Tekstweergave van GA-1932_MB019_00011

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM mogen erlangen, niet geheel in overeenstemming met zijn zeer bijzonder karakter of inbreuk makend op de voorname wijding, die een eeuwenoude traditie om het in- en uitwendige er van heeft geweven. Om het gebouw voor hedendaagsch gebruik een bestemming te geven, zou men niet ontkomen aan de voorziening daarvan met alle hulpmiddelen vaneen moderne accommodatie. Natuurlijk zou bij de overweging van al deze mogelijkheden moeten vaststaan, dat de soliditeit van het gebouw voor een lange reeks van jaren het gebruik daarvan zou veroorloven. De geldelijke zijde van het vraagstuk vormt een niet te miskennen factor in de zaak. Het Gemeentebestuur hoopt dat de commissie den weg zal banen tot een gelukkige oplossing, en dat wel binnen den kortst mogelijken tijd. Zij zal van alle takken van gemeentedienst de meest volledige medewerking ondervinden, en spr. hoopte dat ook de Rijksgebouwendienst, alsmede de Intendance van het Hof der Koningin het daaraan niet zal laten ontbreken. De voorzitter der commissie, dr. F. M. Wibaut, beantwoordde de rede van den Burgemeester, waarbij hij hoofdzakclijk een bevestigenden weerslag gaf van hetgeen de Burgemeester als het drieledig onderzoek van de commissie had aan - gemerkt. Haar eerste taak zal moeten zijn zoo zeide de voorzitter zich rekenschap te geven van de taak of de noodige onderzoekingen alle aanstonds en gelijktijdig zijn te ondernemen. Bij deze beslissing zal de wenschelijkheid vast - staan van zoo spoedig mogelijk advies uitbrengen. Ook de commissie rekent op de volle medewerking van alle takken van gemeentedienst, van de Intendance van het Hof en van den Rijksgebouwendienst. De commissie zal zich evenals de Burgemeester gelukkig rekenen, als zij het zeer ongewone resultaat mag bereiken vaneen advies, leidend tot eendoor allen aanvaarde oplossing, maar als de door haar aanbevolen oplossing zou worden aanvaard, door allen op enkelen na, zou dit haar reeds een groote voldoening zijn. Nadat de installatie hiermede was geschied, hield de commissie onmiddellijk haar eerste vergadering onder leiding van den voorzitter dr. F. M. Wibaut. Eerst werd de wijze van werken besproken. Er werd besloten dat onmiddellijk een aanvang zou worden gemaakt met het onderzoeken van alle vraagstukken welke der commissie waren voorgelegd. Op dien grondslag werden de volgende drie subcommissies ingesteld. le. Een commissie, tot welker leden werden aangewezen de heeren dr. ir. G. W. van Heukelom (voorzitter), ir. Jan Gratama, J. M. van Hardeveld, ir. A. R. Hulshoff en A. Ingwersen, die tot taak heeft een onderzoek in te stellen naar de vraag, of het Paleis op den Dam is geschikt te maken, hetzij voor het daarin vestigen van de kern van het gemeentebestuur, hetzij voor representatief Raadhuis, hetzij voor een of meer gemeentelijke doeleinden, in overeenstemming met de waardig - heid van het gebouw en het aanzien der hoofdstad; 2e. een commissie, bestaande uit de heeren J. J. Roovers, rar. S. J. van Lier en J. Winkelman, die zal rapporteeren omtrent de vraag, hoeveel en welke localiteiten eventueel noodig zouden zijn voor de vestiging van de kern van het gemeentebestuur in het Paleis en welke ruimten zouden worden vereischt, ingeval dit gebouw zou worden bestemd tot representatief Stadhuis; 3e. een commissie, gevormd door de heeren F. Schmidt Degener, prof. dr. W. Vogelsang en Henri Polak, die zal onderzoeken de mogelijkheid, in het Paleis een museum of een andere aanverwante gemeentelijke instelling, benevens de inrichting daarvan te vestigen. BEKENDE PERSOONLIJKHEDEN Inde Levensberichten, uitgegeven door de Maatschappij der Nederlandsche Letter - kunde te Leiden, komen inden jaargang 1930 —-1931, van haar overleden leden de volgenden voor. 3