Tekstweergave van GA-1929_MB016_00084

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM afwijken uit courtoisie voor het buitenland, dat zoo groote medewerking had verleend. Nadat dus de minister de expositie geopend had verklaard, hield de lieer Kammerer, de Fransche gezant uit Den Plaag, een sierlijke en van groote eruditie getuigende toespraak. De merkwaardige, in haar soort unieke, tentoonstelling heeft in wijden kring de belangstelling en de waardeering gevonden welke zij verdiende. Als een voor - beeld daarvan wenschen wij althans iets aan te halen uit het inleidend artikel dat inde Figaro van 5 Juli is geschreven door zijn „envoyé spécial”, met name P. J. Charliat. Le congrès international des Chambres de commerce, qui vient de s’ ouvrir a Amsterdam, a été I’occasion d’une manifestation artistique d’un caractère inédit. Pour souhaiter la bienvenue aux représentants des hommes d’affaires de tous les pays, la ville d’Amsterdam a organisé, dans le cadre grandiose de son musée, une exposition des portraits de ceux qui, depuis Ie moyen-age jusqu’a la révolution industrielle du siècle dernier, exercèrent une influence sur la vie économique de leur temps. Autour de ces visages degens de négoce, de financiers, d’hommes d’Etat, de théoriciens de I’éeonomie politique, les miniatures de manuscrits précieux, les tableautins des petits maitres, les estampes satiriques, les ex-voto des corporations, les enseignes historiées retraeent I’existence et les pratiques des artisans, la vie des boutiquiers, ou bien nous font le tableau pittoresque des mines et des manufactures. Lutte perpétuelle et obstinée de I’homme pour acquérir la richesse et la faire cireuler a travers le monde. Peu de pays étaient mieux désignés que la Hollande pour tenter d’évoquer I’histoire du travail. Aussi I’histoire de I’art va-t-elle devoir beaucoup a cette exposition qui a rassemblé, a travers le monde, avec autant de Science que de bonheur et d’agrément, quelques-unes des oeuvres les plus typiques et pleines de sens des peintres hollandais. De schrijver geeft vervolgens een overzicht van de inzendingen uit verschillende landen, waarbij hij wat langer verwijlt bij de Fransche afdeeling en bijzonderen lof brengt aan den heer Lam, „négociant d’Amsterdam et grand amateur d’art”, die zich voor het bijeenbrengen verdienstelijk heeft gemaakt. Hij besluit met deze regelen: „Amsterdam, naguère centre du commerce du monde, magasin général de la terre, a rassemblé a nouveau, comme dans un miroir magique, I’image de ceux dont elle drainait le labeur ou captivait I’attention.” DE ZEVEN GETIJDEN-ZANGERS TE AMSTERDAM Ineen studie over „De Zeven Getijden inde St. Janskerk te Gouda” x ) heeft schrijver dezes herinnerd aan het merkwaardige feit, waarop reeds Prof. W. Moll de aandacht had gevestigd 2 ), dat verschillende voorname handelssteden in ons land vóór de hervorming (bij name o.a. Kampen, Hoorn, Amsterdam, Rotterdam) niet in het bezit waren van kapittelkerken, in tegenstelling met verscheidene kleinere plaatsen. Inde eerstbedoelde steden treffen wij echter inden regel twee instellingen aan, soms zelfs in meer dan één kerk in dezelfde plaats, zooals b.v. in Delft 3 ) welke onafscheidelijk verbonden zijn aan elke collegiale-of kapittelkerk, n.l. die der Memorien en der Zeven Getijden. Ter toelichting diene, dat onder de Memorien (het college der Memorieheeren) moet worden verstaan de kerkelijke instelling, gevormd dooreen aantal priesters, aan een kapittel- of parochiekerk verbonden, die tot bijzondere taak hadden het lezen, c.q. zingen, der zielmissen (memorien, gedachtenissen der overledenen) voor de overleden weldoeners der kerk, voornamelijk de uitvaarten, maandstonden en jaargetijden, alsook de bij fundatie gestichte dagelijksche zielmissen. De Zeven Getijden (het college der Getijdenmeesters) eveneens bestaande, oorspronkelijk althans, uiteen aantal priesters, had tot bijzondere taak het dagelijks collegialiter, in choro, bidden, c.q. zingen van de septem horae canonicae, de zeven kerkelijke getijden, te weten de Matutinum met Laudes, de Prima (scil. hora), Tertia, Sexta, Nona, Vesperae en het Completorium, waarin naar de oude Romeinsche dagindee - ling, het Brevier is verdeeld, een korte samenvatting van de H. Schrift en de 76