Tekstweergave van GA-1931_MB018_00033

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM stoep, die omstreeks 1890 moet zijn afgebroken. De moeten van de treden waren nog duidelijk te bespeuren en zij leverden de teekening voor de nieuwe, dubbele stoep. Deze werd uitgevoerd in hardsteen en voorzien van authentieke balusters van gegoten ijzer, die bij een koopman in afbraak waren opgedoken. De voordeur was na het opruimen van de stoep verknoeid tot een venster. Nu is de deur in eere hersteld als de voorname ingang boven de hooge stoep, en boven de deur is een fraai snijraam aangebracht met het daarbij behoorende vergulde snijraamhek. De heele gevel zat onder drie lagen. Hij was eerst geolied, toen een paar maal overschilderd, den laatsten keer met valsche steentjes en voegen. Dit vorderde een geduchte reiniging. De Hollandsche baksteen kwam weer voor den dag, doch het voegwerk was van zoodanigen aard dat het vernieuwd moest worden. Nu zijnde voegen nog een beetje al te wit en sprekend, maar overeen paar jaar zullen zij met de kleur van den baksteen harmonisch samenstemmen. Het ornament is overal afgeloogd om het oude modelë terug te krijgen. Kortom, een schoonmaak in het groot. De groote ruiten die het aanzicht van den gevel bedierven, zijn teruggebracht i ll de oorspronkelijke maat en deze herstelling vooral verleent het huis uitwendig zijn bijzondere aantrekkelijkheid en zijn 18e-eeuwsch karakter. Op de hoofd verdieping is de breede middengang versierd met fraai stucwerk, tropheëen van de jaargetijden en sierlijke guirlandes. Ter weerszijden voeren zware deuren naar vier prachtige vertrekken. Zij waren er van oudsher, maar hoezeer ontluisterd en verwaarloosd! Nu is alles weer inde oorspronkelijke kleuren ge - schilderd. De beide vertrekken inden rechtervleugel zijn inden stijl' Lodewijk XVI. Dat aan den voorkant, voor directiekamer bestemd, is uitgevoerd in oud-groen en het bevat een prachtigen schoorsteenmantel van Cararisch marmer met kunstrijke versiering. Daarachter, inden zelfden stijl, ligt de groote vergader - zaal, wit met gouden biezen en ook hier een, overeenkomstige schoorsteenmantel. Bij al deze herstellingen zijn ontdekkingen gedaan. De gevel is laat Lodewijk XV, de interieurs zijn inden naar Lodewijk XVI genoemden stijl. Toen voor het aanleggen van leidingen, vloerplanken van de bovenverdiepingen werden losgemaakt, kwamen boven de mooie stuc-plafonds balken voor den dag, die evenals de tusschen - liggende vloervlakken artistiek waren beschilderd. Binnen ongeveer dertig jaar werd die beschilderde zoldering dus weer bedekt met een, trouwens eveneens fraai, stuc-plafond. Zoo is het inde 19e eeuw ook gegaan, maar dan meest met het groote verschil dat de nieuwe versiering smakeloos was. Boven de trap naar de hoogere verdieping wordt door den heer Trautwein te Haarlem een gebrandschilderd raam geplaatst met de Nederlandsche maagd als banierdraagster van de nationale driekleur, achter haar de liggende Nederlandsche leeuw, kortom de bekende voorstelling welke de Nationale Levensverzekering- Bank tot zinnebeeld dient. Wat hier tot stand is gebracht strekt den nieuwen eigenaars tot eer. Amsterdam mag de Nationale Levensverzekering-Bank dankbaar zijn, dat zij dit grachten - huis op zoo degelijke wijze heeft doen herstellen, onaangezien de kosten welke daarmede gepaard gingen en zonder eenig beroep op de gemeenschap of bijzon - dere lichamen. de Balbian Verstek NIEUWE GEGEVENS OVER LE MAIRE In het zestiende Economisch-Historisch Jaarboek geeft dr. J. G. van Dillen een groot aantal nieuwe stukken over den bekenden Amsterdamschen koopman Isaac Le Maire en zijn gestie tegenover de Oost-Indische Compagnie, grootendeels ontleend aan de notarieele archieven van Amsterdam. Het is bekend, dat Le Maire in of kort na 1585 in Amsterdam zich als koopman heeft gevestigd, waar hij in 1601 poorter werd. Op den voorgrond treedt hij evenwel eerst bij de oprichting 25