Tekstweergave van GA-1931_MB018_00025

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM het archief en de verzameling van het voormalig medisch-militair studenten - corps „Mavors Medicator”, welke goed geordend en beschreven, ineen daarbij behoorcnde kast, in overleg met prof. Rotgans aan de zorgen der commissie werden toevertrouwd; ten tweede het archief der zoogenaamde Aula Commis - sie (1889 —1895), dat de archivaris der gemeente aan de commissie in bruikleen heeft afgestaan. Het verslag bevat de opsomming vaneen aantal schenkingen met de namen van vele gevers; de op - gaaf van instellingen aan welke stukken, die niet inde verzameling thuis hoorden, werden afgestaan; benevens de namen van personen en organisaties aan wie inlichtingen werden verstrekt. Inde samenstelling der commissie is een wij - ziging gekomen doordat de heer J. E. Goudsmit aftrad en vervangen werd door den heer G. J. Scholten. De secretaris heeft de eervolle uitnoodiging ontvangen van curatoren der Leidsche universiteit, om zijn medewerking te verleenen bij de inrichting eener historische verzame - ling aan die universiteit. De commissie is thans saamgesteld uit de heeren prof. dr. H. Brugrnans, voorzitter, prof. dr. J. H. Scholte, prof. mr. dr. N. W. Posthumus, J. C. Westermann, G. J. Scholten en H. van der Bijll, secretaris. Haar adres is het bureau van den Pedel inde Oudmanhuispoort. Het laatste heksenproces te Am - sterdam. Onder dit opschrift heeft P. Br. Moll inde N. Rott. Crt. (.3 Jan. av.) bijzonderheden medegedeeld, voor - namelijk ontleend aan Dapper’s stede - beschrijving, over het heksenproces in 1655 tegen een meid met name Meyns Kornelis van Purmerend, die wonderlijke ontmoetingen had met dansende katten en tooverkollen, zoodat zij behekst moest zijn. Toen zij getrouwd was scheen de betoovering geëindigd, maar nadat zij zeven jaar zonder stoornis een gelukkig huwelijksleven had geleid en moeder was vaneen kindje, begon de beheksing opnieuw. Onder den invloed van booze geesten, ging de arme vrouw zelf hekserij plegen, door koeien en schapen inde weiden te betqoveren, zoodat de beesten ziek werden. Nu ging zij geregeld uit „kolryen”, net zoo lang tot de Heeren van den Gerechte haar lieten oppakken. Bij het verhoor legde zij een volledige bekentenis af, waarna zij „ten vuurc (werd) verdoemt, ter oorsaack dat sy Godt afgestaen, haer Kristendom ver - saekt, sich tot toverye begeven, en ver - schelde menschen en beesten gequelt, geplaeght, betovert, en met den duivel een verbont gemaeckt hadt”. Op 28 Februari 1555 „wierf sy door den Scherp - rechter hier ter stede tot pulver ver - brand’. Het opmerkelijkste is zeker dat een wetenschappelijk man als dr. Olof Dapper, al scheen hij aan het bestaan van heksen te twijfelen, nog inde tweede helft van de 17e eeuw deze staaltjes van tooverij onvoorwaardelijk voor waarheid heeft gehouden. Dit moet dus de laatste terechtstelling voor dergelijke handelingen zijn geweest te Amsterdam, maar elders kwamen zij nog dikwijls voor. Inde N. Rott. Crt. (13 Januari avondbl.), is daarvan met vermelding van bronnen, een afschuw - wekkende bloemlezing gegeven. In 1613 werden te Roermond tegelijkertijd 64 aangeklaagden schuldig verklaard en ter dood veroordeeld, waarna gedurende vier weken dagelijks twee hunner werden gehangen en verbrand. Dit moet het laatste heksenproces zijn geweest binnen onze tegenwoordige landspalen. In andere landen ging het dikwijls op groote schaal. In 1570 werden te Morra in Zweden 72 vrouwen en kinderen tot zware lijfstraffen veroordeeld. In het bisdom Würzburg zijn tusschen 1623 en 1631 niet minder dan 900 personen wegens tooverij ver - brand! In 1635 werden te Osnabrück 20 vrouwen en 4 mannen wegens hek - serij onthoofd of levend verbrand. Toen te Kempen in 1755 een heks was terecht - gesteld, is dit het laatste vonnis van dezen aard geweest in Duitschland, maar eerst in 1813 zijnde begrippen hekserij, ketterij en tooverij uit het Beiersche strafwetboek geschrapt. Inde oude wereld zijn dergelijke gruwelen van de lijfstraffelijke rechtspleging inde 19e eeuw gelukkig niet meer voorgekomen, maar nog in het jaar 1874 hebben te Camargo in Mexico een vrouw met haar 17