Tekstweergave van GA-1930_MB017_00086
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
inventaris
van
De
Ruyter’s
inboedel
indruk
bracht:
„Dit
huis
op
de
Prins
Hen
-
drikkade
is
van
binnen
zeer
verbouwd
en
verhaspeld,
maarde
zolders
en
de
kelder
met
de
oude
keuken
zijn
nog
ongeveer
inden
ouden
staat
en
een
scherpzinnig
architect
zou
met
behulp
van
dezen
inventaris,
dunkt
mij,
wel
in
staat
zijn
om
het
geheele
huis
te
restaureeren
inden
toestand,
waarin
onze
groote
admiraal
het
81
jaar
bewoond
heeft.
Mag
ik
dit
denkbeeld
aanbevelen
bij
de
vrienden
van
Amsterdam’s
oudheid
en
de
tallooze
Nederlanders,
die
eerbied
hebben
voor
de
nagedachtenis
van
De
Ruytcr?”
Deze
opwekking
heeft
helaas
geen
gehoor
gevonden
en
blijkens
het
voorafgaande
is
het
thans
een
weinig,
en
dus
veel
te
laat.
DE
BISSCHOP
YAN
LEEUWARDEN,
CUNERUS
PETRI,
ÏE
AMSTERDAM
IN
1570
Inde
thesauriersrekening
van
het
jaar
1570
vond
ik
op
fol.
104
vo.
onderstaanden
post
betreffende
een
bezoek
aan
Amsterdam
van
den
2en
bisschep
van
Leeuwarden,
Cunerus
Petri.
Deze
post
dunkt
mij
daarom
vooral
belangrijk,
omdat
ik
daarin
meen
te
mogen
zien
een
vrij
sterke
bevestiging
voor
de
meening
van
sommigen,
dat
genoemde
bisschop
niet
op
11
December
1569,
maar
eerst
op
1
Februari
1570
bezit
heeft
kunnen
nemen
van
zijn
bisschoppelijken
zetel.
Want
zooals
wij
weten
kon
ook
deze
bisschop
pas
na
veel
moeilijkheden
en
tegenkanting
bezit
nemen
van
zijn
bisschopszetel.
En
nu
lijkt
het
mij
vrij
onwaarschijnlijk,
dat
hij
reeds
betrekkelijk
zoo
spoedig
nadat
hij
op
11
December
1569
was
geïntroniseerd,
zijn
bisdom
zou
hebben
verlaten
en
o.a.
te
Amsterdam
heeft
vertoefd.
Het
ligt
dunkt
mij
veel
meer
voor
de
hand
om
aan
te
nemen,
dat
de
bisschop,
toen
hij
van
27
—28
Januari
1570
te
Amsterdam
vertoefde,
op
weg
was
naar
Leeuwarden,
om
uit
Amsterdam
de
Zuiderzee
over
te
steken,
en
op
1
Februari
zijn
plechtige
intrede
te
doen
in
zijn
bisschopsstad.
Meester
Cornelis
Quirijns
z.
dienaer
vander
tresorie
deser
stede
betaelt
de
somme
van
twee
ende
veertich
Ka(rolus)
gulden
derthien
stuuers
xii
penn(ingen)
ten
pryse
voorss.
ouer
gelycke
somme
by
hem
betaelt
van
wyn/vleys/visch/broet
ende
anders
by
zekere
personen
geleuert
int
convent
6
)
vanden
oude
nonnen
binnen
deser
stede
den
xxviien
ende
xxviiien
January
anno
xvc
Ixx
tot
twee
maeltyden
byden
Borgermren/twee
tresorieren/twee
pastoeren
ende
andere
goede
vrienden
met
mynen
heereden
Bisschop
van
Lieuwerden
ende
zyner
familie
aldaer
ten
zeluen
daegen
geteert
breeder
blyckende
by
ordinan(tie)
by
Aelbert
Dirck
Marcus
z.
voorss.
onderget(eekent)
diemen
met
quytan(cie)
van
Mr.
Cornelis
voorss.
daer
onder
gescreuen
in
dato
als
voeren
met
die
verificatien
daer
aen
gehecht
hier
ouerleuert
daeromme
alhier
de
voorss.
somme
van
xlii
gulden
xiii
st.
xll
penn.
compt
in
munte
vl(aam)s
ter
somme
van.
.
.
vii
1b
ii
sc.
iii
d.
xii
m.
CHR.
S.
DESSING
Prof.
dk,
U.
Ph.
Roissevain
|.
Den
6den
Mei
jl.
is
de
oud-hoogleeraar
Roissevain
inden
ouderdom
van
ruim
74
jaar
overleden.
Hij
werd
hier
ter
stede
geboren
op
4
November
1855,
als
de
jongste
zoon
van
den
assuradeur
H.
J.
A.
Roissevain.
In
tegenstelling
met
zijne
drie
broeders
die
het
vaderlijk
bedrijf
voortzetten,
studeerde
hij
inde
klassieke
letteren,
te
Leiden
en
in
het
buitenland
en
na
een
studiereis
door
Italië
en
Griekenland,
promoveerde
hij
op
20
December
1879
te
Leiden
tot
doctor
inde
klassieke
letteren.
Van
1882
tot
’B7
is
hij
leeraar
geweest
aan
liet
Erasmiaansch
gymnasium
te
Rot-
terdam,
waarna
hij
benoemd
werd
tot
hoogleeraar
inde
oude
geschiedenis
en
Romeinsche
antiquiteiten
aan
de
Rijks
-
universiteit
te
Groningen.
In
het
jaar
1911
is
hij
als
opvolger
van
prof.
Valeton,
opgetreden
als
hoogleeraar
aan
de
Universiteit
zijner
vaderstad
en
hij
heeft
dezen
leerstoel
bekleed
totdat
de
wet
op
de
leeftijdsgrens
hem
vier
jaar
geleden
tot
aftreden
dwong,
zonder
dat
daarmede
echter
aan
zijn
groote
werk
-
zaamheid
een
einde
was
gekomen.
De
verdiensten
van
professor
Roissevain
als
archaeoloog
en
klassiek
philoloog,
blijkende
uit
velerlei
degelijke
geschriften
en
omvangrijke
studiën,
zijn
in
het
78