Tekstweergave van GA-1930_MB017_00070

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Indien de gelegenheid zich daartoe voordoet zullen we op den terugweg nog een keer debarkeeren, om een groot schip te zien, in reparatie bij de Nederlandsche Dok Maatschappij, westelijk van de groote werven van de Nederlandsche Scheeps - bouw Maatschappij. Deze expeditie behoeft niet meer dan twintig minuten te duren. Aan boord zullen thee en andere ververschingen verkrijgbaar zijn. De geheele tocht is zoodanig berekend, dat we precies half twee vertrekken en de boot ten half zes weder aan den steiger ligt. Indien de 14de van Bloeimaand een mooie dag mag zijn, zullen alle voorwaarden zijn vervuld voor een genoeglijk en leerzaam uitstapje. ~ ~. ... ... (N.B. De uit de lucht genomen photo s, welke bij dit artikel heb - ben gediend, zijn te danken aan de Kon. Luchtvaart Maatschappi]) EEN MERKWAARDIG GETUIGENIS OVER HET STADSBESTUUR IN 1561 Inden vorigen jaargang van het Maandblad gaven wij op bldz. 92 9<-> eemge historische gegevens over het zeldzame „Cantuale iuxta vsum ecclesiae Amstelre - damensis”, hetwelk berust inde Universiteitsbibliotheek. Dit werk werd uitgegeven door den bekenden Leuvenschen muziekdrukker-uitgever Petrus Phalesms m opdracht van het stadsbestuur van Amsterdam, en het was bestemd voor de beide parochiekerken der stad. Naar de gewoonte van den tijd laat de drukker-uitgevei aan zijn uitgave een opdracht aan de regeerders der stad Amsterdam voorafgaan Deze opdracht, „epistula nuncupatoria” zooals Phalesius haar noemt, is gesteld inde Latijnsche taal en door den samensteller gegoten ineen vorm dien een Cicero alle eer zou hebben aangedaan. Vooral om den inhoud, om het loffelijk getuigenis n.l. hetwelk de uitgever daarin geeft van het toenmalige stadsbestuur van Amsterdam, achten wij deze opdracht belangrijk genoeg, om de lezers van dit blad er mede in kennis te stellen. Wij geven hierbij een vrije, maar toch zoo getrouw raogelijke vertaling, welke echter voor dit sierlijke Latijn verre moet onderdoen, Chr. o. Dessing OPDRACHT. Aan de vroede vaderen der stad Amsterdam brengt Petrus Phalesilis zijn gioet. Ofschoon onze drukkerij op het oogenblik overbeladen is met het drukken van zeer vele en verschillende werken, en ik dientengevolge van alle kanten door allerlei werkzaamheden opgehouden en beziggehouden, zoodat mij nauwelijks eemge tijd van rust over Weel, om u, allervoortreffelijkste mannen, naar best vermogen ter wille te zijn: zoo ben ik toch, zoodra il ernstiger bij mij zelven ging nadenken over uwen overgrooten en bijna zeldzamen ijver, waar - door gij niets onbeproefd laat, wat maar eenigszins kan bijdragen tot een juiste en volledige onderrichting der jeugd, er allereerst op bedacht geweest, om voor een wijle alle andere bezigheden ter zijde te stellen, en mij geheel aan uwe opdracht te wijden. Want wie zou, al is uy nog met bezigheden overladen, niet worden opgewekt en aangezet door uwen zoo levend b ene onvermoeider! ijver, welken gij onophoudelijk blijft aan den dag leggen in ie !e\orterun va het onderwijs uwer kinderen, en dat nog wel te midden van de zeer zware zorgen van e stadsbestuur. Niet tevreden toch met het oprichten met zeer groote kosten eener nieuwe school '), zooals de roem daarvan zich ook hierheen heeft verbreid, met tevreden met van alle kanten zeer geleerde mannen bijeen te roepen, om dooreen uitgebreid leerplan dezelye besturen en de jeugd een degelijke ontwikkeling bij te brengen, hebt gij gemeend met alle geschikte middelen er voor te moeten zorgen, dat de kinderen van hun prille jeugd af zouden worden onderricht inde wijze van zingen, om de priesters m de kerk goed en betamehjk te kunnen helpen bij de kerkelijke diensten, daarbij uitgaand van het juiste inzicht, dat anc onderricht inde profane wetenschappen ijdel is en vergeefs, om met te zeggen verderfelijk, als dit niet gepaard gaat met godsvrucht en godsdienstzin, welks hoogedel bezit met alleen den mensch onderscheidt van de overige levende wezens, maar ook de eemge weg is, om ons leven en ons levensgedrag en derhalve geheel ons welzijn aan God welgevallig te doen zijn. In dit opzicht, evenals in zeer veel andere dingen, kan ik met genoeg- naar waarde bewonderen u bijzonder vooruitzienden blik, uwe godsvrucht en waarlijk vaderlijke genegen reit jeg burgers, wijl gij met bijzondere scherpzinnigheid hebt opgemerkt, wat tot nu toe door memar is bemerkt; of zoo het al is opgemerkt, dan toch zeker niet is aangegeven de wijze, waarop dit kwaad bestreden kan worden. Want toen gij zaagt, dat in dit opzicht ten zeerste werden bezwaard de ouders, die weinig bemiddeld zijn, zoodat zij slechts met groote kosten voor hunne kinderen )~ Bij vroedsohapsresolutie van 31 December 1555 was besloten, de beide bestaande scholen, aan do Oude en de Nieuwe zijde, te vereenigen tot ééne groote school, welke werd gebouwd bij de Nieuwe Kerk. 62