Tekstweergave van GA-1930_MB017_00066
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
uitgevoerd,
niet
in
en
nabij
de
aangeslibde
vaargeul,
waardoor
de
werken
veel
duurder
moesten
worden.
Doch
dit
alles
is
napleiten.
De
havenbouwers
vaneen
halve
eeuw
geleden
hebben
niet
kunnen
voorzien
voor
welke
moeilijkheden
het
tegenwoordige
geslacht
zou
komen
te
staan.
In
ieder
geval
moet
worden
getuigd
dat
de
Stad
met
groote
energie
en
doorzettingsvermogen
in
het
Oostelijk
haven
-
gebied
alles
heeft
gedaan
„to
make
the
best
of
it.”
Reeds
in
1877
werd
de
Spoor
-
weghaven,
de
eerste
haven
voor
zeeschepen,
voltooid.
Tegelijk
werd
begonnen
met
den
bouw
van
de
Handelskade,
wier
outillage
met
de
eerste
loodsen
in
1880
gereed
is
gekomen
en
sedert
voortdurend
uitgebreid.
Het
IJ-eiland,
dooreen
brug
voor
spoor-
en
ander
verkeer
met
de
Handelskade
verbonden,
was
oorspronkelijk
aangelegd
als
een
golfbrekenden
dam
ter
beschutting
van
Rijnschepen
en
zolder
-
schuiten,
die
moesten
laden
en
lossen
aan
de
Handelskade.
Eerst
inde
jaren
1895
tot
1900
is
begonnen
met
het
bouwen
van
kademuren
langs
dat
eiland.
Zoo
zijn
ineen
tijdperk
van
25
jaar,
achtereenvolgens
de
Javakade,
de
Levant-,
de
Sumatra
-
en
de
Surinamekade
ontstaan.
De
laatste
verbindingen
tusschen
de
Sumatra-
en
de
Surinamekade
en
den
westelijken
kop
van
het
IJ-eiland,
zijn
eerst
na
den
oorlog
voltooid.
Al
deze
uitbrei
-
dingen
zijn
nog
aangevuld
met
de
Ertskade,
een
verlenging
van
de
Han
-
delskade
in
oostelijke
richting.
Zuide
-
lijk
daarvan
liggen
de
reeds
genoemde
Spoorw'eghaven
en
evenwijdig
aan
deze,
nog
meer
ten
Zuiden,
de
Borneokade
en
het
Nieuwe
Entrepotdok.
Intusschen
zijn
in
het
westelijk
havengebied
toch
ook
belangrijke
in
-
richtingen
tot
stand
gekomen.
De
aanleg
van
de
Houthaven
is
reeds
in
1874
begonnen
en
zij
is
voortdurend
zoodanig
uitgebreid,
dat
zij
thans
een
oppervlakte
heeft
van
125
hectaren.
Aldus
is
zij,
na
die
van
Londen,
uitgegroeid
tot
de
belangrijkste
in
11
Europa.
Vier
kilometer
van
de
stad
ligt
de
Petroleumhaven
met
een
oppervlak
van
88
hectaren,
met
het
Noordzeekanaal
verbonden
door
twee
ruime
toegangen,
die
elk
geheel
op
zichzelf
kunnen
worden
afgesloten
om
in
geval
van
brand,
of
bij
het
explodeeren
vaneen
of
meer
tanks,
te
voorkomen
dat
petroleum
of
benzine
in
het
kanaal
zou
stroomen.
Tusschen
de
Houthaven
en
het
zoog.
„steenen
hoofd”
dat
verhuurd
is
aan
de
Holland
Amerika
Lijn,
is
reeds
in
1896
en
’97
een
groote
graansilo
opgericht
waarin
de
zeeschepen
langs
transportbanden
hun
graan
-
ladingen
kunnen
lossen.
In
deze
omgeving
zijn
bovendien
groote
opslagplaatsen
voor
granen.
Inden
jongsten
tijd
heeft
de
overtuiging
veld
gewonnen,
dat
ondanks
de
goede
accomodatie
in
het
oostelijk
deel,
de
belangen
van
de
haven
toch
het
best
zouden
worden
gediend
door
uitbreidingswerken
in
het
Westen.
Dan
zouden
de
grootste
zeeschepen,
om
hare
ligplaatsen
te
bereiken,
niet
meerde
heele
stad
behoeven
te
passeeren.
Die
plannen
omvatten
de
groote
Westhaven,
de
Nieuwe
Houthaven
en
de
Jan
Pieterszoon
Coenhaven.
Met
den
aanleg
van
deze
laatste
is
nog
gedurende
den
oorlog
een
begin
gemaakt
en
op
24
September
1924
is
het
eerste
gedeelte,
dat
een
wateroppervlak
heeft
van
omtrent
20
hectaren,
door
H.
M.
de
Koningin
ge
-
opend.
Afzonderlijk
behoort
melding
te
worden
gemaakt
van
de,
voor
elke
goed
iuge-
58
Los-
en
landinrichtingen
van
de
maatschappij
„Nederland”
aan
de
Sumatra-kade.