Tekstweergave van GA-1931_MB018_00022

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSÏELODAMUM Dat waren de gebouwtjes, meest aan den wallekant, waarin de nachtelijke bewakers gedurende hun diensttijd genoegelijk zaten te dutten, nadat zij met geratel of gcklcp hadden geroepen: „Bewaart je vuur en kaarsie wel! De klok hèttien!” Van Allerheiligen tot Paschen gingen zij in hun wijk huis aan huis rond, trokken aan de schel alsof er brand was en vroegen „Een turfie voor de wacht!” Vele burgers kochten dit af voor een fooi op Nieuwjaar, waarvoor zij dan aan hun voordeur werden gesignaleerd door kapitale letters, met krijt of roodaard geschreven: T (turf), B (betaald) of N (Nieuwjaar). Naar de letter en op papier waren dus als gezegd de nachtwachts met den aan - vang van 1881 afgedankt, maar in werkelijkheid waren zij nog springlevend. Vooral in „de betere wijken” als de groote grachten, bleven zij onverminderd dienst doen en daar kwamen zij elke week of eens inde maand een belooning ophalen. Gewoonlijk werkten er twee in compagnieschap, hetzij het heele jaar door, hetzij alleen inde wintermaanden. In het laatste geval werden de oude klanten opgezocht, die zich dan inschreven op een lijst. Een enkel voorbeeld daarvan men ziet hoe lang na de afschaffing, geeft zulk een naamlijst met deelnemers uit het jaar 1908. Bovenaan staat: „De ondergeteekende. Nachtwaker, verzoekt wederom beleefd U.E. gunst om evenals de vorige 15 jaren, voor eene wekelijksche bijdrage te willen inteekenen, waarvoor hij zich verbindt om van begin October tot einde Maart Uwe panden te bewaken van ’s avonds 10% uur tot ’s morgens 6 uur. Ü.E. Dw. Dn. A. Vcrberne”. Daaronder staan de namen van instellingen en firma’s als; de Amsterdamsche Voorschotbank, Matthcs en Ostwalt, Crcdict- en Handelsver - eeniging Banda, R. W. P. de Vries, Van Gent & Co., de Ned. Spaar- en Voorschot - kas, Lissone & Zoon e.'a. Met de afschaffing van het oude stelsel werden inde praktijk vele misbruiken gehandhaafd. ledere controle ontbrak en daarmede was het hek van den dam. Drankmisbruik was aan de orde van den nacht, zoodra de klanten naar bed waren ontruimden de wakers hun wijk en maar al te dikwijls onderhielden zij goede betrekkingen met allerlei ongure elementen. Maar het zaakje werd voortgezet. Als een nachtwaker overleed verkocht zijn weduwe de wijk aan een willekeurigen opvolger, tenzij een zoon of een schoonzoon het bedrijf op denzelfden voet voort - zette. De heele nachtwakerij werd beschouwd als iets overbodigs, maarde oude traditie en prijzenswaardige, hoewel dikwijls misplaatste meewarigheid, bewoog vele particulieren om te teekenen op een lijst als de hierboven aangehaalde. De politie, die ook gedurende den nacht met de zorg voor de veiligheid was belast, was niet in staat om deuren en afsluitingen geregeld te controleeren, ook al gaf een deur die dooreen diender open werd gevonden, hem veel kans op een douceurtje. Het behoeft daarom ook niet te verwonderen dat er een botsing van belangen en een dikwijls duidelijke rivaliteit bestonden tusschen de dienders en de nachtwakers. Dit weinige geeft reeds een idee hoe de toestand was, toen met 1 April 1902 de heer J. Beuth inde Tulpstraat de „Gecontroleerde Particuliere Nachtveilig - heidsdienst” (G.P.N.V.) op commercieelen grondslag oprichtte. Als „commandant”, leider van het personeel, is een gepensionneerd kapitein van het Indische leger, de heer J. T. Wanjon, opgetreden. De dienst kon de volgende voordeelen aanbieden: controle op het gehalte van het personeel, al liet dit nog wel eens te wenschen over —; controle op de prestatie, waar - door slapen op den post, gebruik van sterken drank en het te vroeg verlaten van de wijk, werden voorkomen; ten derde een georganiseerd verband, maar los van de overheid. Met dezen dienst, welke spoedig in vele plaatsen van ons land navolging heeft gevonden, werden ook de bekende emaille dienstbordjes ingevoerd, hier voor het eerst in Nederland. De jonge onderneming heeft vrij spoedig vasten voet gekregen en daartoe hebben verschillende omstandigheden medegewerkt. Het was feitelijk 14