Tekstweergave van GA-1932_MB019_00021
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
EEN
OUDE
EIKEN
WENTELTRAP
IN
HET
HUIS
ST.
ANTHONIEBREESTRAAT
52
Aan
ons
medelid
dr.
E.
J.
Haslinghuis,
secretaris
van
de
afdeeling
voor
het
inventariseeren
en
beschrijven
van
de
Rijkscommissie
voor
de
Monumentenzorg,
danken
wede
volgende
bijdrage.
Achter
den
gevel
van
dit
huis,
die
door
velerlei
verandering,
vooral
aan
den
top,
zijn
karakter
zoowat
geheel
heeft
verloren,
bevindt
zich
een
interieur,
dat,
ofschoon
ook
sterk
gehavend,
toch
de
moeite
vaneen
korte
beschrijving
loont,
temeer
daar
het
huis
binnenkort
verbouwd
zal
worden.
Inden,
boven
een
laag
sousterrain
gelegen,
winkel
ziet
men
een
stukje
stucplafond
uit
het
begin
der
18e
eeuw,
dat
oorspronkelijk
de
nu
bij
den
winkel
getrokken,
gang
dekte.
De
winkel
zelf
heeft
oude
geprofileerde
lijstpaneelen.
Hierachter
vindt
men
een
vertrek
met
een
betimmering
en
een
houten
schoorsteen,
en,
inde
aan
de
achterzijde
gelegen
kamer,
waarvan
de
vloer
iets
hooger
ligt,
een
geolied
stuc
-
plafond
in
zwaar
relief,
voorstellend
een
vrouwenfiguur,
die
een
anker
houdt
en,
inde
hoeken,
kindertjes
met
bloemen
enz.
(jaargetijden?);
verder
een
betimmering
met
pilasters
en
een
gemarmerden
houten
schoorsteenmantel
met
spiegelomlijsting,
alles
inden
stijl
van
omstreeks
1725.
In
het
sousterrain
vond
ik
nog
een
snijraam
met
monogram
(AVS?)
opgeborgen.
Het
belangrijkste
echter
en
de
aanleiding
tot
dit
stukje
is
de,
terzijde
van
den
ingang
tot
het
laatstgenoemd
vertrek
geplaafste,
smalle
eiken
wenteltrap.
Deze
gaat
op
uit
het
sousterrain
en
stijgt
met
40
treden,
eenige
malen
dooreen
kort
bordes
onderbroken,
langs
gelijkvloers
en
eerste
verdieping
naar
de
volgende.
De
hoogte
van
de
trap
is
ongeveer
9.50
M.
Zij
heeft
geen
spil,
doch
de
treden
(met
geprofileerde
wel)
zijn
gewerkt
ineen
schroefvormig
gewonden
wrong,
die
ook
de
(rechter-)
leuning
draagt.
De
leuning
bestaat
uit
enkele
gesloten
stukken,
waar
tusschen
opengewerkte
paneelen.
Dit
~ajour”
wordt
gevormd
dooreen
doek
versiering
in
lamberkijn-vorm,
afhangend
van
den
greep
en
verder
dooreen
Lodewijk
XIY-acanthus
versiering.
Alleen
langs
het
bovenste
bordes
vertoont
zich
handwerk
en
een
C-motief.
Het
huis
inde
Antoniebreestraat
wordt,
als
gezegd,
verbouwd.
Het
zou
jammer
zijn,
als
nu
dit
stuk
18e
eeuwsche
timmermanskunst
gesloopt
werd!
Het
behoort
ineen
Amsterdamsch
museum
bewaard
te
blijven.
E.
J.
Haslinghuis
EEN
OUD
GESLACHT
VAN
HAMEL
TE
AMSTERDAM
Ofschoon
van
afkomst
zelf
geen
Amsterdammer
zijnde,
zij
het
mij
misschien
toch
wel
vergund
de
volgende
mededeelingen
te
doen
van
eenige
vondsten
inde
Huwelijksregisters
en
Poorterboeken
van
Amsterdam,
en
daarbij
de
vraag
te
stellen
of
iemand
meer
inlichtingen
over
de
daarin
genoemde
personen
kan
geven,
en
of
er
verband
bestaat
tusschen
deze
leden
vaneen
Amsterdamsch
geslacht
der
18e
eeuw
en
die
van
het
geslacht
Van
Hamel,
hetwelk,
voorzoover
bewezen,
zijn
oorsprong
in
Gelderland
heeft
(zie
Vorsterman
van
Oyen,
Wapenboek
van
aan
-
zienlijke
familiën,
deel
II
blz.
4,
en
het
Nederland’s
Patriciaat
VI
jaarg.
1915),
en
tot
hetwelk
ook
behooren
de
bekende
professoren
Van
Hamel
van
de
vorige
en
van
deze
eeuw,
die
ook
voor
Amsterdam
geen
onbekenden
zijn.
Inde
Huwelijks-registers
vond
ik
n.l.
als
ingeteekend:
10
Sept.
1745:
Pieter
van
Hamel,
van
Amsterdam,
oud
24
jaar
op
de
Fluwele
Burgewal,
ouders
doot,
geass.
met
enz.;
en
Margaretha
Johanna
Six,
van
Amsterdam,
oud
24
jaar
op
de
Reguliersgraft,
geass.
met
haar
vader
Jan
Carel
Six.
21
Dec.
1753:
Pieter
Daniël
van
Hamel
van
Amsterdam,
oud
24
jaar
op
de
oude
Turfmarkt,
ouders
doot,
geassisteerd
met
Pieter
Testas,
en
Jongvrouwe
Helena
Wilhelma
Six,
van
Haarlem
oud
22
jaar
op
de
Keysersgragt,
ouders
doot,
geass.
met
Haar
Edele
Heer
en
Neef,
den
Wel
Ed.
Groot
Agtbaarc
lieer
en
Mr.
Pieter
Six,
Raat
en
Regeerent
Burgermeester
deser
Stadt,
mitsgaders
Bewinthebber
van
de
13