Tekstweergave van GA-1929_MB016_00057

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM HEÏ PALEIS VOOR VOLKSVLIJT EN ZIJN STICHTER Ue brand die het Paleis voor Volksvlijt inden nacht van 17 op 18 April binnen enkele uren verwoestte, geeft ons aanleiding tot enkele aanteekeningcn over de stichting. Dr. Samuel Sarphati, die zoovéél heeft gedaan voor de herleving van Amsterdam in zijn tijd, de man die velerlei plannen maakte en ze grootendeels ook uitvoerde totdat zijn schijn - baar onuitputtelijke energie hemzelf verteerde, Sarphati had reeds in 1852 een vereeniging voor Volksvlijt opgericht (later opgevolgd dooreen gelijk - namige maatschappij) en een orgaan ~de Volksvlijt” dat aan verschillende volksbelangen was gewijd. Hij was daartoe aangespoord dooreen bezoek in 1851 aan de eerste wereldtentoonstelling in Londen, in het nieuwe Chrystal Palace. In verband met plannen der regeering om tentoonstellingen te hou - den van provinciale nijverheid, en dan inde eerste plaatste Amsterdam, verzocht de vereeniging om de beschikking te verkrijgen overeen plein inde stad, bij voorkeur het Drilvcld, exerceerterrein voor schutters en soldaten en gelegen ten westen vóór de Utrechtschestraat (ongeveer de tegenwoordige Falckstraat). Toen de gemeente hieraan niet kon voldoen, ontstond het plan voor een blijvend tentoonstellingsgebouw, het Paleis voor Volksvlijt. De onvermoeibare Sarphati verwierf daarvoor in’s4 de hooge bescherming van den Koning. Hierbij moet worden herinnerd dat Prins Frederik, oom des Konings, reeds een paar jaar te voren als beschermheer van de vereeniging was opgetreden- Zeer terecht is de naam van dezen Prins, die nooit in gebreke is gebleven om de groote plannen te steunen, door het naar hem genoemde plein vereeuwigd. Sarphati kon een memorie richten tot het gemeentebestuur en op 15 Maart 1855 besloot de Raad in beginsel, dat de Stad grond zou af staan bij de Utrechtsche Poort waarbij B. en W. werden gemachtigd onderhandelingen te voeren en nadere voorstellen in te dienen. Aan den eisch dat de Vereeniging binnen drie maanden zou bewijzen over voldoende fondsen te beschikken, werd voldaan, want, nadat een Raad van Toezigt van aanzienlijken in het gehcele land was saamgesteld, brachten particulieren spoedig drie ton bijeen. In het voorjaar van 1856 gaf Sarphati het prospectus en de statuten in het licht met een uitnoodiging aan het Nederlandsche volk om deel te nemen ineen leening vaneen millioen. De inschrijving werd opengesteld van 7 tot en met 9 Juli 1856 en reeds omtrent het middaguur van den eersten dag was het millioen door 1300 inzenders volteekend. Zeer velen kwamen te laat. Amsterdam alleen had voor acht ton ingeschreven. Deze uitslag overtrof aller verwachting, maar er rezen moeilijkheden omdat het departement van Oorlog vasthield aan den eisch dat de Stad voor cavallerie kazernes terreinen zou afstaan, vlak naast dein beginsel reeds toegestane gronden voor het Paleis. Dit bezwaar werd eindelijk overwonnen (de kazernes zouden komen bij de Muiderpoort) en op 25 Augustus 1858 vereenigde de Gemeenteraad zich zonder hoofdelijke stemming met een voordracht om aan de Maatschappij voor Volksvlijt op nader te bepalen voorwaarden in erfpacht uitte geven: 1 bunder 67 roeden en 14 ellen aan water en 1 bunder, 19 roeden, 66 ellen gronds aan land. Intusschcn waren reeds in Januari 1857 tien plannen ingekomen op een prijsvraag voor het gebouw. Geen der inzenders kreeg den eersten prijs, waarna de uitvoering werd opgedragen aan den architect-ingcnieur Cornelis Outshoorn, „die het \ aderland 49 Dr. S. Sarphati, 1813—1866