Tekstweergave van GA-1931_JB028_00125

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
’t Gemoet, dat Spangens trots en tiranny verswooren 1 Heeft en haer vals beleyt noch met geneegen ooren Gehoord, noch toevertrout, maer soeckt tegen te staen, Sal volgende syn prins ten dienst syn onderdaen Om ’s vyants hatigh rot en ysre hoop te keeren, Waer hem syn pnnce leyt met yver en begeeren: Want ’t raeckt ons dus gemeen. Gy siet den vyant parst De landen met gewelt en nadert op het harst Met volck in groot getal, van veel wtheemsche oorden, Omcing’len onsen thuyn, dreygent met lasterwoorden, Hebbend Breda omrmght, gewonnen wanet al. Vertrouwend op syn macht van strytbaer groot getal, Syn wreed godloose heyr, bloetgienge Maraenen 2 , Crobaten 3 , woest van aert, moordige Italjanen, Veel duysenden by een, van landen vreemt vergaert. Hier teegen 4 vreest dyn Godt, hy is t die u bewaert, Bataefsche siellen, t’ saem betracht nu trouheyts trouwen; Valt inde roede Godts 5 met ootmoedigh berouwen Dyn sondigh leven, eerde straf u overvheght, Gelyck een snellen wint; niet te vergeefs bedneght U selfs, toont wacker vlyt, bereyckt de voor ge daden Na schutterlycke plicht, schut na vermoogh de schaden, Die voort deur ’s vyants list opt spoedighst konde(n) schien; Syt moedigh opte wacht, wilt op ’t bolwerck toesien Voor d’ algemeene rust, die u en uwe kind ren, Nu synd in vrijen staet, den dwing land kost verhmd ren B ; 1 Verswooren af gezworen. 2 Maraenen, eig. de Mooren m Spanje, hier: Spanjaarden. 3 Crobaten. Vgl. Van Wassenaer ~Hist. Verhael dl. IX 4 v ; „De Spanjaerts, Italianen, Walen wierden de prmcipaelste Forten betrout (om Breda). De Crobaten laghen aen de Brabantsche cant”. 4 De zin is: De vijand vertrouwt op zijn „wreed godloosse heyr (vs. 37), gij daarentegen vertrouwt op God. 5 Valt inde roede Godts = tracht de kastijding te doen ophouden, doe boete. 6De rust verhinderen de rust schaden, verstoren. Dwingeland is subject. 53