Tekstweergave van GA-1930_JB027_00083
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Dat
de
opkomst
der
stad,
wier
geschreven
historie
begint
met
de
vermelding,
dat
in
1275
de
lieden
van
Plons
V
aan
hare
„oppidani”
door
brand
ernstige
schade
hadden
toegebracht,
ineen
veel
vroeger
penode
moet
vallen
volgt
met
slechts
uit
het
bestaan
vaneen
Oude
Zijde
naast
een
Nieuwe
Zijde,
maar
ook
uit
haar
benoeming
naar
den
Amsteldam.
Deze
dam.
haar
oudste
kern,
moet
als
onderdeel
van
de
omdijking
van
het
poldergebied
tusschen
IJ
en
Maas
reeds
hebben
bestaan
inden
Romeinschen
tijd.
De
aanwijzingen
daarvoor
bij
Tacitus,
worden
bevestigd
door
verspreide
bodemvondsen
ook
ten
N.
van
de
verkeersroute
Utrecht—Lugdunum
der
Peutinger
kaart,
zooals
de
„tomben
le
Loenersloot
(Holl.
Kron.
1517).
~
.
.
,
~.
,
.
r
Bovenstaande
kraal
van
z.y.
millefioriglas
fragment.
52X46
mM.
werd
m
1923
gevonden
bu
het
maken
van
lun
-
deeringslerwen
voor
de
Teresiaschool.
da
Costakade.
ter
plaatse
waar
in
1612
het
Bleekerspad
werd
aangelegd
uit
specie
der
toen
gegraven
grachten
(eig.
Arch.
A.
Joling).
ji
i
•
i
De
hals
vaneen
sieilijk
balsemfleschje.
96
X
74
mM.
werd
door
den
schrijver
gekocht
uiteen
voorraad
klem
glas-en
aardewerk
uit
allerlei
perioden,
zooals
dit
inden
antiekhandel
te
Amsterdam
voorkwam
tijdens
het
graven
van
het
diepliggend
riool
in
West.
.
.
,
.
,
,
.
.
j
Deze
om
hun
fraaien
vorm
toevallig
bewaaid
gebleven
fragmenten,
evenals
andere
hier
te
lande
geïmporteerde
ge
-
bruikskunst,
doen
ons
het
beschavingspeil
en
de
verkserstoestanden
in
„Out
Batavië
kennen,
als
van
meer
beteeke
-
nis,
dan
die
vaneen
in
bescheiden
nederzettingen
verspreid
levende
boersche
bevolking.