Tekstweergave van GA-1932_JB029_00181

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
teekenaar het steegje ernaast, de Dubbele Worststeeg, onbenoemd gelaten. De Heerengracht mondt niet direct inde stadsvest uit, die hier juist haar grooten bocht maakt en met een klein bolwerkje is versterkt; een dwarsgracht leidt echter naar de Keizersgracht, die wel op den Singel mondt onder den wal door. Aan het begin van de Heerengracht, aan de breede zijde, hebben wij het huis „het witte Paard” te zoeken, bewoond door Joost Brasser, die hier gastvrijheid verleende aan den banneling Huig de Groot. Men herkent verder door de vogelvluchtopname het Amsterdamsch huizentype, zooals dat langs de hoofdgrachten ontstond, in wording, met het lange voorhuis en een korter achterhuis gescheiden dooreen binnenplaats. Van belang is het, na te gaan het beloop der dwarsgrachtjes bewesten de singelgracht, resp. de tegenwoordige Leidschegracht, omdat dit beeld zich spoedig zal wijzigen. Het dwarsgrachtje van de Heeren- naar de Keizersgracht, dat ik reeds vermeldde, zet zich niet verder naar de Prinsengracht voort. Wel loopt er een watertje vlak binnen den stadswal, waarlangs een lijnbaan is gebouwd van de Prinsengracht tot vlak bij de Keizersgracht; dit grachtje zet zich rechtlijnig ook nog voorbij de Prinsengracht voort, doch loopt dan dood op den wal bij het Passeerderbolwerk. Dit grachtje komt in ligging geheel overeen met de tegenwoordige Raamstraat en het Molenpad. Bewesten dit voormalige Molenpad echter loopt van de Prinsengracht nog een tweede grachtje, dat intusschen vóór de Keizersgracht eveneens blind eindigt. De terreinen langs de grachten zijn nagenoeg geheel bebouwd; slechts enkele open vakken treffen wij nog aan. Men herkent tusschen Keizers- en Prinsengracht de Academie met de verbinding naar Coster’s woonhuis aan de Prinsengracht. Ook de Jordaan is op blad 2 voor het allergrootste gedeelte volgebouwd; zeer opvallend is de uitvoerige weergave van den Doolhof op den hoek van Prinsen- en Looiers - gracht; wij zien den doolhof zelf met het koepeltje m het midden, dan de plaats met de vermaarde fontein, de gebouwen ernaast, waar de rariteiten te bewonderen waren en de mechameke poppen en ook het oorspronkelijke huis aan de Prinsen - gracht, dat een platform bevatte voor de muzikanten en daarboven nog een torentje. Buiten de Lijnbaansgracht, binnen den wal, ziet men de lijnbanen, die hier tot in de 19e eeuw stand zullen houden. De Keizers- en Heerengrachten bezitten geregelde beplanting, met uitzondering van de smalle zijde der Heerengracht tot de Oude Spiegelstraat. De Prinsengracht is veel ongeregelder beplant; de Passeerder- en Looiersgracht zijn zonder boomen gebleven; de Elandsgracht is ten deele en de Lauriergracht geheel beplant, terwijl 109