Tekstweergave van GA-1932_MB019_00051

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM De afgetreden tramdirecteur. —- Ir. D. H. Stigter schrijft in ~De Loco - motief”, officieel orgaan der Ned. vereen, voor locaalspoor- en tramwegen, over den afgetreden directeur van de Amster - damsche gemeentetram, den heer T. E. van Putten: „Jarenlang is de gemeentetram Am - sterdam een prettige geldafdraagster geweest en de vele millioenen, waarvan ineen particulier bedrijf toch zeker een belangrijk deel voor mogelijk komende minder gunstige jaren gereserveerd zou zijn geworden, zijn zonder meer inde hongerige maag van de gemeentekas verdwenen. Het is ondoenlijk in dit korte bestek de maatregelen te noemen en te bespreken, die de heer Van Putten inde laatste tien jaren heeft voorgesteld, noch ook is het mogelijk te vertellen, welke maat - regelen tenslotte met en welke tégen zijn zin zijn genomen. Als openbaar vervoermiddel was het trambedrijf bloot - gesteld aan de , kritiek van Jan en alleman en allengs is in gemeenteraad en pers een strijd ontstaan, waarbij de zuiver zakelijke kwesties met de persoon - lijke leiding van den directeur schrome - lijk door elkaar gehaspeld werden en waarbij maar al te zeer en al te vaak uit het oog verloren werd, dat de directie niet aansprakelijk gesteld kan en mag worden voor de gevolgen van wettelijke bepalingen en van beslissingen, die door een boven hem gesteld lichaam, den gemeenteraad, zijn genomen. Het moet ons aller vriend Van Putten want dat is hij in onze tramwegwereld ook buiten onze grenzen gebleven een grievende teleurstelling zijn geweest, dat hij thans vaneen bedrijf, dat hij gemaakt en uitstekend geleid heeft, afscheid moet nemen onder omstandigheden, die niet in overeenstemming zijn met de waar - digheid, die hij volkomen heeft verdiend.” Het Sophiapark. - In zijn artikel getiteld „een Amsterdamseh gebruik van het woord „park” (blz. 32 en 33), maakt dr. M. Boas melding van het thans niet meer aan te wijzen „Sophiapark” en hij deelt mede dat het nog niet voorkomt op de kaart van J. Kuyper uit 1876, echter wel op den ongedateerden (vermoedelijk omstreeks 1870 versche - nen) plattegrond van D. Brouwer, als - mede op den 1877 gedateerden platte - grond van A. Braakensiek. Een gewaar - deerd medelid, mr. J. van Binsbergen, heeft ons medegedeeld, dat het Sophia - park eveneens duidelijk is aangegeven o met den naam voorzien, op den „Nieuwe volledige Plattegrond van Amsterdam, benevens de ontworpen grachten, straten, enz.”, verschenen bij G. L. Funke in 1872. De heer van Binsbergen is zoo vriendelijk geweest (Ais zijn exemplaar van dit duidelijke kaartje, in kleurensteendruk uitgevoerd, trr inzage te zenden. Het is in verschil - lende opzichten kenmerkend voor den tijd waarin het verscheen. Buiten de Singelgracht is nog weinig veranderd, laaar toch is de Vondelstraat reeds gebouwd tot aan de ~R. C. kerk in aanbouw”. Daar inde nabijheid is de Hereeniging aangeteekend, benevens het „Bouwterrein voor een nieuw weeshuis”. Evenwijdig aan het Schapenburgerpad is met stippellijnen een toekomstige straat aangegeven met den naam ~Nieuwe Vondelstraat”. Een bewijs dat de naam van de P. C. Hooftstraat toen nog niet vast stond. Op het open terrein tegenover de Weteringbarrière staat het % - inert hen ter bij de Mennoniten Sloot, en ten oosten daarvan ligt een uitge - strekt, in vakken verdeeld bouwterrein, waar de Pijp zou verrijzen. Zoo geeft dit kaartje een aardig toekomstbeeld van Amsterdam inden eersten tijd van de uitbreiding, welke eerst in het volgende tiental jaren op groote schaal zou worden voortgezet. Het 50-jarig bestaan van de hol - '.andsche manege. Wij hebben reeds medegedeeld (op blz. 32) hoe eender veerschillende rijclubs die inde manege inde Vondelstraat hun zetel en oefenings - terrein hebben, de Amsterdamsche Rij- Societeit, op 6 Februari een feestavond heeft gehouden. Inden aanvang van deze maand April zal vanwege de directie der manege echter een groot feest worden gegeven, om het 50-jarig bestaan met allen luister te vieren. De 43