Tekstweergave van GA-1929_MB016_00051
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
persoonlijke
eigenschappen
leidden
er
toe,
dat
hij
de
menschen
niet
aantrok,
maar
velen
eerder
afstootte
en
van
zich
vervreemdde.
Zij
die
hem
lang
en
beter
kenden
wisten
echter
hoe
innig
goedhartig
en
welk
een
trouwe
vriend
hij
was.
Zij
waardeerden
zijn
hartelijkheid,
zijn
onbeperkte
hulpvaardigheid
en
zoo
konden
zij,
begrijpend,
vergevensgezind
zijn
voor
zijn
geestigen
spot
over
de
ijdelheden
dezer
wereld,
welke
hij
ontweek
en
waardoor
hij
leefde
ineen
betrekkelijk
isolement.
Het
oudere
personeel
ten
archieve
dat
nog
onder
hem
heeft
gediend
en
anderen
van
vroegeren
tijd,
bewaren
de
blijvende
en
dankbare
herinnering
aan
den
humanen
chef,
die
altijd
toegankelijk
was
en
geheel
met
hen
medeleefde.
de
balbian
verstek.
DE
MONUMENTEN
VAN
AMSTERDAM
Ter
algemeenc
landsdrukkerij
te
’s-Gravenhage
is
een
lijvig
boekwerk
(verkrijg
-
baar
bij
A.
Oosthoek
te
Utrecht)
in
het
licht
gegeven,
behoorende
inde
bekende
reeks:
Voorloopige
lijst
der
Nederlandsche
monumenten
van
geschiedenis
en
kunst.
Dit
deel
(Vu)
omvat
de
gemeente
Amsterdam
met
inbegrip
vair
de
geheel
of
ge
-
deeltelijk
geannexeerde
buitengemeenten
(deze
reeds
ten
deele
beschreven
in
het
in
1921
verschenen
deel
Vi,
Noord-Holland
uitgezonderd
Amsterdam).
Het
thans
verschenen
deel
is
opgemaakt
door
afdeeling
Ader
rijkscommissie
voor
de
Monu
-
mentenzorg,
ingesteld
bij
Kon.
Besluit
van
10
Mei
1918,
No.
66.
Dr.
E,
J.
Hasling
-
huis,
de
secretaris
van
die
afdeeling,
heeft
van
1919
tot
’25
gegevens
bijeenge
-
bracht
uit
de
topografische
en
historische
literatuur
over
Amsterdam.
Van
Arfcel
en
Weissman’s
„Noord-Hollandschc
Oudheden”
(1891—
1905)
hebben
daarbij
een
geschikten
grondslag
gevormd,
maar
aangezien
de
18e-eeuwsche
bouwkunst
in
dat
werk
niet
tot
haar
recht
is
gekomen
en
de
stelselmatige
beschrijving
van
parti
-
culiere
binnenhuizen,
van
schilderijen,
van
kerkzilver,
lithurgisch
gerei
e.d.
buiten
het
werkplan
van
de
samenstellers
viel,
moest
het
materiaal
van
de
~Oudheden
aanmerkelijk
worden
uitgebreid.
Voor
de
woonhuisgevels
kon
worden
gebruik
gemaakt
vaneen
rapport
dat
in
in
1920
door
den
heer
C.
Visser
aan
de
vereeniging
„Hendrick
de
Keyser”
is
uitgebracht.
Er
werd
uit
afdeeling
A
een
subcommissie
gevormd
voor
de
inventarisatie
der
monumenten
van
Amsterdam
en
daarin
namen
zitting;
mr.
dr.
J.
C.
Overvoorde,
de
voorzitter,
J.
A.
Frederiks,
dr.
C.
Hofstede
de
Groot,
jhr.
ir.
B.
W.
F.
van
Riemsdijk,
A.
W.
Wcissman
en
de
secretaris
dr.
Haslinghuis.
Deze
laatste
heeft
na
het
overlijden
van
den
heer
Weissman
in
1923
de
inventarisatie
van
het
hem
aangewezen
kwartier,
voor
zoover
zij
nog
niet
gereed
was,
overgenomen.
In
het
~voorwoord”
wordt
verder
medegedeeld
hoe
de
leden
Aan
de
subcommissie
de
uitgebreide
taak
onderling
hebben
verdeeld
be
-
nevens
andere
bijzonderheden
omtrent
rangschikking
en
terminologie.
Bij
de
gebruikelijke
indeeling
kon
de
eerste
rubriek,
a.
voorhistorische,
Ro
-
meinsche
en
oud-Germaansche
monumenten,
voor
Amsterdam
vervallen.
Dan
volgen
na
elkaar:
h.
\
r
crdedigingswerken(
men
denkc
aan
de
oudste
versterkingen
van
de
15e-eeuwsche
stad
als
de
St.
Anthonie
spoorten
den
Schreijerstoren);
c.
brug,
sluis,
standbeelden,
veerhuis,
ban-
en
schamppalen.
Deze
is
slechts
een
zeer
kleine
rubriek,
belangrijker
echter
d.
wereldlijke
gebouwen
(voornamelijk
de
beschrijving
van
het
Paleis-Raadhuis
en
voorts
’sLands
Zeemagazijn,
de
Compagniesgebouwen,
het
Admiraliteitshof
(Raadhuis),
de
doelens
en
de
stadsherbergen.
De
volgende
afdeeling
e.
bevat
alle
kerkelijke
gebouwen
van
de
verschillende
gezindten.
Ver
-
volgens
onder
rubriek
/.
de
gebouwen
van
liefdadigheid,
wetenschap
en
kunst,
onder
welke
zijn
begrepen
de
weeshuizen
en
oude
liedenhuizen,
de
armenhuizen,
gasthuizen,
weeshuizen
en
hofjes:
het
Trippenhuis,
de
universiteitsgebouwen,
de
Hortus,
de
Kweekschool
voor
de
Zeevaart
en
nog
andere
gebouwen,
welke
uit
-
wendig
van
architectonisch
belang
zijn
en/of
werken
van
historische
en
van
kunst
-
waarde
bevatten.
Hetgeen
tot
zoo
ver
is
aangeduid
beslaat
slechts
een
klein
gedeelte
want
meer
43