Tekstweergave van GA-1932_MB019_00041
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
„park”
aldus
gedoopt
dooreen
in
zijn
tijd
bekende
persoonlijkheid,
ter
eere
van
een
vriendin
die
inde
omgeving
op
kamers
woonde
en
die
antwoordde
op
den
naam
„Sofietje”.
De
naam
Sophiapark
was
dus
allerminst
van
vorstelijke
herkomst.
Op
de
kaart
van
J.
Kuyper
van
1867
is
het
buurtje
nog
niet
geteekend,
laat
staan
vermeld,
maar
met
naam
en
al
komt
het
voor
op
den
ongedateerden
(A
1870?)
plattegrond
van
J.
D.
Brouwer,
en
op
den
in
ieder
geval
gedateerden
(1877)
van
A.
Braakensiek.
Dit
„park”
heeft
met
zijn
oostelijke
huizenrij
de
normaliseering
der
genoemde
Ie
Helmersstraat
jaren
lang
tegengehouden,
en
eerst
een
jaar
of
wat
geleden
is
die
eene
helft
afgebroken
en
is
een
verbreeding
en
op
peil
brenging
der
straat
mogelijk
geworden;
de
tegenwoordige
nauwe
toegang
der
straat
aan
de
Nassaukade
wordt
door
de
aanwezigheid
van
eenige
bezwaarlijk
te
amoveeren
pcrceelen
vóór
de
voormalige
huizenrij
verklaard.
Oorspronkelijk
was
het
Sophia
-
park
opgenomen
inde
nummering
van
de
Nassaukade,
zooals
ook
gangen
meer
-
malen
mee
tellen
voor
de
straat
waarin
zij
zich
bevinden;
nu
maakt
de
overgebleven
westelijke
huizenrij
deel
uit
van
dele
Helmersstraat.
De
naam
Sophiapark
is
daardoor
van
zelf
tot
ondergang
gedoemd
geworden.
Dan
heeft
men
het
Montefiorepark
inde
Plantage.
Het
is
een
doodloopend,
aan
één
zijde
bebouwd
zijstraatje
van
de
Plantage
Muidergracht
tegenover
het
Physisch
Laboratorium,
genoemd
naar
Sir
Moses
Montefiore
(1784
—1885).
Op
den
bovengenoemden
plattegrond
van
A.
Braakensiek
(1877)
vindt
men
buurt
en
naam
reeds
vermeld.
Officieel
tellen
de
huizen
thans
mee
als
Plantage
Muider
-
gracht,
maar
als
Montefiorepark
staat
het
buurtje
bij
zijn
bewoners
en
bij
die
van
den
omtrek
nog
steeds
bekend.
Inde
derde
plaats
is
het
thans
binnen,
maar
vroeger
buiten
de
gemeentelijke
grenzen
liggende
Johannapark
aan
den
Overtoom,
tegenover
de
Staringstraat,
te
noemen.
Het
draagt
op
zijn
nog
oorspronkelijke
toegangspoort
naast
den
naam
zelfs
het
jaartal
zijner
stichting:
1878.
Eveneens
een
doodloopend,
aan
één
zijde
bebouwd
straatje.
Maar
dit
„park”
met
zijn
zes
huisjes,
was
door
de
gemeente
Nieuwer
Amstel
tot
zelfstandige
straat
verheven
met
eigen
nummering
en
eigen
naam,
en
is
door
Amsterdam
bij
de
annexeering
met
behoud
van
naam
overge
-
nomen.
Zoo
leeft
inden
straatnaam
Johannapark
het
eigenaardig
gebruik
van
het
woord
park,
dat
aan
Mej.
A.
Marg.
van
Gelder,
Amsterdamsche
Straatnamen
p.
60,
in
dezen
naam
nog
onduidelijk
was,
officieel
voort.
lets
verder
op
den
Overtoom
treft
men
boven
een
toegangspoort
den
verweerden
naam
Prinses
Mariepark
aan,
die
den
tijd
der
stichting
verraadt.
De
poort
is
thans
afgesloten
en
te
oordeelen
naar
de
ononderbroken
nummering
der
huizen
aan
weerszijden
(467
—469)
is
er
vaneen
buurtje
geen
sprake
meer.
Maar
geweest
zal
het
er
wel
zijn.
Misschien
kent
eender
lezers
nog
andere
dergelijke
eens
„park”
genoemde
buurten
aan
de
peripherie
van
de
stad.
Een
dergelijk
complex
van
woningen
zou
men
ineen
oudere
periode
een
gang,
een
buurt,
of,
als
het
een
stichting
gold,
een
hof
genoemd
hebben.
Hebben
wij
in
het
invoeren
van
het
woord
„park”
inden
bedoelden
zin
navolging
vaneen
of
ander
buitenlandsch
gebruik
of
alleen
grootdoenerij
te
zien?
Of
schemert
de
oor
-
spronkelijke
beteekenis
van
park
afgesloten,
omperkte
ruimte
-
hier
nog
door?
M.
Boas
WYNAND
POC
KINK
Het
bericht,
dat
de
taveerne
van
Wijnand
Fockink,
inde
Pijlsteeg,
wellicht
gaat
verdwijnen
als
de
Regeering
niet
de
noodige
voorzieningen
treft,
heeft
weer
eens
de
aandacht
gevestigd
op
die
oude
Amsterdamsche
likeurstokers!'irma.
De
oudste
firma
van
dien
aard
hier
ter
stede
is
ze
niet;
ze
dagteekent
van
1679,
terwijl
bijv.
Lucas
Bols
al
in
1575
gesticht
werd.
Maar
ze
is
wel
eender
meest
bekende.
En
voor
een
deel
heeft,
zij
die
bekendheid
zeker
te
danken
aan
haar
geheel
inden
oorspronkelijke!!
staat
bewaard
gebleven
winkeltje
in
bovengenoemde
steeg.
33