bekende
drukker
en
uitgever
van
kaarten
en
atlassen.
Deze
heeft,
gelijk
uit
verschillende
bronnen
blijkt,
gewoond
in
het
zuidelijke
hoekhuis
van
de
Mandenmakerssteeg
op
het
Damrak.
Achter
diens
huis,
of
mogelijk
wat
meer
naar
de
zijde
van
de
Vrouwensteeg,
dus
ook
weer
dicht
bij
die
vondst
van
1564,
kwam
daar
een
eeuw
later
aan
het
daglicht
~eme
alte
stemerne
Treppe”,
welke
zooals
deze
schrijver
getuigt,
deel
moet
hebben
uitgemaakt
vaneen
zwaar
gebouw
of
kasteel,
dat
daar
m
oude
tijden
gestaan
had.
Terwijl
dus
hier
de
aanwijzingen
zijn
voor
de
ligging
van
het
hoofdgebouw,
dat
zich
met
zijn
torens
als
een
versterkt
huis
doet
kennen
men
denke
aan
den
passus
„cum
domibus,
munitionibus”
inde
oorkonde
van
1282
bevestigt
ook
een
kantteekening
van
Pontanus
juist
deze
plaats
als
die
der
ligging
van
het
eigenlijke
verblijf
of
de
woning
der
van
Amstels.
Wanneer
namelijk
een
toelichting
bij
den
tekst
van
Haemrode
over
de
plek
der
zware
muragiën
noodzakelijk
is,
voegt
hij
daaraan
toe:
„Dit
Gasteel
stont
tusschen
D
Ammerac
en
den
Nieuwendyk
bijna
recht
tegenover
de
Oude
Kerksthoorn.”
Het
is
duidelijk,
dat
wij
nu
ook
de
Lieve
Vrouwenkapel
met
dat
hoofdgebouw
van
het
kasteel
m
verband
mogen
brengen.
Bij
Cornehs
Anthonisz
is
de
plek
waar
deze
tot
kort
na
1578
gestaan
heeft
zeer
nauwkeurig
aangewezen,
namelijk
daar
waar
aan
den
Nieuwendijk
aan
de
noordzijde
der
Vrouwensteeg
twee
winkelhuizen
gelegen
zijn,
en
ook
langs
een
deel
der
steeg
zelve.
Ook
hier
denkt
Von
Zesen
bij
het
bericht
over
de
handdikke
vloersteenen
aan
het
Amstelslot.
Te
minder
reden
is
er
om
aan
de
bestemming
van
dit
gebouw
als
kasteelkapel
te
14