Tekstweergave van GA-1932_MB019_00046

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM kleur (rood en geel dooreen), in ruw weder verschoot het oranjedoek, het werd vaal en was onpractisch in het gebruik. Na eenigen tijd hechtte men niet zoo sterk meer aan het oranje, zoodat ook een rood-wit-blauwe vlag den welsprekenden naam kreeg van ~princevlag”. Een sprekend bewijs daarvoor, is een groote bestelling van vlaggedoek in Indië, ten jare 1634, waarbij behalve blauwe en witte stof, voor de bovenste baan een over - eenkomstige hoeveelheid gekleurde stof werd opgegeven „Root oft Orangie”. Dat wilde dus zeggen inde eerste plaats en het liefst roode, maar het mocht ook oranjestof zijn. In ieder geval, het oranje is inde princevlag steeds meer in onbruik gekomen en het staat vast, dat het na 1639 slechts weinig, en na 1663 in het geheel niet meer inde driekleur voorkwam. Na 1650, in het eerste stadhouderlooze tijdperk, werd de rood-wit-blauwe princevlag ter zee reeds algemeen gevoerd, maar daaruit mag niet worden afgeleid dat dit om politieke, of anti-orangistische beweegredenen werd doorgedreven. Evenmin dat de zeemacht tegen Oranje is geweest, zij was integendeel vurig prinsgezind en Oranjehovend. Inden tweeden Engelschen oorlog (1665 67) was rood-wit-blauw de algemeene landsvlag geworden en heeft b.v. bij Chatham van alle Hollandsche schepen gewaaid. Toen in het veelbewogen jaar 1672 de gebroeders De Witt waren vermoord en „ons Prinsje nog zoo klein” door den volkswil tot Stadhouder was verheven, toen ware het tijdstip gekomen om het ~ oranje-blanje-bleu in eere te herstellen, indien althans die vlag als het ware symbool van oranjegezindheid was beschouwd. Doch ziehier nu de proef op de som: de vlag bleef ongewijzigd en Willem 111 zelf heeft blijkbaar op'het herstel van de nu reeds lang in onbruik geraakte oranjebaan geen prijs gesteld. De groote slagen inden derden Engelschen oorlog, bij Schooneveld en Kijkduin, zijn be - vochten onder de princevlag en Cornelis Tromp, die vurige Oranjeklant, voerde haar dubbel, tweemaal de roode, nooit een oranjebaan boven. Het rood-wit-blauw is onveranderd in gebruik gebleven gedurende de geheele 18e eeuw en in 1796 bepaalden de Staten-Generaal 0.a.: „dat voortaan en in het toekomende de nationale vlag van dezen Staat zal zijn de gewoone en altoos in gebruik geweest zijnde Bataafsche of zoogenaamde Hollandsche vlag, bestaande in drie evenwijdige en horizontale banden van gelijke breedte, en van welken de bovenste rood, de middelste wit of ongekleurd, en de benedendste blaauw gekleurd is”. Bij het herstel onzer onafhankelijkheid en na de stichting van het Koninkrijk dei Nederlanden, is het rood-wit-blauw als de nationale vlag in eere hersteld en gebleven tot dezen dag. Het is verwerpelijk om op allerlei schijngronden daarnaast een tweede vlag te laten waaien, want er is maar één wettelijke vlag, in alle zeeën erkend en gelukkig geëerd. Geen overwegingen van politieken, godsdienstigen of anderen aard mogen aanleiding zijn om daarin verandering te brengen. Maar om naar ons punt van uitgang terug te keeren, dat ons aanleiding heeft gegeven tot deze herinnering. Inde vele boven bedoelde strijdschriften hebben de tegen - standers van hetgeen reeds door De Jonge in 1831 was aangevoerd, zich beroepen op een feit om te bewijzen, dat het rood-wit-blauw reeds bestond inden Bourgondischen tijd! Op het schilderij van Amsterdam-in-vogelvlucht, door Cornelis Anthoniszoon m 1536 vervaardigd, kwamen duidelijk vlaggen voor in die kleuren! Dat was hun voornaamste bewijsgrond en telkens kwamen zij er weer op terug. Ter Gouw en anderen hielden staande, dat die vlaggen in later tijd moesten zijn overgeschilderd en dat de schilder wel inconsequent zou zijn geweest, omdat hij op zijn houtsneekaart van 1544 alleen vlaggen met het Bourgondische kruis had aangegeven. Het baatte alles niet, want zij klampten zich er altijd weer aan vast als het plechtanker in een hopelooze zaak. Nog sterker dat hetzelfde argument in onze dagen weder voor den dag is gehaald. Enkele jaren geleden kwam iemand met de oude bewering aandragen, dat het rood-wit-blauw uit den Bourgondischen tijd dagteekende, want op het schilderij van Cornelis Anthoniszoon van 1536 voerden de schepen onze tegenwoordige driekleur! De man had een van de vele boekjes uit de lange reeks 38