Tekstweergave van GA-1930_JB027_00080

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
straat in zuidelijke richting is uitgegroeid en nu via den Middeldam aan de west - zijde van den Amstel een nieuwe stadswijk ontstaat, de Nieuwe Zijde. Het tracé der grens van dezen eersten uitleg van Amsterdam is bekend door het proces der Brederodes als ambachtsheeren van Amstelveen en uit sporen van grensteekens. De staatkundige grens blijft vaak de eeuwen door ongewijzigd. Zoo volgt de scheidingslijn van de Londensche City en haar later toegevoegd buiten - poortsch gebied, de „liberties” of stadsvrijheid, thans nog bekend als de „without ’, volkomen de lijn, waar de overblijfsels van den Romeinschen stadsmuur voorkomen. Dat de Brederodes hun proces hebben gewonnen bewijst dat men als vaststaand heeft aangenomen dat bij instelling der heerlijkheid Amstelland de onderlinge afscheiding van Amsterdam en het ambacht Amstelveen de lijn Spui, Voorburgwal (voortzetting der Boerenwetermg) tot de Kolk had gevolgd en dat daar ook oor - spronkelijk de stads kruis- of grenspalen waren gesteld, van welke wij inderdaad ook verschillende sporen kunnen aanwijzen *. De heerlijkheid Amstelland en dus ook de N. Zijde bestond in I 103, wanneer wij zekeren Wolgerus van Amstel aantreffen, maar hare instelling moet wel verder teruggaan. Immers door de tegenstelling Schependom voor het Amsterdamsche gebied met stedelijk karakter en Asichdom, d.i. door asigen bestuurd dorpsgebied, het ambacht, worden wij verwezen naar het tijdperk waarin het Frankische recht hier te lande werd ingevoerd. Uit enkele nog voorhanden grafelijke rekeningen, waarin het aan de Hollandsche graven vervallen bezit der van Amstels voorkomt, blijkt dat hunne eigendommen uitsluitend aan de Nieuwe Zijde gelegen waren. Het voornaamste daarvan is het erf van „’t huys t’ Aemsterdamme” dat bij de Kolk het noordelijkste deel der Nieuwe Zijde innam. De van Amstels waren van huis uit landontginners, zooals uit sommige oorkonden schijnt te blijken, o.a. in verband met het vanuit Amstelland in exploitatie gebrachte deel der Ronde Veenen. Het is dan ook verklaarbaar dat wij inde grafelijke reke - ningen ook oude bezittingen der van Amstels te Ouderkerk vermeld vinden, als het „hofland” en het „berchland”, die wijzen op het bestaan aldaar vaneen hoeve en een vluchtheuvel of vliedberg voor de landelijke bevolking. De Egmondsche Kroniek vermeldt het verbranden dezer bezitting met den boomgaard in 1204. I Zie mijn „Gysbrecht’s Amstelstad”, van Kampen 1927. 10