Tekstweergave van GA-1932_MB019_00016

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM verdriet en ergernis van de kasteleines, juffrouw Van Dijk, die het perceel maar niet wilde ontruimen, zelfs toen het dak al was afgebroken, maar die er eindelijk toe moest gedwongen worden. NOG EENS HET DUIVELSEILAND De heer P. van Herwaarde heeft ons onlangs een bijdrage geleverd (vorige jrg. blz. 106) over het Duivelseiland en hij heeft meer dan waarschijnlijk gemaakt, dat die naam in verband staat met het ballingsoord van kapitein Dreyfus. De verklaring was echter volstrekt niet nieuw. Dat hadden wij ook moeten weten. Ons veeljarig medelid dr. N. Knapper Czn. verwijst ons naar den 2den jaargang van dit maandblad, 1915, waar op blz. 23 een stuk staat over het Duivelseiland en dat bescheidenlijk met Kn. is onderteekend. We laten het weder in hoofdzaak volgen. „Aan de wijk begrensd door Ruysdaelkade en Roelof Hartstraat, is door het volk een naam geschonken, die al voor het nageslacht wel even raadselachtig zou kunnen worden als voor ons de Jordaan-betiteling. „Aan het eind van de Ruysdaelkade lag indertijd een vrij onherbergzaam oord. De uitloopers van de zg. Pijp stonden in meervoudige beteekenis in niet al te besten reuk. De vetkaarsenfabriek verspreidde alleronaangenaamste geuren en dampen, de Roelof Hartstraatwas nog niet tot dit gebied doorgetrokken. Op vrijkomend terrein (ik meen van de vetkaarsenfabriek zelve, maar kan deze meening niet nader bevestigen) begon de stad met den aanleg van nieuwe straten met name de Balthasar Florisstraat, Cornelis Anthonisstraat en Pieter Baststraat. Voor - loopig was dit kwartier van de richting Concertgebouw lang niet gemakkelijk en slechts langs vrij onbegane wegen, zandhoopen, steenmassa s e.d. te bereiken, terwijl de groententuintjes en sloten moerrassige dampen verspreidden en de brug over de Ruysdaelkade slechts een houten hulpbrug was, naar ik mij meen te her - inneren. Van de bewoners waren er inden eersten tijd, zooals meer inde uitloopers van buitenwijken ’t geval is, meerderen, die ’t daglicht om eenige reden schuwden. Het volk had dan ook spoedig den naam Duivelseiland bedacht, ’t was toen in den tijd van Dreyfus en zijne tijdelijke gevangenschap op ’t Duivelseiland. En onder dien naam is ’t inden volksmond, in die buurt thans nog bekend. Inde eerste jaren was het zelfs verre vaneen aanbeveling om er te wonen, later is dat veel verbeterd.” „JACOB INT WYTHOE” Nog niet veel jaren geleden stond in het huis Egelantiersgracht 87 een gevel - steen met het 'opschrift: „Jacob int Wythof” en waarop een man was afgebeeld die wandelde ineen korenveld. De betreurde Corn. J. Gimpel vestigde er ineen van zijn „Amsterdamsche Curiosa” de aandacht op, dat die steen bij een verbouwing spoorloos was verdwenen. Inden regel hoort men vaneen gevelsteen, die op dergelijke wijze verloren is gegaan, nooit meer iets. Zij verdwijnen naar het buitenland of worden, in het gunstigste geval, ergens buiten ingemetseld en zoo aan de belangstelling onttrokken. Gimpel’s klacht is ditmaal echter niet vergeefs geweest, want onze steen was eigendom geworden vaneen aannemer, vermoedelijk den slooper van het huis. Van dezen werd het gekocht dooreen bekend rechtsgeleerde, Eerste Kamerlid, die zijn woonplaats van Amsterdam naar het Gooi had verlegd. Wie zal het hem ten kwade duiden, dat hij een stukje Amsterdamsche atmosfeer behoefde in zijn nieuwe woonplaats en den steen in zijn landelijke woning deed inmetselen ? Maar niettemin gevoelde de eigenaar van den steen de redelijkheid van Gimpel s op - vatting, dat de steen feitelijk te Amsterdam thuisbehoorde en dat deed hem besluiten om hem, toen hij zich weder metterwoon inde hoofdstad ging vestigen, uitte breken en mede te nemen. Ten einde nu den steen blijvend voor Amsterdam te behouden schonk hij hem aan het Kon. Oudh. Genootschap, 8