Tekstweergave van GA-1929_MB016_00053

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Kerckrinck & Soon, daarna handelende onder eigen naain. Hij werd o.a. in 1721 superintendent van de Laken Venthal en directeur van den Levantschen handel. Op 19 Februari 1713 trouwde hij met Sophia Adriana Huydecoper (1687-1749), dochter van burgemeester mr. Joan Huydecoper Jr. (die evenals zijn vader met eene Coymans was gehuwd). Op de' Keizersgracht naast „het Huys van Coymans”, liet hij het hier bedoelde woonhuis (nr. 175) zetten en daarboven de wapens van Kerckrinck en van Huydecoper aanbrengen. Nog altijd versiert dit alliantie wapen, door twee siervazen geflankeerd, de getoogde, met een balus - trade verhoogde kroonlijst. Wij bezigen hier de bewoordingen waarmede de fraaie gevel is beschreven inde pas verschenen, hiervóór aangekondigde, monumen - tenlijst (blz. 252, nr. 1409). Dat het huis in die lijst staat vermeld is geen aansporing tot afbraak, maar een pleidooi voor zijn behoud. Het is dus waarlijk te hopen dat, zoo niet de geheele gevel, toch stellig de versierde kroonlijst ongerept en op dezelfde plaats zal worden gelaten. A. B. van der Vies. t Inden leeftijd van 57 jaar is hier ter stede op 9 Februari overleden de heer A. B. van der Vies, een wetenschappelijk man en een stille werker, die zich vooral bezig hield met genealogisch onderzoek. Het maandblad van het genealogisch-heral - disch genootschap „de Nederlandsche Leeuw” heeft hem waardeerende woorden gewijd. Daaraan zijnde volgende regelen ontleend. „Sedert 1911, toen hij in onzen kring werd opgenomen, heeft hij met een steeds klimmenden ijver en steeds grooter succes zijne krachten gewijd aan dit voor hem nieuw arbeidsveld. Menige degelijke studie, zoowel in dit maandblad („De Ned. Leeuw”) als in „de Navorscher”, legt hiervan getuigenis af. Maar niet het minst heeft de belanglooze wijze, waarop hij den vragers in ons orgaan steeds ter wille is geweest, hem inde annalen van ons Genootschap een eervolle plaats ver - zekerd. Geen vraag, betrekking hebbende op de stad zijner inwoning, die hij niet terstond onder handen nam en hij rustte dan niet vóór hij haar zoo volledig mogelijk had beantwoord. Op deze wijze heeft hij gedurende een reeks van jaren talloos velen aan zich verplicht, totdat een sloopende kwaal zijn nijvere pen tot stilstand bracht. De herinnering aan dezen vriendelijken, bescheiden en hulp - vaardigen man, op wien nimmer vergeefs een beroep gedaan werd, zal door allen, die met hem in aanraking kwamen, on - getwijfeld met groote sympathie worden bewaard.” Het Paleis-Raadhuis. Inde toe - lichting vaneen suppletoire begroeting op hoofdstuk Ivan de Rijksbegrooting voor 1929, schrijft de minister van finan - ciën : In October j.l. deelde de commissie van onderzoek en voorlichting, betref - fende den staat van het uitwendige van het Kon. Paleis te Amsterdam mede, dat ten gevolge van in watering van de binnen - plaatsgevels van de Burgerzaal, ook de natuursteenbekleeding van deze zaal los was komen te zitten. Daar het gevaar bestond, dat, evenals drie jaar geleden weder stukken hiervan zouden afvallen, heeft de commissie het met het oog op de feestelijkheden bij gelegenheid der Olympiade en het bezoek der Koninklijke Familie, voorzichtig geoordeeld daarnaar terstond een grondig onderzoek in te stellen. De uitkomst bewees, dat de vrees niet geheel ongegrond was; vele losse stukken moesten worden verwij - derd. De Burgerzaal van het Paleis kon daarna en kan thans zonder gevaar ge - bruikt worden. Het aanzien als feestzaal van deze burgerzaal met de aansluitende galerijen is door het verwijderen evenwel ernstig geschaad. Ook met het oog hierop zal op eenige wijze inden toe - stand voorzien moeten worden. De commissie stelt voor, haar een crediet te verleendi van / 200,000, waarmede zij de hinderlijkste beschadigingen der Burgerzaal met aangrenzende galerijen denkt te kunnen herstellen. Ineen nota naar aanleiding van het verslag inzake de bovenbedoelde sup- 45