Tekstweergave van GA-1932_JB029_00187
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Stoofsteeg,
zien
wij
een
uitkijktoren
boven
een
dak
opgesteld;
het
is
het
huis
van
Van
Wely,
door
Hendrick
de
Keijser
gebouwd.
De
Huidevettersloot
is
aangegeven,
doch
het
pakhuis
op
den
hoek,
dat
later
diversen
gezindten
tot
kerk
zal
dienen,
is
nog
niet
gebouwd.
Bij
de
Bantammerbrug
zien
wij
het
breede
rondeel,
waar
eens
de
Nicolaastoren
stond.
De
groote
gebouwen:
Oude
Kerk
en
Beurs
zijn
uitvoerig
geteekend;
het
aantal
kapellen
bij
de
eerste,
ja,
dat
der
dakraampjes,
schoorsteenen
en
winkels
bij
de
tweede,
klopt
precies
met
het
aantal,
zooals
wij
dat
op
groote,
uitvoerige
prenten
dezer
gebouwen
kennen;
wel
een
bewijs
hoe
uiterst
minutueus
onze
teekenaar
te
werk
ging,
en
daarbij
niets
aan
toeval
of
fantasie
overliet.
Van
de
gevels
aan
den
Dam
zijn
er
verscheidene
direct
te
herkennen;
de
stadhuistoren
mist
reeds
zijn
spits.
Wij
stooten
hier
op
den
Dam
op
iets
raadselachtigs;
wij
vinden
n.m.
midden
op
het
plein
tusschen
het
stadhuis
en
het
huis
onder
het
zeil,
en
naast
de
Waag
met
stippellijnen
drie
concentrische
cirkels
afgebeeld.
Ditzelfde
gegeven
vindt
men
op
twee
plattegronden,
beide
van
±
1662,
de
eene
door
Smient
uitgegeven,
de
andere
door
Nic.
Visscher
en
geteekend
door
Dan.
Stalpaert,
en
wel
op
beide
ook
in
stippellijn;
bij
een
latere
uitgave
van
Balthasar
Florisz.
kaart
zijn
deze
cirkels
echter
weggeslepen.
Wat
beteekenen
deze
drie
gestippelde
kringen
binnen
elkaar?
Ik
heb
hiervoor
geen
oplossing,
noch
zelfs
een
eenigermate
houdbare
hypothese
kunnen
vinden.
Dat
het
een
aanduiding
is
van
de
jaarlijksche
mlrakelprocessie,
waarbij
op
den
Dam
om
een
ton,
waarop
het
altaar,
heengeloopen
werd,
een
veronderstelling,
die
mr.
Oldewelt
opperde,
meen
ik
te
moeten
betwijfelen.
Deze
omgang
toch
had
voor
het
laatst
plaats
in
1377
of
1378
en
had
dus
voor
latere
kartografen
geen
be
-
teekenis
meer.
Op
een
kringvormige
of
hellende
bestrating
kan
het
stellig
ook
niet
doelen:
op
geen
enkel
schilderij
of
andere
afbeelding
van
den
Dam
is
concentrisch
plaveisel
aangegeven;
een
helling
bestond
er
wel,
doch
deze
liep
naar
den
Middeldam,
resp.
de
vischmarkt
toe,
terwijl
een
tweede
flauwe
rug
door
den
Nieuwendijk
werd
gevormd.
Het
middenpunt
van
het
plein
was
dus
zeker
niet
het
hoogste
punt,
hetgeen
trouwens
op
verscheidene
schilderijen
is
te
zien.
Inde
Gravenstraat
is
de
Latijnsche
school
aan
de
nieuwe
zijde
te
herkennen
met
de
woning
van
den
rector
en
het
Schoolsteegje
naar
den
Voorburgwal,
dat
ook
op
de
legenda
voorkomt
1
.
Op
het
Rokin
hebben
wij
bij
de
N.
Z.
Kapel
het
Rotterdamsche,
Delftsche
en
1
Zie
Wagenaar,
deel
11,
blz.
374.
113