Tekstweergave van GA-1931_MB018_00027
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Aan
het
uitvoerige
jaarverslag
van
den
penningmeester,
notaris
C.
G.
Pouw,
worden
althans
enkele
hoofdcijfers
ontleend.
Onder
de
ontvangsten
staan
de
contributies
geboekt
met
/
10.696,
de
publicaties
met
/
3629,
het
totaal
(met
inbegrip
vaneen
batig
saldo
groot
/
3048
van
het
voorafgaande
jaar)
met
/
18.678.
De
ontvangst
door
contributies
blijft
stijgende
en
wijst
een
toeneming
aan
van
/
876.
De
verkoop
van
publicaties
was
/
2423
hooger
dan
in
1929.
Voor
een
belang
-
rijk
deel
was
deze
vooruitgang
te
danken
aan
de
uitgaaf
van
het
Grachtenboek,
dat
tegen
St.
Nicolaas
verscheen
en
waarvan
inde
maand
December
246
exemplaren
werden
verkocht.
De
advertenties
in
het
maandblad
brachten
ongeveer
/120
minder
op.
Daarentegen
kon
aan
rente
van
effecten
/
40
meer
worden
aangeteekend.
De
belangrijk
grootere
omvang
van
het
Jaarboek
kostte
het
Genootschap
veel
geld,
n.l.
/
6300
of
bijna
ƒ
2000
meer
dan
het
voorgaande
Jaarboek.
Hoewel
in
het
afgeloopen
jaar
bijna
/
2000
werd
belegd,
wijst
het
kassaldo
per
uit.
December
een
bedrag
aan
van
/
2207.
De
jongste
uitgaaf,
die
van
het
Grachtenboek,
werd
eerst
in
December
verkrijgbaar
gesteld
en
de
verkoop
gaat
geregeld
voort,
zoodat
een
afschrijving
hierop
in
dit
jaar
niet
noodig
is.
Op
het
totaal
bedrag
van
/
3310
waarmede
de
overige
publicaties
op
de
balans
voorkomen,
is
weder
10
percent
afgeschreven,
terwijl
„Jaarboeken
en
oude
publicaties”
met
één
gulden
op
dc
balans
zijn
gezet.
Het
balanssaldo
wijst
een
vermeerdering
aan
met
/
2079,
terwijl
per
ultimo
December
1930
geen
schulden
ten
laste
van
het
Genootschap
bestonden.
De
commissie
tot
nazien
van
de
rekening
en
verantwoording,
bestaande
uit
de
heeren
P.
Klijnveld
en
mr.
S.
S.
de
Koe,
had
een
bijzonder
uitvoerig
verslag
uit
-
gebracht
en
daaruit
bleek
dat
alles
inde
beste
orde
was
bevonden.
Onder
in
-
stemming
der
vergadering
heeft
de
voorzitter
aan
de
beide
genoemde
heeren
hulde
gebracht
voor
hun
nauwgezetten
arbeid.
De
penningmeester
werd
gedechargeerd,
na
dankbetuiging
voor
zijn
uitstekende
zorgen.
Voor
dc
verkiezing
van
drie
bestuursleden,
wegens
periodieke
aftreding,
waren
drie
tweetallen
gesteld,
bestaande
uit
de
heeren
J.
E.
J.
Bonnike
en
A.
Steins
Bisschop;
C.
G.
’t
Hooft
en
jhr.
D.
C.
Röell;
J.
F.
L.
de
Balbian
Verster
en
mr.
J.
Kalff
jr.
De
drie
telkens
inde
eerste
plaats
genoemden
werden,
op
voorstel
van
den
heer
W.
F.
K.
Zwierzina,
bij
acclamatie
herkozen.
Zij
verklaarden
de
een
na
den
ander,
de
herbenoeming
gaarne
te
aanvaarden.
Bij
de
rondvraag
vroeg
de
heer
W.
A.
Driessen
naar
den
stand
van
de
Raadhuis-
Paleis
kwestie.
De
voorzitter
gaf
daarop
een
korte
toelichting,
waarin
hij
herinnerde
aan
de
motie-mr.
van
den
Bergh
en
aan
het
rapport
van
de
commissie
van
juridische
hoogleeraren,
waarvan
de
conclusie
luidt
dat
het
oude
Raadhuis
nog
altijd
eigendom
is
van
de
Stad.
Wat
B.
en
W.
verder
zullen
doen
moet
worden
afgewacht.
Het
is
alleen
zeker
dat
de
zaak
nu
verder
is
dan
zij
ooit
is
geweest.
De
heer
A.
P.
Jungcurt
vestigde
de
aandacht
op
de
mogelijkheid
vaneen
reproductie-uitgaaf
van
Jan
van
der
Heyden’s
brandspuitenboek,
op
de
wenschelijk
-
heid
vaneen
studie
over
de
vroegere
paden
buiten
de
oude
stad,
en
een
geïllustreerde
verhandeling
over
de
oude
trekprenten.
Het
bestuur
zal
deze
onderwerpen
in
overweging
nemen.
De
heer
D.
L.
Durksz
opperde
de
mogelijkheid
dat
het
bestuur
aan
de
leden
een
soort
van
legitimatickaart
zou
verstrekken,
in
het
bijzonder
opdat
zij
ook
inwendig
huizen
zouden
kunnen
bezichtigen
welke
inden
Historischen
Gids
van
den
heer
d’Ailly
zijn
aangewezen.
De
voorzitter
wilde
zich
niet
ontveinzen
dat
zulk
een
passe-partout
wel
eenige
practische
en
juridische
bezwaren
kon
opleveren,
maar
ook
dit
zou
onder
de
oogen
worden
gezien.
De
heer
A.
Ingwersen
bepleitte
met
warmte
pogingen
om
de
stedelijke
overheid
te
bewegen
tot
het
herstellen
van
de
bruggen
inde
oude
stad,
om
ze
te
behouden.
De
voorzitter
erkende
de
wenschelijkheid
van
dat
herstel
en
gaf
de
toezegging
dat
het
onderwerp
ernstig
in
beraad
zou
w
r
orden
genomen.
De
rondvraag
werd
verder
uitgebreid
dooreen
zeer
langdurige
en
geanimeerde
19