Tekstweergave van GA-1932_JB029_00095
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
van
Amsterdam
als
zelfstandige
parochie
en
Ter
Gouw
stelt
de
stichting
der
kerk
dan
ook
maar
weinig
vroeger.
Toch
weten
wij
dat
zij
in
deze
periode
aangeduid
wordt,
toen
dus
nog
als
de
eenige
parochiekerk
van
Amsterdam,
als
de
„grote
kerck"
in
tegenstelling
met
de
beide
andere
dorpskerken
van
Amstelland.
Zoo
zou
men
met
deze
onwetenschappelijke
methode
ook
al
kunnen
bewijzen,
dat
Gysbrecht
van
Amstel
er
nimmer
een
kasteel
bad
gehad,
omdat
zijn
„huus”
te
Amsterdam
nergens
bepaaldelijk
m
het
Hollandsch
genoemd
wordt.
Toch
is
bekend,
dat
hij
in
1282
zijn
„domus”
aan
Jan
van
Persijn
moest
afstaan
en
dat
Amsterdam
van
ouds
is
geweest
~’t
principaelste
lit”
van
Amstelland,
dus
de
hoofdstad
en
zetel
der
landsheeren.
Maar
ook
het
verkrijgen
van
stadsrecht
en
stedehjk
karakter
wordt
met
het
voor
het
eerst
voorkomen
van
de
uitdrukking
„poirte”
in
1300
onjuist
gedateerd.
Immers
te
voren
is
er
reeds
sprake
van
de
Amsterdammers,
als
„oppidam”,
die
door
brand
-
stichting
van
de
lieden
van
Plons
V
schade
lijden.
Trouwens
in
het
oudste
gedeelte
van
Amsterdam,
de
bebouwing
van
Warmoesstraat
en
een
deel
van
de
Nes
spreekt
zich
het
stedelijk,
d.w.z.
verdedigbaar
karakter
duidelijk
uit
door
den
nog
als
oude
vestgracht
herkenbaren
Voorburgwal.
De
bouw
dezer
oudste
stadswijk
is
met
de
grensontwikkelmg
slechts
te
dateeren
ineen
periode,
die
vóór
de
komst
der
van
Amstels
en
aanhechting
der
Nieuwe
Zijde
ligt.
De
oudheid
van
den
Amsteldam.
Dat
ook
de
Amsteldam
heel
wat
ouder
is
dan
het
oudste
bepaaldelijk
noemen
van
den
zeedijk
van
Amstelland,
volgt
uit
het
feit
dat
de
oudste
waterstaatsoorkonden
reeds
met
meer
spreken
over
dijkaanleg,
doch
twisten
betreffen
m
1165
en
1226,
waarin
Rijnland,
Amstelland
en
het
waterschap
Woerden
betrokken
zijn
en
de
Lek
-
dijk
dan
ook
als
van
oudsher
bestaande
antiquitus
facta
genoemd
staat.
Bij
Tacitus
lezen
wij
dan
ook
van
het
delven
vaneen
afvoerkanaal,
de
Vliet,
dat
steeds
gediend
heeft
om
het
overtollige
water
van
den
Leldschen
Rijn
en
van
Delfland
op
de
Maas
af
te
spuien.
Als
maatstaf
voor
dateering
van
het
beginsel
van
de
stad,
de
naamgevende
Amstel
-
dam,
geldt
dus
niet
de
eerste
vermelding
van
den
zeedijk
van
Amstelland
m
1204
toen
deze
tijdens
een
strooptocht
in
Amstelland
door
de
Kennemers
werd
doorge
-
stoken,
maar
heeft
men
verband
te
zoeken
met
berichten
overeen
reeds
m
het
begin
onzer
jaartelling
bestaanden
toestand
van
waterstaat
en
gewestehjke
ontwikkeling.
25