Tekstweergave van GA-1931_MB018_00030

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM zeventien jaar blijven bewonen. Op 6 April 1739 verkocht hij zijne helft voor / 31,000 (in twee termijnen) aan zijn zwager Adriaan van Loon. Kort daarop kocht hij een huis op de Heerengracht bezuiden de Leliegracht, daarna liet hij zich als een groot bedijker inde Deemster, waar hij veel land bezat, door Philips Vingboons de statige buitenplaats Vreden-Burgh bouwen, dicht bij Purmerend. Adriaan van Loon, oud-schepen en bewindhebber der O. I. Compagnie, stierf in 1754, Apollonia Looten 22 Juli 1761. Bij de scheidingsakte van zijne nalatenschap op 19 December d.a.v. werd zijn woning voor / 50.000 toegewezen aan zijn zoon mr. Jacob van Loon, geboren in 1718, die in 1762 in tweede huwelijk is getrouwd met Cor - nelia Suzanna de Wildt. Dit echtpaar bewoonde het huis. Hij overleed in 1778 en in het vol - gende jaar hertrouwde zijn kin - derlooze weduwe met den weduw - naar mr. Gillis Valckenier den Jonge. Zij beiden stierven in 1782. De tweede erfgename van Apollonia Looten, Jacoba Bre - gitta van Loon, weduwe van Daniël du Peyrou, president - schepen en bewindhebber der W. I. Compagnie, was reeds in 1761 overleden. Hare nalaten - schap was aan Jacob van Loon ten deel gevallen en zoo bedroeg het gezamenlijk vermogen van mr. Gillis Valckenier den Jonge en Cornelia Suzanna de Wildt ruim acht tonnen gouds. Aange - zien zij geen kinderen nalieten, kwam de geheele nalatenschap aan hare eenige zuster Suzanna de Wildt, die in 1762 was ge - trouwd met den koopman Joan van der Voort. Deze beiden be - woonden na 1782 het geheele huis, dat nog langen tijd in het bezit van hunne nazaten is ge - bleven. Inden aanvang der 19e eeuw werd de patricische woning be- woond door de drie kinderen van wijlen Gillis van der Voort (den zoon van Joan) en Maria Bols: Maria Anna Wilhelmina, Suzanna en Gillis van der Voort jr. Op 21 October 1811 verkocht de laatstgenoemde het meerbedoelde huis voor ƒ 27,900 en nog ƒ 1800 voor het overnemen van spiegels en andere roerende goe - deren, aan mr. Adriaan Uitenhage de Mist, chef-griffier bij de regtbank in eersten aanleg en weduwnaar van Wijnanda Klein (hij woonde toen op de Prinsengracht over het Aalmoezeniers-weeshuis; wij zouden zeggen tegenover het Paleis voor Justitie). Bij zijn dood in 1829 waren twee dochters zijne erfgenamen: Maria Catharina, echtgenoote van Henri Etienne van Swinden, die woonde op de Leidschegracht, en de ongehuwde Johanna Carolina Uitenhage de Mist. Zij be - sloten het huis te verkoopen. Op 26 October 1829 werd het door Van Swinden 22 Heerengracht 556. Vóór de herstelling.