Tekstweergave van GA-1930_JB027_00093

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
volgens de reeds vermelde aanteekening, zeer levendige verkeer met deze belang - rijke graanbaven in 1391. Te Danzig bestond een haventoestand, die zeer op dien van Amsterdam met zijn Wieringer voorhaven geleek. Ook daar werden de zware koggen op de buitenreede toegeladen. Sedert wanneer deze belangrijke handelsbetrekkingen waren ontstaan, ligt m het duister. Ook te Danzig zijn, dooreen hevigen brand in 1303, van de voorafgaande periode geen directe bronnen te vinden. Hoe dan ook, alle de oudste directe en indirecte gegevens betreffende de vanuit Amsterdam geoefende zeevaart wijzen er op dat op haar Lastage met anders dan voor de groote vaart is gebouwd. . Alles wijst er op dat wat Pontanus zoo nadrukkelijk zegt, dat het niet de kleine schepen zijn, die binnen de palen van Holland varen, maar schepen die ladingen van twee-, driehonderd lasten en meer naar verre landen overbrengen, die op de Amsterdamsche werven werden gebouwd, ook reeds van meet af mag gelden Behalve de lichters voor het eigen havenbedrijf, werd het kleine vaartuig m Water - land en Kennemerland gebouwd en ook de vaartuigen, waarmede men „van oudsher , zooals de Kotertolbrief van 1347 zegt, de goederen, die te Amsterdam uit de Westersche en Oostersche vaart naar den Rijn verscheepte, waren stellig met van Amsterdamschen oorsprong. Zeer duidelijk spreken in deze de oudste zegels. Immers een visschershaven typeert zich in haar zegelverslering met een kleine vischschuit, een kleine haven - stad met een kust- of Waddenvaarder, een haven van de groote vaart als Amsterdam met een zware kogge. Dit Amsterdamsche grootbedrijf heeft stellig in belangrijke mate bijgedragen bij de beoordeeling van de belastbare opbrengst tot vaststelling der quote, het aandeel van elke groote stad in ’s lands finantlën, de jaarlijksche „bede”, zooals dat toen werd genoemd. Evenals Leiden bijdroeg voor zijn binnenpoortsch industrieterrein van de laken - nijverheid, werd Amsterdam belast voor de buitenpoortsche stadswijk langs den Zeedijk, die de handvest van 1342 zoo nadrukkehjk vermeldt. Zoo is dan ook verklaarbaar dat Amsterdam volgens een grafehjke jaarrekening, die nog bewaard bleef, in 1345 twee honderd vijftig ponden betaalde tegenover Leiden slechts honderd vijftig ponden. De omvang van de Lastage van 1342 en de zeer ruime binnenhaven, die nu spoedig ook over den Westelijken IJkant van de Kolk af zou worden uitgebreid, doet ons 23