Tekstweergave van GA-1931_JB028_00120
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
der
Nederlandsche
Letterkunde:
„Over
Kolm’s
persoonlijkheid
en
levensomstandig
-
heden
ligt
een
sluier
1
.
Een
tipje
van
dien
sluier
wordt
opgelicht
door
dit
gedicht.
Kenden
we
tot
dusverre
Kolm
alleen
maar
als
dienaar
van
Melpomene
en
Thaha,
hier
zien
we
hem
in
dienst
van
Calliope,
maar
bovendien
in
dienst
van
Mars.
Hij
trekt
uit
als
adelborst
tegen
den
erfvijand,
die
hem
of
althans
zijn
ouders
uit
Ant
-
werpen
verdreef
in
1585.
Hij
toont
zijn
liefde
voor
het
nieuwe
vaderland,
die
hem
ook
deed
schrijven
zijn
„Nederlants
Treurspel”,
maar
hier
in
„bedaden”,
zooals
hij
zelf
zou
zeggen
(vs.
2.)
Bovendien
heeft
dit
gedicht
eenige
historische
beteekenis,
ten
eerste
doordat
het
een
nieuw
voorbeeld
geeft
van
het
uittrekken
van
burgervendels
uiteen
Hollandsche
stad
om
een
grensvesting
te
verdedigen,
een
feit,
dat
Wagenaar
niet
vermeldt;
ten
tweede
doordat
het
verschillende
bijzonderheden
meedeelt
over
die
belangrijke
grensvesting,
die
tot
tweemaal
toe,
maar
vergeefs,
door
de
Spanjaarden
werd
belegerd
(1574
en
1599)
en
verschillende
keeren
bedreigd;
ten
derde
doordat
het
al
de
namen
noemt
van
de
personen,
die
op
dezen
tocht
de
leiding
hadden.
Uit
dien
hoofde
leek
het
ons
niet
ondienstig
dit
gedicht
te
publiceeren.
Wij
laten
het
hier
volgen,
zooals
wij
het
vonden
in
het
afschrift,
dat
ons
ten
dienste
stond.
Hier
volght
t’
loffdicht
van
de
Bommelsche
wttocht
alwaer
ick
meede
geweest
ben
inden
jaere
1625,
wtgetrocken
van
Amsterdam
op
den
21
May
naer
Bommel
ende
weder
tot
Amsterdam
mgetrocken
op
den
26
Juny.
Bommels
Pmxter
bloemken
2
soet
geplant
Tot
eerder
officieren
en
dienst
voor
t’
lant.
G’lyck
Cromhout
mit
Reael
3
by
den
Schipmaker
4
dient,
So
wyckt
ook
niet
Van
Dam,
maer
soeckt
u
Staet
te
bouwen
5
,
Roep
tot
de
wallen
aen:
elck
sy
Orangen
vrient.
1
Prof.
Dr.
G.
Kalff,
Gesch.
der
Nederl.
Lett.
dl.
IV,
bl.
87.
2
Pmksteren
viel
in
1623
op
den
18en
en
19en
Mei.
(Gregor.
tijdrek.)
Volgens
den
stylo
vet.
op
den
sen
Juni.
3
Kapitein
Adnaen
Kromhout
was
schepen
van
Amsterdam.
Hij
sterft
nog
m
hetzelfde
jaar,
waarin
hij
m
Bommel
was.
Luitenant
Bartholemeus
Reael
was
een
zoon
van
Laurens
Jacobsz.
Reael,
die
van
1582
—1599
als
schepen
van
Amsterdam
voorkomt.
4
Kromhout
en
Reael
dienden
onder
het
vaandel,
dat
toevertrouwd
was
aan
Jochem
Jansz.
Scheepmaker,
vaandrig.
Evenals
Jan
Sywertsen
Kolm
was
ook
Scheepmaker
lid
van
„Costers
Academie”.
Onder
haar
leden
treffen
we
ook
aan
Otto
Cornehsz.
van
den
Oever,
adelborst,
en
een
zekeren
Corn.
Felbier,
waarschijnlijk
een
broer
van
den
hiergenoemden
adelborst
Reynier
Felbier.
5
Uw
roem
te
handhaven,
uw
aanzien,
uw
luister
hoog
te
houden.
48