Tekstweergave van GA-1932_JB029_00201
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Met
zekerheid
kan
men
zeggen,
dat
alle
verdere
wijzigingen
van
den
tweeden
druk
niet
door
Balth.
Florisz.
zijn
gegraveerd,
terwijl
van
die
van
den
derden
druk
natuurlijk
geen
sprake
kan
zijn,
aangezien
onze
kunstenaar
in
1645
is
overleden.
Het
aanvullende
werk
der
latere
drukken
is
over
het
algemeen
van
veel
minder
ge
-
halte.
Sommige
stukken
zijn
zelfs
als
gewoon
chchewerk
te
beschouwen,
zooals
de
huizen
langs
de
N.
Doelenstraat
en
de
weergave
van
het
N.
Waalseiland
met
zijn
uniforme
bebouwing,
juist
stadsgedeelten,
waar
de
graveur
alle
aanleiding
had
den
rijkdom
en
afwisseling
der
gevels
weer
te
geven.
Hij
geeft
deze
wijken
daaren
-
boven
als
geheel
bebouwd,
terwijl
dit,
wat
het
N.
Waalseiland
betreft,
in
1647
zeker
nog
niet
het
geval
was.
Het
is
dezelfde
achteruitgang
in
technisch
en
kunst
-
begrip,
die
wij
ook
op
de
latere
drukken
van
Bast’s
plattegrond
van
Amsterdam
kunnen
constateeren.
In
het
IJ
heeft
de
graveur
alle
schepen
intact
gelaten
en
daartusschen
de
oude
palenrij
weggeslepen
en
de
nieuwe
bijgeteekend,
benevens
de
palenrijen
benoorden
de
Oude
Waal.
Of
daardoor
het
beloop
der
gordingen
m
de
Oude
Waal
overal
zuiver
is
weergegeven,
valt
wel
eenigszins
te
betwijfelen.
Het
nieuwe
beloop
van
de
laag
stond
natuurlijk
vast
en
de
graveur
trok
dan
ook
zijn
dubbele
rechte
lijn
naar
de
zuidpunt
van
Kattenburg
en
wel
dwars
dooreen
schip
heen
(op
het
midden
van
blad
7).
Dit
is
een
sprekend
bewijs
van
de
slordige
uit
-
voering;
andererzijds
kan
niet
ontkend
worden,
dat
hij
het
water
waar
noodig
netjes
heeft
bijgegraveerd.
Tusschen
de
ten
deele
onwaarschijnlijke
bebouwing
van
het
Bickerseiland
(het
noordelijkste
deel
aan
de
Kleine
Bickerstraat
bestaat
immers
vrijwel
uitsluitend
uit
pakhuizen,
en
niet
als
gegraveerd
uit
woon
-
huizen)
treft
ons
het
huis
met
kloeken
toren,
waar
Jan
Bicker
zijn
domicilie
had.
Niet
alleen
dat
de
technische
uitvoering
verre
bij
Balth.
Florisz.
werk
achterbleef,
ook
de
nauwkeurigheid
heeft
zeer
veel
te
wenschen
over
gelaten.
Was
de
eerste
druk,
bij
wijze
van
spreken,
op
den
dag
bij,
op
de
volgende
uitgaven
ontdekt
men
talrijke
tekortkomingen.
Zoo
zijn
op
de
kaart
van
1647
nog
niet
aangegeven:
de
Remonstrantsche
Kerk
(1630)
de
Haarlemmer
trekvaart
(1631)
de
Luthersche
Kerk
aan
het
Spui
(1633
in
gebruik
genomen)
de
nieuwe
Schouwburg
op
de
Keizersgracht
(1637)
het
Accijnshuis
van
J.
van
Campen
(1638)
de
Doopsgezinde
Kerk
„het
Lam”
(1639)
de
Saaihal
(1641)
het
pakhuis
der
Westindische
Compagnie
aan
het
’s
Gravenhekje
(1641)
127