Tekstweergave van GA-1930_MB017_00062

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM en daarbij had hij veel steun genoten van mej.S.Duparc, commies en den heer D. Voort - huyzen, adjunet-commies aan die instelling. Dr. de Boer heeft voor den duidelijken catalogus ook een inleiding geschreven, welke mede als leidraad kan dienen bij een bezoek aan deze belangwekkende, goed overzichtelijke tentoonstelling. W. H. M. de Fremery. t Inden leeftijd van 57 jaar is op 5 Maart j.I. hier ter stede overleden de heer De Fremery, hoofdinspecteur van den ha - venarbeid in het tweede en het derde district. Hij was zijn loopbaan begonnen als zeeofficier. Toen hij uit Indië in Nederland was teruggekeerd, werd hij met 1 Mei 1899 eervol uit den dienst ontslagen en benoemd tot adjunct-in - specteur van den havenarbeid te Am - sterdam. Hij doorliep de verschillende rangen, totdat hij 1 Januari 1920 werd bevorderd tot hoofdinspecteur, weder hier ter stede. De heer De Fremery heeft zich een man van groote verdiensten getoond op het gebied zijner werkzaamheid, in het bijzonder ten aanzien van de arbeids - toestanden in het geheele havenbedrijf. Hij is o.a. secretaris geweest van de zoogenaamde kettingcommissie. Toen deze in 1919 was ontbonden, werden zijn verdiensten erkend dooreen benoeming tot officier inde orde vau Oranje-Nassau. In 1929 werd hij van regeeringswege aangewezen als technisch afgevaardigde naar de internationale arbeidsconferentie te Genève. Met erkentelijkheid en waardeering herinneren wij hier aan de uitvoerige, belangrijke historische studie van den heer De Fremery, getiteld: ~De opkomst der Amsterdamsche haven”, welke is opgenomen in het 23ste Jaarboek, dat voor 1925. De toevlucht voor Onbehuisden. De hier bedoelde nuttige en waarlijk menschlievende instelling, welke een on - misbare functie vervult inde samen - leving, bestaat welhaast 25 jaren. In September 1903 hebben de heer T. J. Jonker en mevrouw Jonker—Clauzer achtereenvolgens drie verschillende toe - vluchten opgericht. Dit is de aanleiding geweest tot de stichting in 1904 van de Vereeniging Hulp voor Onbehuisden, waarvan het bestuur bestond uit de heeren J. H. van Eeghen, voorzitter, J. F. L. Blankenberg, tweede voorzitter, dr. C. W. Janssen, penningmeester, en waarin ook zitting hadden de heeren mr. J. G. Schölvinck, dr. N. M. Josephus Jitta, W. H. van Zanten en mr. C. H. Guépin. Directeur en directrice werden de heer en mevrouw Jonker. In 1905 heeft het Gemeentebestuur het voor - malige Buitengasthuis, meer bekend als het Pesthuys, aan de vereeniging ten gebruike afgestaan. Koevele andere in - richtingen geleidelijk nog onder het beheer van het echtpaar Jonker zijn gekomen en hoe het werk zich nog in andere richtingen heeft uitgebreid, hier ter stede en elders, valt buiten dit bestek. Daar al die instellingen plaatse - lijke leiders behoefden, verkregen de heer en mevrouw Jonker den titel van hoofd - directeur en -directrice. Kort na elkander zijn zij beiden in 1921 en ’22 overleden. Op het voorplein van het oude Buiten - gasthuis is ter gedachtenis aan dit buitengewone menschenpaar een een - voudig gedenkteeken opgericht. Met 12 Januari 1923 is de hoofddirectie op - gedragen aan den heer G. H. Honing, oud-officier en oud-directeur van Rijks - opvoedingsgestichten. Van diens hand is in Scheltema en Holkema’s Boek - handel een gedenkschrift verschenen met een uitvoerig overzicht van al het werk, sedert hare oprichting door de ver - eeniging tot stand gebracht. Het is zeker verblijdend, dat de vereeniging bij het intreden van de tweede kwart - eeuw van haar bestaan, zich raag ver - heugen in groote belangstelling en sym - pathie bij de geheele burgerij en het blijft ernstig te hopen, dat zij hare zegenrijke bemoeiingen over het uitgestrekte ar - beidsveld moge blijven uitstrekken, onder veelzijdigen en krachtigen steun. De Joodsche Tentoonstelling in het Waaggebouw. In het Historisch 54