Tekstweergave van GA-1929_MB016_00056

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM ontroering door het land, maar voor het Pesthuys heeft slechts een kleine kring zich geïnteresseerd. Het zou te redden zijn geweest door den aankoop vaneen rij onbeteekenende 19e eeuwsche prul - huizen. De spreker betreurde dat het verloren gaat. Minister Waszink zeide met den heer Polak te betreuren dat het Pesthuys niet behouden is gebleven. Hij had /140,000 beschikbaar gesteld voor het behoud, maar hij was niet bereid om bij te dragen aan de verplaatsing van het Pesthuys, hetgeen de commissie voor de monumentenzorg ook had ontraden. Daarover is nog een conferentie gehouden van vertegenwoordigers der gemeente en dr. Jan Kalf, waarna van de verplaat - sing is afgezien. Waar woonde Comenius? Het is bekend dat de groote Komensky hier ter stede verblijf heeft gehouden onder de bescherming en ten huize van Louys de Geer, later elders in deze stad. Wanneer zulke feiten niet worden vastgehouden, kan dat leiden tot verwarring. Ineen redevoering bij de ontvangst te Utrecht van den Vlaamschen dr. Borms, op 6 Maart, heeft prof. L. van Vuuren o.a. gezegd: „Gij kent allen wel bij naam Comenius, die een gastvrij onderkomen vond bij den Amsterdamschen patriciër, die het huis bewoonde waar nu de Aca - demie van Wetenschappen gevestigd is.” De spreker doelde hier natuurlijk op het Trippenhuis. De gebroeders Trip, die in 1660 tot 1662 door Justus Vingboons het groote woonhuis lieten bouwen op den „Trippenburgwal”, waren wel verwant aan Louys de Geer, maar naar ieder Amsterdammer weet, bewoonde deze het Huis met de Hoofden, dat in 1622, ver - moedelijk door Pieter de Keyser, voor Daniël Sohier was gebouwd. Verbetering. In ons artikel over de drie herboren huizen Rokin 141, 143, 145 op blz. 33, is een storende schrijffout ingeslopen. Er is daar sprake van de huizen in het bezit van de Nederlandschc Bank op de Oude Turfmarkt inde richting van de Nieuwe Spiegelstraat! De opmerkzame en welwillende lezer heeft reeds begrepen dat daarvoor gelezen moet worden: Nieuwe Doelenstraat. MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR Het verdwijnen van de Jonker- en Ridderstraten Onder dit opschrift bevat dit maandblad (1928, blz. 43) den tekst vaneen adres, door ons bestuur tot Burgemeester en Wethouders gericht. Onder dagteekening van 26 Februari j.I. is daarop het volgende antwoord ontvangen. Aan het bestuur van het Genootschap Amstelodamum. Naar aanleiding van Uw schrijven van 21 Maart 1928 inzake bouwfragmenten in de Ridder- en Jonkerstraten, hebben wijde eer U te berichten, dat gevelsteenen van eenige waarde dezerzijds worden gespaard. De bestemming daarvan is nog niet vastgesteld. Hieromtrent wordt overleg gepleegd met het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Het sparen van geheele gevels zal niet mogelijk zijn, wijl dit alleen bij herbouw op een andere plaats zoude kunnen geschieden. Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, (w.g.) Jan ter Haar Jr., wethouder. (w.g.) J. J. Roovers, secretaris. Nieuwe leden Met ingang van 1 Januari 1929 hebben de volgende dames en heeren, door het Bestuur benoemd, hunne benoeming aanvaard en zijn tot het Genootschap toegetreden : a. als donateur: de heer L. F. Pont; h. als gewoon lid: dr. W. J. Jouwersma, mevr. A. E. J. Kehrer Nachenius, drs. H. Langbroek, dr. A. A. Verdenius, mevr. M. Verrijn Stuart—van den Berg. 48